Sonnet 29 is een van de meer dubbelzinnige sonnetten van Shakespeare. Zo is het niet duidelijk over wie de spreker het heeft en of het woord liefde naar romantische liefde of naar platonische liefde verwijst. Eén van de theorieën is dat Sonnet 29 over homoseksuele liefde gaat, maar dat is evenmin zeker.
Originele tekst
When, in disgrace with Fortune and men's eyes,
I all alone beweep my outcast state,
And trouble deaf heaven with my bootless cries,
And look upon myself and curse my fate,
Wishing me like to one more rich in hope,
Featured like him, like him with friends possessed,
Als ik terugdenk aan mijn schande en tegenspoed, dan ween ik en vervloek ik mijn lot, daarbij anderen benijdend die beter af zijn dan ikzelf. Maar als ik aan jou denk, dan is het alsof ik zing aan de hemelpoort.