Naar inhoud springen

Onderwijsniveau/Voortgezet onderwijs

Uit Wikibooks

Het voortgezet onderwijs in Nederland biedt een gedifferentieerd systeem dat is ontworpen om aan de uiteenlopende behoeften, vaardigheden en ambities van leerlingen te voldoen. Het systeem bestaat uit verschillende onderwijstypen, waarvan de belangrijkste zijn het Praktijkonderwijs, de Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs (HAVO) en het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO). Deze onderwijstypen bereiden leerlingen voor op vervolgonderwijs of de arbeidsmarkt met een aanpak die varieert van zeer praktisch tot theoretisch.

Elk onderwijstype binnen het Nederlandse voortgezet onderwijssysteem speelt een cruciale rol in het voorbereiden van jongeren op hun toekomstige carrières en studie. Door een breed scala aan onderwijsvormen te bieden, streeft het systeem ernaar om elke leerling op de meest geschikte en persoonlijke manier te ondersteunen.

De schoolgids is een document dat jaarlijks aan ouders en leerlingen informatie verstrekt over het functioneren van een school. Sinds 1 januari 1999 moeten alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs jaarlijks een schoolgids opstellen. Deze jaarlijkse schoolgids geeft aan ouders en leerlingen informatie over het functioneren van de school. Het geeft inzicht in de praktijk van de school, de doelen die worden nagestreefd, de activiteiten die daartoe worden ondernomen en de resultaten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de zorg voor het jonge kind, de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, de wijze waarop de verplichte onderwijstijd wordt benut, de ouderbijdrage en een ontwerp van de overeenkomst, de rechten en plichten van ouders, leerlingen en bevoegd gezag en de wijze waarop het bevoegd gezag omgaat met sponsorbijdragen.

Voor scholen in het voortgezet onderwijs gelden voorschriften voor de wijze waarop resultaten in de schoolgids worden weergegeven. Zij moeten in hun schoolgids het percentage leerlingen vermelden dat doorstroomt naar een hoger leerjaar of een ander soort onderwijs, het percentage leerlingen dat de school zonder diploma verlaat en het percentage leerlingen dat voor het eindexamen slaagt. Verder wordt via de schoolgids ook inzicht gegeven in de beschikbare onderwijstijd en zaken als het voorkomen van lesuitval en schoolverzuim. Ouders krijgen deze gids via de school vóór aanvang van het schooljaar.

Praktijkonderwijs

[bewerken]

Het praktijkonderwijs is gericht op leerlingen van 12 tot 18 jaar voor wie de overige vormen van voortgezet onderwijs minder geschikt zijn. Het doel is om deze leerlingen zodanig voor te bereiden dat ze zelfstandig kunnen deelnemen aan de maatschappij en de arbeidsmarkt. Het curriculum is voornamelijk praktisch van aard en omvat vaardigheden zoals koken, schoonmaken, techniek en eenvoudige administratie. Daarnaast wordt aandacht besteed aan sociale vaardigheden en zelfredzaamheid.

HAVO

[bewerken]

De Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs (HAVO) duurt vijf jaar en is bedoeld voor leerlingen van ongeveer 12 tot 17 jaar. De HAVO bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Het curriculum legt een sterke nadruk op algemene ontwikkeling en biedt daarnaast ruimte voor specialisatie in de bovenbouw, waar leerlingen een profiel kiezen. Dit profiel bestaat uit een combinatie van vakken die past bij de interesse en de toekomstplannen van de leerling.

Het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO) heeft een duur van zes jaar en richt zich op leerlingen van ongeveer 12 tot 18 jaar met een academische inslag. Het VWO bereidt leerlingen voor op het universitair onderwijs. Er zijn twee hoofdtypen VWO: het atheneum en het gymnasium, waarbij het gymnasium ook klassieke talen zoals Latijn en Grieks omvat. Net als bij de HAVO kiezen leerlingen in de bovenbouw een profiel dat aansluit bij hun interesses en toekomstige studieplannen.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.