Turks/Woordenlijst
Uiterlijk
< Turks
Bij zelfstandige naamwoorden met een zwakke eindmedeklinker of die een klinker verliezen, wordt de accusatief vermeld. Werkwoorden worden vermeld in de "-er"-vorm.
Turks-nederlands
A
[bewerken]- abla = oudere zus
- acaba = ik vraag me af
- acele = haast
- acı = pijn
- aç = honger
- açık = open
- açıklamak = uitleggen, verklaren
- açmak = openen
- ad = naam
- ada eiland
- adam = man
- adres = adres
- affetmek = vergeven
- affedersiniz = neemt u mij niet kwalijk
- afiyet olsun = Smakelijk eten, eet smakelijk
- ağaç = boom
- ağır = zwaar
- ağız = mond
- ağlamak = huilen
- ağustos = augustus
- aile = familie, gezin
- akciğer = longen
- akıllı = slim
- akraba = familielid
- akşam = avond
- alay = spotten, belachelijk maken
- alçak = laag
- alfabe = alfabet
- alın = voorhoofd
- alışmak = wennen
- alışveriş = boodschappen
- allahaısmarladık = doei (bij vertrek)
- almak = nemen, pakken, krijgen, kopen
- almanya = duitsland
- altı = zes
- altın = goud
- altmış = zestig
- ama = maar
- amaç = streven, doel
- amca = oom (vaderskant)
- amerika = amerika
- an = ogenblik, moment
- anahtar = sleutel
- ana kapı = hoofdingang
- anlamak = begrijpen
- anlatmak = uitleggen
- anne = moeder
- apartman = appartement
- aptal = dom
- araba = auto
- aramak = zoeken
- arkadaş = vriend
- armut = peer
- artık = niet meer/ langer
- arzu = wens, verlangen
- aralık = december
- asansör = lift
- asker = soldaat
- asla = nooit
- aşağı = beneden
- aşçı = kok
- aşık olmak = verliefd worden
- aşk = liefde
- aşkım = mijn liefste
- at = paard
- ateş = vuur
- atmak = gooien
- avrupa = europa
- avukat = advocaat
- avusturya = oostenrijk
- ay = maand, maan
- ayak = voet
- ayakkabı = schoen
- aydınlık = helder, licht
- ayna = spiegel
- aynı = hetzelfde
- ayrı = apart, gescheiden
- ayrılmak = scheiden
- az = weinig
B
[bewerken]- baba = vader / papa
- bacak = been
- Ilk bahar = lente
- bahçe = tuin
- bakan = minister
- bakmak = kijken, aanschouwen
- balık = vis
- balkon = balkon
- bana = naar mij (vb: bana bak = kijk naar mij)
- banka = geldbank
- banyo = badkamer, bad
- bardak = drinkglas
- baş = kop, hoofd
- başka = verschillend, anders, een ander
- başkan = burgemeester
- başlamak = starten, beginnen
- batı = west
- bavul = koffer
- bazen = soms
- bebeğim = schat, lieverd
- bebek = baby, pop
- beğenmek = leuk vinden
- bekar = vrijgezel, alleenstaand
- beklemek = wachten (op), te verwachten
- belediye = gemeente
- belge = document
- belki = misschien
- ben = ik
- benim = mijn
- benzin = benzine
- beraber = samen
- berber = kapper
- beş = vijf
- beyaz = wit
- bıcak = mes
- bırakmak = verlaten
- biber = peper
- bildirmek = vertellen, informeren
- bilet = ticket, kaartje'
- bilgi = informatie, kennis
- bilgisayar = computer
- bilmek = kennen, weten
- bin = duizend
- bina = gebouw
- bir = een
- bira = bier
- biraz = een beetje
- birleşik = gecombineerd
- birlik = eenheid, unie
- bisiklet = fiets
- bitirmek eindigen
- biz = wij
- bluz = blouse
- borç = schuld, lening
- boş = leeg
- boy = hoogte
- boyun = nek
- bozmak = breken, kapot maken
- bozuk = kapot, beschadigd
- bölge = streek, gebied, regio
- böyle = zo, zodat
- bu = deze
- bugün = vandaag
- bulmak = vinden
- buluşmak = ontmoeten
- bulut = wolk
- burada = hier
- burun = neus
- buyurmak = bevelen
- buyurun = alstublieft (bij geven)
- buz = ijs
- buzdolabı = koelkast
- bütün = alle
- büyük = groot
- büyümek = groeien
C
[bewerken]- cadde = straat
- cami = moskee
- can = ziel, leven
- canım = schat (letterlijk: mijn leven)
- ceket = jasje, colbert
- cennet = paradijs, hemel
- cep = zak
- cep telefon = mobiele telefoon
- cevap = antwoord
- cuma = vrijdag
- cumartesi = zaterdag
- cumhuriyet = republiek
- cümle = zin
- çabuk = snel
- çağırmak = roepen
- çal = stelen
- çalışmak = werken
- çalışkan = ijverig
- çanta = tas
- çare = oplossing, remedie
- çarpmak = botsen, vermenigvuldigen
- çarşamba = woensdag
- çarşı = winkelcentrum
- çatal = vork
- çay = thee
- çekmek = trekken
- çeşit = type, soort
- çevre = milieu
- çeyrek = kwart
- çıkarmak = uitgeven, weg sturen
- çıkmak = verlaten, uitkomen
- çıkış = uitgang
- çiçek = bloem
- çiftlik = boerderij
- çikolata = chocolade
- çirkin = lelijk
- çizgi ='regel, streep, lijn
- çocuk = kind
- çok = veel
- çorap = sok
- çorba = soep
- çünkü = want
D
[bewerken]- dağ = berg
- dakika = minuut
- dayı = oom (moederskant)
- demek = zeggen
- deniz = zee
- dinlemek = luisteren, aanhoren
- doksan = negentig
- dokuz = negen
- dolap = kast
- dönmek = omkeren
- dört = vier
- dün = gisteren
- düşman = vijand
- dur = stop
- durmak = stoppen
- dondurma = ijs
E
[bewerken]- el = hand
- elma = appel
- elmas = diamant
- elli = vijftig
- ekmek = brood
- ekşi = zuur
- erkek = man
- erken = vroeg
- erkenci = vroege vogel, vroege bezoeker
- eşek = ezel
- eski = oud
- etmek = doen, maken
- ev = huis
- evet = ja
- eylül= september
- ekim = oktober
G
[bewerken]- geçmek = (iets) passeren, voorbij gaan
- geçmiş zaman = verleden tijd
- gelmek = komen, komen naar, komen van
- gezmek = slenteren, wandelen
- gibi = (net) als (vb: çocuk gibi = als een kind)
- gitmek = gaan, gaan naar, gaan van
- gün = dag
- güven = vertrouw (vertrouwd)
- gülmek = lach (lachen)
- gül = roos
- görüşürüz = tot ziens
- güzel = mooi
H
[bewerken]- haber = nieuws
- hadi = schiet op, haast je
- hadi git = ga weg
- hala = nog steeds, vaders's zuster (ouderlijke tante)
- hayır = nee
- her = iedere, elke (her gün = elke dag)
- haziran = juni
I
[bewerken]- itiraf = bekenning (vb: itiraf etmek = bekennen, itiraf ediyorum = ik beken, ik geef toe)
- iyi = goed
- iyiyim = met mij gaat het goed
K
[bewerken]- kan = bloed
- kaç = hoeveel
- kadın = vrouw
- kahve = koffie
- kalem = pen
- kapalı = gesloten
- kapı = deur
- kar = sneeuw
- kara = zwart
- kardeş = broer, broeder
- kasım = november
- kavun = meloen
- kedi = kat, poes
- kim = wie
- kitap = boek
- kırk = veertig
- kırmızı = rood
- kız = meisje
- kız kardeş = jongere zus
- kol = arm (ledemaat)
- konu = onderwerp
- konuşmak = praten
- köpek = hond
- köprü = brug
- köy = dorp
- kulak = oor
- kuş = vogel
- küçük = klein
M
[bewerken]- Masha'allah = Heel mooi
- merak = nieuwsgierigheid, passie voor iets hebben
- melek = Engel
- mutlu = blij, gelukkig, trots
- mükemmel = perfect, fantastisch
N
[bewerken]- nasılsın? = hoe gaat het?
- nasılsınız? = alles goed? Hoe gaat het met u ?(beleefd)
- neden = waarom
- nereden = van waar
- nerede = waar
- nereye = waar naar toe
- ne kadar? = hoeveel? (hoeveel kost dit/dat?)
- ne zaman = wanneer
O
[bewerken]- öptüm = ik kuste jou
- öpüyorum = ik kus jou
- öpmek = kussen
- özlemek = (iemand) missen
- olmak = (iets) worden
- ocak = januari
S
[bewerken]- saat = tijd maar ook klok en horloge
- sana = voor jou, naar jou (gericht)
- sağol = bedankt, dankjewel
- sarı = geel
- şehir= stad
- sekiz = acht
- seksen = tachtig
- sen = jij
- sevmek = houden van
- sıcak = warm
- sıfır = nul
- şimdi = nu
- siz = jullie
- soğan = ui
- soğuk = koud
- sokak = straat
- sormak = vragen
- söylemek = zeggen
- su = water
- süt = melk
- şubat = februari
T
[bewerken]- tamam = oké, is goed
- tanımak = herkennen
- tas = steen
- tarcin = kaneel
- taze = vers
- telefon = telefoon
- temiz = schoon
- temizlemek = schoonmaken
- timsah = krokodil
- tirnak = nagel / spijker
- tuz = zout
Y
[bewerken]- yanliz = alleen, eenzaam
- yani = ik bedoel, in andere woorden
- yapmak = doen, maken
- yarak = lul
- yarasa = vleermuis
- yarin = jouw geliefde, jouw schatje
- yarın = morgen
- yanak = wangen
- yastik = kussens
- yangin = brand
- yatmak = naar bed gaan
- yaz/yazın = zomer
- yazmak = schrijven
- yirtmak = schuren
- yemek = eten
- yenge = schoonzus
- yengec = kreeft
- yuzmek = zwemmen
- yutmak = slikken
- yorulmak = moe
- yok = niet,in de zin van ontkennend.
- yüzmek = zwemmen
Z
[bewerken]- zaman = tijd in de spreektaal bv. şimdiki zaman = tegenwoordige tijd
- zevk = genot / plezier [zevk evlilik = genotshuwelijk]
- zar = dubbelsteen/membraam
- zarf = envelop
- zarif = elegant
- zayif = slank/mager
- zehir = gif
- zil = bel
- zeytin = olijf
- zumrut = robijn