Sindarijns/Lettergrepen

Voor Sindarijnse lettergrepen gelden de volgende fonotactische regels:

Bij een woord van één lettergreep (lad) valt de klemtoon uiteraard op die lettergreep.
Bij woorden van twee lettergrepen valt de klemtoon op de eerste lettergreep: na-neth, u-dun (hel, onderwereld)
Bij woorden van drie lettergrepen:
- Bij een lange klinker - dus ú, é, í, ý, ó - valt de klemtoon op die lange klinker. Bijvoorbeeld: sí-larim (wij schijnen)
- Bij tweeklanken valt de klemtoon op de tweeklank: adui-al (schemer)
- Bij woorden van drie lettergrepen met aan het begin een klinker gevolgd door twee medeklinkers, valt de klemtoon op de eerste klinker en medeklinker. Bijvoorbeeld: er-chamion (zoon van edelen), nif-redil, niph-redil (sneeuwdruppel) is een bloem)

In andere gevallen valt de klemtoon op de derde lettergreep. Bijvoorbeeld: laba-dal (hinkel voet).

Woordenschat

adan = mens
edhel = elf
glos = sneeuw
ail = regen
cû = boog
ithil = maan
anor = zon
man = benn
vrouw = bess
moeder = naneth
vader = adar