Quenya/Datief: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
k sub |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
==Gebruik== |
== Gebruik == |
||
We gebruiken de datief voor het meewerkend voorwerp (dit begint meestal met het voorzetsel "aan" of "voor"): |
We gebruiken de datief voor het meewerkend voorwerp (dit begint meestal met het voorzetsel "aan" of "voor"): |
||
::'''i nér anta i parma <u>i eldan</u>''' "de man geeft het boek aan de elf" |
::'''i nér anta i parma <u>i eldan</u>''' "de man geeft het boek aan de elf" |
||
De woordorde is vrij omdat we het meewerkend voorwerp altijd aan de uitgang herkennen: |
De woordorde is vrij omdat we het meewerkend voorwerp altijd aan de uitgang herkennen: |
||
Regel 9: | Regel 8: | ||
::'''<u>i eldan</u> i nér anta i parma''' "aan de elf geeft de man het boek" |
::'''<u>i eldan</u> i nér anta i parma''' "aan de elf geeft de man het boek" |
||
::'''i nér <u>i eldan</u> anta i parma''' |
::'''i nér <u>i eldan</u> anta i parma''' |
||
Enkele werkwoorden hebben wel een meewerkend voorwerp maar geen lijdend voorwerp: |
Enkele werkwoorden hebben wel een meewerkend voorwerp maar geen lijdend voorwerp: |
||
::'''i vendi liltar <u>i aranen</u>''' "de meisjes dansen voor de koning" |
::'''i vendi liltar <u>i aranen</u>''' "de meisjes dansen voor de koning" |
||
Het werkwoord '''apsen'''- "vergeven, pardonneren" heeft een lijdend voorwerp in de datief: |
Het werkwoord '''apsen'''- "vergeven, pardonneren" heeft een lijdend voorwerp in de datief: |
||
::'''i aran apsenë <u>i neren</u>''' "de koning pardonneert de man" |
::'''i aran apsenë <u>i neren</u>''' "de koning pardonneert de man" |
||
(dus eigenlijk: schenkt genade aan de man). |
(dus eigenlijk: schenkt genade aan de man). |
||
Het substantief na het voorzetsel '''rá''' "namens" staat in de datief: |
Het substantief na het voorzetsel '''rá''' "namens" staat in de datief: |
||
::'''i orco tullë rá <u>Sauronden</u>''' "de ork kwam namens Sauron" |
::'''i orco tullë rá <u>Sauronden</u>''' "de ork kwam namens Sauron" |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
De datief wordt ook gebruikt voor de ontvanger van een aantal onpersoonlijke werkwoorden: |
De datief wordt ook gebruikt voor de ontvanger van een aantal onpersoonlijke werkwoorden: |
||
Regel 32: | Regel 26: | ||
(zie ook: [[Quenya/Speciale werkwoorden]]) |
(zie ook: [[Quenya/Speciale werkwoorden]]) |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
We bekijken elk getal afzonderlijk: |
We bekijken elk getal afzonderlijk: |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
De basisuitgang is -'''n''' na klinkers en -'''en''' na medeklinkers. |
De basisuitgang is -'''n''' na klinkers en -'''en''' na medeklinkers. |
||
Regel 49: | Regel 38: | ||
::'''tári''' "koningin" → '''tárin''' |
::'''tári''' "koningin" → '''tárin''' |
||
::'''vendë''' "meisje" → '''venden''' |
::'''vendë''' "meisje" → '''venden''' |
||
Woorden met een stamvorm gebruiken deze stamvorm: |
Woorden met een stamvorm gebruiken deze stamvorm: |
||
Regel 56: | Regel 44: | ||
::'''lómë''' "nacht" → '''lómin''' (stamvorm ''lómi-'') |
::'''lómë''' "nacht" → '''lómin''' (stamvorm ''lómi-'') |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
De uitgang is -'''in''': |
De uitgang is -'''in''': |
||
Regel 64: | Regel 50: | ||
::'''elda''' "elf" → '''eldain''' |
::'''elda''' "elf" → '''eldain''' |
||
(merk op: deze uitgang vormt een tweeklank in substantieven die eindigen op -'''a''', -'''o''' or -'''u'''). |
(merk op: deze uitgang vormt een tweeklank in substantieven die eindigen op -'''a''', -'''o''' or -'''u'''). |
||
Uitzonderingen: |
Uitzonderingen: |
||
Regel 75: | Regel 60: | ||
::'''lómë''' "nacht" → '''lómín''' |
::'''lómë''' "nacht" → '''lómín''' |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
Het duaal is regelmatig: |
Het duaal is regelmatig: |
||
Regel 87: | Regel 70: | ||
(merk op: deze woorden zijn de enige Quenya-woorden die op meer dan één medeklinker eindigen). |
(merk op: deze woorden zijn de enige Quenya-woorden die op meer dan één medeklinker eindigen). |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
We voegen altijd -'''n''' toe aan de nominatief partitief meervoud: |
We voegen altijd -'''n''' toe aan de nominatief partitief meervoud: |
||
Regel 100: | Regel 81: | ||
>> [[Quenya]] >> [[Quenya/Substantieven]] >> [[Quenya/Datief]] |
>> [[Quenya]] >> [[Quenya/Substantieven]] >> [[Quenya/Datief]] |
||
{{sub}} |
|||
[[Category:Quenya|Naamvallen]] |
Huidige versie van 24 sep 2016 om 16:11
Gebruik[bewerken]
We gebruiken de datief voor het meewerkend voorwerp (dit begint meestal met het voorzetsel "aan" of "voor"):
- i nér anta i parma i eldan "de man geeft het boek aan de elf"
De woordorde is vrij omdat we het meewerkend voorwerp altijd aan de uitgang herkennen:
- i nér anta i eldan i parma "de man geeft de elf het boek"
- i eldan i nér anta i parma "aan de elf geeft de man het boek"
- i nér i eldan anta i parma
Enkele werkwoorden hebben wel een meewerkend voorwerp maar geen lijdend voorwerp:
- i vendi liltar i aranen "de meisjes dansen voor de koning"
Het werkwoord apsen- "vergeven, pardonneren" heeft een lijdend voorwerp in de datief:
- i aran apsenë i neren "de koning pardonneert de man"
(dus eigenlijk: schenkt genade aan de man).
Het substantief na het voorzetsel rá "namens" staat in de datief:
- i orco tullë rá Sauronden "de ork kwam namens Sauron"
Onpersoonlijke werkwoorden[bewerken]
De datief wordt ook gebruikt voor de ontvanger van een aantal onpersoonlijke werkwoorden:
- i seldon óla aiwion "de jongen droomt over vogels"
(zie ook: Quenya/Speciale werkwoorden)
Vorming[bewerken]
We bekijken elk getal afzonderlijk:
Enkelvoud[bewerken]
De basisuitgang is -n na klinkers en -en na medeklinkers.
Bij de meeste woorden gebruik je simpelweg deze uitgang:
- aran "koning" → aranen
- tári "koningin" → tárin
- vendë "meisje" → venden
Woorden met een stamvorm gebruiken deze stamvorm:
- nís "vrouw" → nissen (stamvorm niss-)
- curo "uitvinding" → curun (stamvorm curu-)
- lómë "nacht" → lómin (stamvorm lómi-)
Meervoud[bewerken]
De uitgang is -in:
- macil "zwaard" → macilin
- elda "elf" → eldain
(merk op: deze uitgang vormt een tweeklank in substantieven die eindigen op -a, -o or -u).
Uitzonderingen:
- woorden op -ë laten -ë vallen en krijgen -ín als uitgang:
- lassë "blad" → lassín
- woorden op -ië laten -ië vallen en krijgen -ín als uitgang:
- mornië "duisternis" → mornín
- woorden op -i (of met een stamvorm op -i) krijgen ook -ín:
- tári "koningin" → tárín
- lómë "nacht" → lómín
Duaal[bewerken]
Het duaal is regelmatig:
- u-dualen krijgen -n:
- aldu "een paar bomen" → aldun (nom.enk.: alda)
- bij t-dualen wordt de eind-t vervangen door -nt:
- ciryat "een paar schepen" → ciryant (nom.enk.: cirya)
- aranet "een paar koningen" → aranent (nom.enk.: aran)
(merk op: deze woorden zijn de enige Quenya-woorden die op meer dan één medeklinker eindigen).
Partitief meervoud[bewerken]
We voegen altijd -n toe aan de nominatief partitief meervoud:
- ciryali "enkele schepen" → ciryalin (nom.enk.: cirya)
>> Quenya >> Quenya/Substantieven >> Quenya/Datief