Privacy/Duiding
Privacy, privésfeer, persoonlijke levenssfeer of eigenruimte is een afweerrecht dat de persoonlijke levenssfeer beschermt. De Van Dale omschrijft privacy als de persoonlijke vrijheid, het ongehinderd, alleen, in eigen kring of met een partner ergens kunnen vertoeven; gelegenheid om zich af te zonderen, om storende invloeden van de buitenwereld te ontgaan, een toestand waarin een mens er zeker van is dat zonder zijn toestemming zo weinig mogelijk andere mensen zich op zijn terrein zullen begeven. Daarbij komt tegenwoordig:
- Zelf bepalen wie welke informatie over ons krijgt.
- De wens onbespied en onbewaakt te leven.
Het is een ruim begrip: het gaat om de bescherming van persoonsgegevens, de bescherming van het eigen lichaam en van de eigen woning, de bescherming van familie- en gezinsleven en het recht vertrouwelijk te communiceren via brief, telefoon, e-mail. Privacy betekent dat iemand dingen kan doen zonder dat de buitenwereld daar inbreuk op maakt of weet van heeft. Privacy heeft met verschillende disciplines te maken, zoals ethiek, informatiekunde en rechtsgeleerdheid.
Ethiek
[bewerken]Privacy is onderdeel van ethische kwesties. Er bestaat een spanning tussen privacy en andere belangen, zoals strafvordering en bestrijding van ongewenst gedrag. Zo zorgden de wetten in het kader van de strijd tegen terrorisme (zoals de Amerikaanse Patriot Act) voor beroering omdat ze de privacy van burgers aantastten. Voorstanders claimen dat het privacyverlies niet opweegt tegen de voordelen, zoals een bestrijding van terrorisme. Een andere kwestie betreft personalisatie van computers. Wederom is de vraag of de data-opslag opweegt tegen de voordelen van de op de gebruiker afgestemde computerfunctionaliteit.
Ethiek bindt formeel niet, wetgeving wel. Rechtsnormen zijn echter mede gebaseerd op ethische overwegingen. Ethiek kan verder gaan dan wetgeving: niet alles wat onfatsoenlijk, dus onethisch is, is onrechtmatig.
Wetgeving
[bewerken]Het recht op privacy wordt in verschillende internationale verdragen gegarandeerd. In artikel 17 van het VN-verdrag voor Burgerlijke en Politieke rechten uit 1966 staat:
- Niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privéleven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam.
- Een ieder heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging of aantasting.
Ook artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens garandeert deze rechten. Burgers van Europese landen die partij zijn bij het verdrag kunnen zich bij de rechter op dit verdrag beroepen.
Nederland
[bewerken]In Nederland is het recht op privacy vastgelegd in de artikelen 10 tot en met 13 van de Nederlandse Grondwet. Een onderdeel van privacy, de verwerking van persoonsgegevens, wordt sinds 1 september 2001 nader geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Voordien werd dit in de Wet persoonsregistraties (Wpr) geregeld. Naast de Wbp regelen onder meer de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, de Wet bescherming persoonsgegevens BES, de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES en de Wet Politiegegevens de bescherming van persoonsgegevens. De organisatie die zich met de privacy van de Nederlandse burger bezighoudt, is het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Verder zijn de volgende private organisaties actief: Bits of Freedom (privacy op het internet) en Buro Jansen & Janssen.
België
[bewerken]In België is het recht op privacy vastgelegd in artikel 22 van de Belgische Grondwet. De materie wordt verder geregeld door de wet van 8 december 1992 voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens,[1] het Koninklijk Besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en het KB van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Verantwoordelijk voor de controle is een onafhankelijk overheidsorgaan, Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (CBPL) genoemd. Naast controle nemen ze ook initiatieven tot informatieverstrekking, waarvan de belangrijkste de website 'ik beslis' is, specifiek gericht op jongeren, hun ouders en de onderwijswereld.[2]
Privacy versus veiligheid
[bewerken]De toenemende hoeveelheid wetten en regels als gevolg van (onder meer) terrorismebestrijding ("Security") leidt tot een toenemend aantal maatregelen dat strijdig lijkt met het privacybeginsel. Om te voorkomen dat inbreuk op privacy kan plaatsvinden, tracht de overheid om deze maatregelen te omgeven met waarborgen tegen het ongecontroleerde toepassing. Uitgaande van de veronderstelling dat terrorisme inbreuk tegen de persoonlijke levenssfeer kan inhouden, verhogen de veiligheidsmaatregelen het privacybeginsel.
Het steeds verder verzamelen van gegevens leidt tot een profiel voor elke burger. Op basis van dit profiel worden beslissingen genomen. De overheid en haar diensten kunnen fouten maken of info niet goed beveiligen. Hierdoor neemt de privacy weer af. Privacy en terrorismebestrijding zijn niet met elkaar te verenigen.
Privacy op het internet
[bewerken]De privacy heeft het op internet hard te verduren en kan in gedrang komen na het publiceren van een tekst, het sturen van een bericht of het invullen van een formulier. Zelfs het bezoeken van een website verraadt al een hoop over de bezoeker, bedrijven als Google, Facebook en Twitter leiden uit bezoekersgedrag zelfs gegevens af die de bezoekers ze niet vertellen.[3] Men slaagt er in om zo een profiel te maken van de persoon en diens levensstijl om dat zo te gebruiken voor gepersonaliseerd adverteren. De gebruiker kan hierop anticiperen door op te letten met het verschaffen van informatie en foto's en door zijn surfgedrag aan te passen.