West-Vlaams/Grammatica 2: Verleden tijd

Het werkwoord 'DOEN'

• Ik dee - Ik deed
• Gie dee - Jij deed
• Tem dee - Hij deed
• Widder deen - Wij deden
• Junder deen - Jullie deden
• Zieder deen - Zij deden

Op zich lijkt deze vervoeging niet zo moeilijk,maar in een zin ligt deze heel anders! Hier even een kort voorbeeld:

• Yoo, oe ist?
  • Goe!

• Wuk dej gistere?
  • Niks speciaals...

Dit voorbeeld kun je ook anders inkleden:

• Yoo, oe gaat ie?
  • Goe!

• Wuk deej gistere?
  • Niks.

Zoals je ziet kun je, in een korte zin, zowel 'dej' als 'deej' gebruiken.In een korte zin maakt het niet veel uit welke je neemt,maar in een langere zin kan het soms raar klinken als je de verkeerde neemt.Soms is het gewoon een kwestie van 'feeling'.

• Wuk deej achter daj nr hus zie teruggegoan?

of

• Wuk dej achter daj nr hus zie teruggegoan?

Zoals je misschien hoort,klinkt dej een beetje raar in een langere zin.Hoor je dit niet,panikeer dan vooral niet,er is namelijk nieks mis met je oren...