Sjabloon:Rekenen in de techniek/Machten van 10 delen
Uiterlijk
Gebruik
Dit sjabloon wordt in meerdere boeken gebruikt, controleer "Links naar deze pagina" om te kijken in welke boeken.
Invoertekst
{{Rekenen in de techniek/Machten van 10 delen | TheorieRekenenDelen = | TheorieExponent0en1 = }}
Parameters
Om het sjabloon in verschillende boeken te gebruiken, maar de verwijzingen naar het dan geldende boek te ztten zijn onderstaande parameters aanwezig.
- TheorieRekenenDelen
- Deze parameter verwijst naar de pagina waarop het delen met exponenten algemeen wordt besproken.
- TheorieExponent0en1
- Deze parameter verwijst naar de pagina waar het effect van de exponentne 1 en 0 wordt besproken.
Voorbeeld
{{Rekenen in de techniek/Machten van 10 delen | TheorieRekenenDelen = | TheorieExponent0en1 = Wiskunde voor MBO techniek/Exponent 1 en 0}}
Bovenstaande sjablooncall geeft onderstaand resultaat.
Delen met exponenten
Delen met exponenten verloopt iets anders dan de vermenigvuldiging. Nemen we als voorbeeld: 10000 / 100.
Delen
De eerste stap is beide getallen als macht van 10 schrijven:
Verg. 10
Schrijf je nu zowel teller als noemer uit dan krijg je:
Verg. 11
Vervolgens kunnen gelijke factoren boven en onder de deelstreep teken elkaar weggedeeld worden:
Verg. 12
Uitwerken geeft nu:
Verg. 13
of:
Verg. 14
Door het tegen elkaar wegdelen van de factoren in vergelijking 13 maak je voor elke factor in de noemer van de breuk het aantal factoren in de teller één lager: je trekt het aantal factoren in de noemer af van het aantal factoren in de teller. Je kunt bovenstaande serie vergelijkingen dus ook schrijven als:
Verg. 15
Concluse
Bij delen mag je, als de grondtallen gelijk zijn, de exponenten van elkaar aftrekken.
Regel
Gevolgen van de regel
Bij "gewone gevallen" is de regel duidelijk. Maar er zijn ook een paar, op het eerste gezicht, gekke gevolgen. Hieronder staat het effect beschreven als de exponent van de noemer groter is dan die van de teller. Hier staan twee andere effecten beschreven.
Gevolgen
De exponent van de noemer is groter dan die van de teller
De in een vorige paragraaf gevonden regel: Bij delen moet je de exponenten van elkaar aftrekken heeft een gekke consequentie. Kijk maar in het voorbeeld van 100 / 10000. De eerste stap is het omzetten van gewone getallen naar machten van 10:
verg. 16
noemer groter dan teller
toepassen van de regel over het aftrekken van de exponenten geeft nu:
verg. 17
negatieve exponent
Wat je je moet voorstellen bij het vermenigvuldigen van het getal 10 dat je min twee keer met zichzelf vermenigvuldigd kan niemand vertellen. Het is alleen wel het gevolg van de toepassing van de regel bij delen met exponenten.
Daarnaast is er echter ook de gewone uitkomst van de breuk. Je rekenmachine geeft heel netjes aan dat de uitkomst moet zijn:
Daarnaast is er echter ook de gewone uitkomst van de breuk. Je rekenmachine geeft heel netjes aan dat de uitkomst moet zijn:
verg. 18
Blijkbaar leidt de regel tot de conclusie dat ook gelezen kan worden als . Meer algemeen ziet deze regel[1] er dan als volgt uit:
verg. 19
Regel
- ↑ Strikt genomen moet je hier melden dat dit alleen voor positieve grondtallen geldt. De focus ligt hier echter op 10 als grondtal, en dat is gelukkig een positief getal.