Oudgrieks/Blok 1/2-Grammatica: het werkwoord
Uiterlijk
Misschien heb je al enkele nieuwe werkwoordsuitgangen gezien in deze tekst die je al dan niet kon vertalen doordat er een persoonlijk voornaamwoord bij stond. In deze tekst kwamen de overige vier vormen voor: eerste en tweede persoon enkel- en meervoud; ik, jij, wij en jullie. Ook van het werkwoord zijn is een aantal nieuwe vormen voorgekomen. Hieronder staan de uitgangen van de regelmatige werkwoorden en het volledige rijtje van zijn, εἰμὶ.
Praesens actief
[bewerken]enkelvoud | meervoud | |
eerste | λύω | λύομεν |
tweede | λύεις | λύετε |
derde | λύει | λύουσι(ν) |
Het werkwoord zijn
[bewerken]enkelvoud | meervoud | |
eerste | εἰμὶ | ἐσμέν |
tweede | εἶ | ἐστέ |
derde | ἐστί(ν) | εἰσί(ν) |
← Blok 1/Les 2/Grammatica: vocativus || Blok 1/Les 2/Grammatica: het werkwoord || Blok 1/Les 2/Grammatica: oefeningen → |