Naar inhoud springen

Overleg Wikijunior:Het lichaam/Bloedsomloop

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikibooks

Suggesties voor paragrafen

[bewerken]

Bloed

[bewerken]
  • Bloed bestaat voor ± 55% uit bloedplasma en voor ± 45% uit bloedcellen en bloedplaatjes.
  • Bloedplasma: een lichtgele vloeistof.
    • Bloedplasma bestaat voor het grootste deel uit water.
    • Bloedplasma bevat eiwitten en opgeloste stoffen (o.a. zouten).
    • Functie: vervoeren van zuurstof (een klein beetje), voedingsstoffen en afvalstoffen (o.a. koolstofdioxide). Bloedplasma speelt ook een rol bij de bloedstolling.
  • Rode bloedcellen: ronde schijfjes, in het midden iets dunner dan aan de rand.
    • Cellen zonder celkern.
    • Rode bloedcellen bevatten hemoglobine.
    • Functie: vervoeren van zuurstof.
  • Witte bloedcellen: geen vaste vorm.
    • Cellen met celkern.
    • Kunnen door de wand van haarvaten heen.
    • Functie: afweer tegen ziekteverwekkers, bijv. door bacteriën in te sluiten.
  • Bloedplaatjes: delen van uiteengevallen cellen, zonder celkern.
    • Functie: bloedstolling.

Bloedarmoede, etter en trombose

[bewerken]
  • Bloedarmoede: het bloed bevat te weinig hemoglobine. Daardoor kan iemand zich steeds zwak en moe voelen.
    • Mogelijke oorzaak: het voedsel bevat te weinig ijzerzouten (voor de vorming van hemoglobine is ijzer nodig).
  • Etter: dode witte bloedcellen met gedode bacteriën.
  • Trombose: een bloedstolsel binnen een bloedvat.
    • Het bloedvat kan hierdoor worden afgesloten.

Bloedsomloop

[bewerken]
  • Dubbele bloedsomloop: per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart.
  • Kleine bloedsomloop: hart – longen – hart.
    • Functie: zuurstof opnemen in het bloed en koolstofdioxide afgeven aan de lucht.
  • Grote bloedsomloop: hart – rest van het lichaam – hart.
    • Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed.

Bloedvaten

[bewerken]
  • Slagaders:
    • hierdoor stroomt bloed van het hart weg;
    • hoge bloeddruk;
    • dikke, stevige en elastische wand;
    • 'slag' merkbaar, o.a. in de polsen;
    • meestal diep in het lichaam gelegen;
    • alleen halvemaanvormige kleppen (aan het begin van longslagader en aorta).
  • Haarvaten:
    • wand van één cellaag dik;
    • witte bloedcellen en vocht met zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen (o.a. koolstofdioxide) kunnen door de wand.
  • Aders:
    • hierdoor stroomt bloed naar het hart toe;
    • lage bloeddruk;
    • dunne wand;
    • geen 'slag' merkbaar;
    • meestal ondiep in het lichaam gelegen;
    • op veel plaatsen liggen kleppen die verhinderen dat het bloed terugstroomt.

Zuurstofgehalte en stroomrichting

[bewerken]
  • Kleine bloedsomloop: longslagaders – longaders.
    • Door de longslagaders stroomt zuurstofarm bloed.
    • Door de longaders stroomt zuurstofrijk bloed.
  • Grote bloedsomloop: aorta – armslagaders – armaders – halsslagaders – halsaders – verslagader – leverader – darmslagader – poortader – nierslagaders – nieraders – beenslagaders – beenaders – onderste holle ader – bovenste holle ader.
    • De meeste slagaders zijn genoemd naar het orgaan waar ze bloed naar toevoeren. Door deze slagaders stroomt zuurstofrijk bloed.
    • De meeste aders zijn genoemd naar het orgaan waar ze bloed van wegvoeren. Door deze aders stroomt zuurstofarm bloed.
    • Door de poortader stroomt zuurstofarm bloed van de wand van het darmkanaal naar de lever.

Afwijkingen in de bloeddruk

[bewerken]
  • Lage bloeddruk.
    • Mensen met een te lage bloeddruk hebben vaak last van hoofdpijn en duizelingen.
    • Een te lage bloeddruk is een onschuldige afwijking.
  • Hoge bloeddruk.
    • Te hoge bloeddruk vergroot de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.
    • De oorzaak van een te hoge bloeddruk is vaak niet bekend.

Hartinfarct

[bewerken]
  • Hartinfarct: een kransslagader of een aftakking ervan raakt verstopt.
    • Een deel van de hartspier krijgt geen zuurstof en voedingsstoffen meer. Hierdoor sterft dit deel van de hartspier af.
    • Een hartinfarct kan worden veroorzaakt door aderverkalking.
  • Aderverkalking: vernauwing van de bloedvaten.
    • Oorzaak: door een hoog cholesterolgehalte van het bloed wordt cholesterol (vaak ook kalk) afgezet tegen de binnenwand van de bloedvaten.
  • Je kunt de kans op een hartinfarct verkleinen door een gezonde leefwijze:
    • eet niet te veel vette voedingsmiddelen;
    • rook niet;
    • zorg voor regelmatige lichaamsbeweging;
    • vermijd stress.

Nieren en urinewegen

[bewerken]
  • Nier: bestaat van buiten naar binnen uit nierschors, niermerg en nierbekken.
    • Functie: afvalstoffen, overtollig water, overtollige zouten en schadelijke stoffen uit het bloed verwijderen. De verwijderde stoffen samen heten urine.
    • Nierschors en niermerg vormen de urine.
    • In de nierbekkens wordt de urine verzameld.
  • Urineleiders: voeren de urine af van de nieren naar de urineblaas.
  • Urineblaas: hierin wordt de urine tijdelijk opgeslagen.
  • Urinebuis: voert de urine af uit het lichaam.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.