Oudgrieks/Blok 2/2-Grammatica: imperfectum
Het imperfectum is één van de drie verleden tijden in het Grieks. De imperfectum is in het Nederlands gelijk aan de onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) en wordt ook op die manier vertaald. Het imperfectum geeft aan wanneer een handeling of situatie zich in het verleden afspeelt.
Het imperfectum wordt in het Grieks op een eenvoudige manier gevormd, maar er zijn ook een aantal uitzonderingen die minder makkelijk zijn.
Vorming
[bewerken]Stam
[bewerken]Voor elke werkwoordsvorm is er een stam nodig. Deze is, indien regelmatig, gelijk aan de woordenboekvorm praesens zonder -ω, dus de stam van λυω is λυ- en de stam van ποιεω is ποιε-. Als de stam gevormd is, gebeurt er iets geks bij de verleden tijden; er komt voor de stam een ἐ- (epsilon met spiritus lenis) te staan. Deze epsilon die voor de stam verschijnt in een verleden tijd heet een augment. Deze benaming afkomstig van het Latijnse werkwoord augere, wat 'vergroten, vermeerderen' betekent. Het augment duidt erop dat het werkwoord in de verleden tijd staat. De stam van een werkwoord in de imperfectum bestaat dan uit augment + praesensstam.
Uitgang
[bewerken]De uitgang van de imperfectum is eenvoudig, deze is namelijk altijd regelmatig en geldt voor alle werkwoorden (behalve εἰμι). De uitgangen zijn wel variabel wat betreft de stam van een werkwoord. Als de stam op een -ε eindigt (werkwoorden zoals ποιεω), ontstaat er een botsing tussen de stam en de uitgang. Daarom krijgen werkwoorden op -εω een iets andere uitgang.
Persoon Type λυω Type ποιεω 1e persoon enkelvoud ἐλυον ἐποιουν 2e persoon enkelvoud ἐλυες ἐποιεις 3e persoon enkelvoud ἐλυε(ν) ἐποιει 1e persoon meervoud ἐλυομεν ἐποιοῦμεν 2e persoon meervoud ἐλυετε ἐποιεῖτε 3e persoon meervoud ἐλυον ἐποιουν
- De eerste persoon enkelvoud en de derde persoon meervoud zijn gelijk aan elkaar, alleen in de context kan afgeleid worden over welke persoon het gaat.
- Bij de derde persoon enkelvoud type λυω wordt de eind -ν gebruikt zodra het volgende woord in de zin met een klinker begint óf als dit het laatste woord in de zin is.
- Alleen bij de eerste en tweede persoon meervoud type ποιεω wordt er een kringetje geplaatst, bij de rest van de rijtjes niet.
Onregelmatigheden
[bewerken]Augment en stam
[bewerken]De vorming van een stam in de imperfectum kan echter ook onregelmatig zijn. Dit is van toepassing als de praesensstam al begint met een klinker. Als de praesensstam reeds met een klinker begint vormt dit een botsing met het augment dat niet direct naast een klinker kan staan. Om te voorkomen dat er een werkwoord zonder augment noch wijzigingen in de praesensstam ontstaat, wordt de klinker van de praesensstam verlengd. De verlenging geschiedt als volgt:
α wordt η --> voorbeeld: ἀρχω --> ἠρχον |
ε wordt η --> voorbeeld: ἐθελω --> ἠθελον |
ο wordt ω --> voorbeeld: ὁρμεω --> ὡρμουν |
η blijft η --> voorbeeld: ἡκω --> ἠκον |
ω blijft ω --> voorbeeld: ὠφελεω --> ὠφελουν |
ι blijft ι --> voorbeeld: ἱκετευω --> ἱκετευον |
υ blijft υ --> voorbeeld: ὑβριζω --> ὑβριζον |
αι wordt ῃ --> voorbeeld: αἰρω --> ᾐρον |
οι wordt ῳ --> voorbeeld: οἰκεω --> ᾠκουν |
ευ wordt ηυ --> voorbeeld: εὑρισκω --> ηὑρισκον |
- Als een imperfectum met een -η begint kan dat erop duiden dat de praesensstam met een α, ε of η begint.
- Bij sommige werkwoorden kan het onduidelijk zijn of er een praesensvorm of imperfectum staat, zoals: ἡκομεν. Dit betekent zowel 'Wij komen' als 'Wij kwamen', uit de context moet dan de tijd worden bepaald.
- Een uitzondering op deze regel is het woord ἐχω, dat de imperfectumstam εἶχ- heeft.
Εἰμι
[bewerken]Het werkwoord εἰμι is volledig onregelmatig, zowel in de stam als in de uitgang. Bij de vervoeging van εἰμι zijn er op alle rijtjes kringetjes aanwezig en kunnen de eerste persoon enkelvoud en de derde persoon enkelvoud gelijk aan elkaar zijn (bij regelmatige werkwoorden zijn juist de eerste persoon enkelvoud en de derde persoon meervoud gelijk aan elkaar).
Persoon εἰμι 1e persoon enkelvoud ἦ(ν) 2e persoon enkelvoud ἦσθα 3e persoon enkelvoud ἦν 1e persoon meervoud ἦμεν 2e persoon meervoud ἦτε 3e persoon meervoud ἦσαν
Gebruik
[bewerken]De imperfectum is één van de drie verleden tijden in het Grieks. Al die verleden tijden hebben hun eigen gebruik. De imperfectum wordt gebruikt wanneer er sprake is van:
- De omschrijving van een permanente gebeurtenis in het verleden
- Een gebeurtenis waarbij het accent ligt op de tijd; de handeling gebeurde TOEN.
- Een begonnen, onvoltooide handeling te beschrijven.
De nadruk op het tijdsaspect is altijd aanwezig in een Grieks imperfectum, maar tussen een permanente gebeurtenis en een onvoltooide handeling kunnen afwisselingen mogelijk zijn.