Manifest van de angst/Hoofdstuk5 Surrealistisch manifest

Uit Wikibooks
« Deze zomer zijn de rozen blauw; het bos is van glas. De aarde gehuld in haar mantel van groen doet me even weinig als een spook. Leven en ophouden te leven zijn denkbeeldige oplossingen. Het bestaan is elders. »
(Slotwoord, eerste surrealistische manifest.)
Op 26 april 1937 bombarderen Duitse en Italiaanse bommenwerpers de Baskische stad Guernica. Het eerste Europese terreurbombardement zou herhaald worden in onder meer Rotterdam (foto) en Dresden en in Kortrijk, Lokeren en Mortsel. Al deze steden werden grotendeels vernield. Picasso toont de stad Guernica tijdens het bombardement: chaos is voelbaar. Achtergrond en voorgrond tonen geen verschil tussen binnen en buiten. Wie in de jaren tachtig en negentig op de sociale school in Kortrijk studeerde, kon niet naast het werk kijken. De oude huissocioloog had een repro naast zijn bureau hangen.

De wereld na 1918: surréalité[bewerken]

Na de oorlog stelt André Breton zijn opvattingen omtrent het surrealisme te boek. Het Manifeste du Surrealisme uit 1924 protesteert tegen het dominante rationalisme, de logica en de optimistische grote verhalen die uitmonden in de wereldbrand. Geïnspireerd door Sigmund Freud en Karl Marx stelt de surrealist de vrije associatie, de droom en het onbewuste centraal. Na de Somme, Verdun en Passendale is het duidelijk dat het irrationele mensen drijft. Daaraan toegeven en het innerlijke bevrijden van de burgerlijke barrières van staat en gezin, religie en moraal, moet de herhaling van de oorlog vermijden. Surréalité versmelt ogenschijnlijke tegenstrijdigheden: droom en werkelijkheid. Het is geen puur artistieke beweging. De surrealist speurt naar de duistere diepte van de menselijke geest via de interesse in zelfmoord, l’écriture automatique en doelloze wandelingen, een absoluut non-conformisme en het afzweren van reguliere arbeid, de lofzang op l’amour fou en het frequenteren van bordelen. Volle inzet is vereist. In tegenstelling tot de ‘l'art pour l'art’ van het decadentisme streeft de beweging niet naar instant egocentrisch genot, maar ageren ze met een intentie die lijkt op het communisme. Schrijver-dichter Georges Bataille, schilders Salvador Dali en Rene Magritte, fotograaf Man Ray en regisseur Luis Bunuel zijn partijleden. Afwijken van de leer wordt niet geduld. Anders is de surrealistische en communistische revolutie onmogelijk.

De wereld na 1945: Cobra[bewerken]

Het Belgische surrealisme mondt na de tweede wereldoorlog uit in de Cobrabeweging met de Brusselaar Christian Dotremont voorop. Cobra presenteert het surrealisme in een ‘verbeterde’ vorm. Bij de opening van de eerste tentoonstelling in 1949 spreken de kranten schande over de provocatie. "Geklad, Geklets en Geklodder in het Stedelijk Museum" kopt Het Vrije Volk. Cobra slaat een andere weg in maar heeft veel van doen met het surrealisme: de afwijzing van het individualisme en het planmatige, de voorkeur voor samenwerking, creativiteit, fantasie en spontaniteit.[1] Inspiratie halen ze bij kinderen, geestelijk gehandicapten en primitieve samenlevingen. Constant gaat in zijn manifesten in op de maatschappelijke rol van de kunstenaar en schildert, gestimuleerd door de dreigende Koreacrisis, oorlogsverschrikkingen. Massa’s schilderijen, tekeningen en prenten vormen de serie ‘Verschroeide aarde’ en ademen de sfeer van angst, chaos, destructie, dreiging, paniek en geweld. De motieven doken eerder op in Picasso’s ‘Guernica’.[2] Waar Picasso agressieve, puntige vormen gebruikt, schildert Constant kinderlijk: een radeloze vrouw met een dood kind, een brandend huis, een gevallen fietser, hulpelozen die hun handen ten hemel heffen tegen een achtergrond van destructie.

Noch het Surrealisme, noch de Cobrabeweging, noch de hippiebeweging verhinderen de ruwweg 170.000.000 (170 miljoen) oorlogsslachtoffers in de afgelopen twintigste eeuw (en niet alleen de zes miljoen joden waarover de schoolboeken schrijven). Democide is grootschalig dodelijk staatsgeweld tegen ongewapende burgers. Deelverzamelingen zijn: genocide (een bewust geplande vernietiging van een bevolkingsgroep), Holocaust (de Jodenvervolging in de tweede wereldoorlog) en de hecatombe (een eerder onbedoelde grootschalige slachting als ‘collateral damage’ van een ziekelijke, roofzuchtig winstbejag.[3]

Democide[bewerken]

Dachau: Arbeid Macht Frei
« Zou elke seconde van ons leven zich oneindig herhalen, dan zijn we vastgenageld aan de eeuwigheid zoals Jezus Christus aan het kruis. Dat is een verschrikkelijk vooruitzicht. In de wereld van de eeuwige terugkeer rust op elke handeling het gewicht van een ondraaglijke verantwoordelijkheid. Daarom noemde Nietzsche de idee van de eeuwige terugkeer de zwaarste last (das schwerste Gewicht). »

Uit het meest sinistere boek ooit, de ‘Statistics of Democide’ blijkt dat vier regimes meer dan tien miljoen mensenlevens op hun geweten hebben, elf regimes vermoordden meer dan één miljoen burgers.[4] Saddams Irak behoort ‘slechts’ tot de groep van zevenenveertig regimes met meer dan honderdduizend doden. Holocausttheorieën die zich vastbijten in het antisemitisme en de kwaadwillige nazitop werken geruststellend maar overschreden hun houdbaarheidsdatum. De theorieën stellen een groepje met bizarre meningen verantwoordelijk voor het uitroeien van joden, zigeuners en gehandicapten. De Holocaust beschouwen als een diepe collectieve morele ontsporing – die eigen is aan de bureaucratische mens in de twintigste eeuw – is niet alleen juister, het is vooral verontrustender. Het betekent dat de massale vervolging, met technologie, bureaucratie, repressie- en manipulatie morgen op een andere locatie en tegen een andere groep kan plaatsgrijpen. Het probleem is zoals Daniel Goldhagen het uitdrukt, “de soepelheid, de ongelooflijke soepelheid” van de razzia’s, de stiptheid van de treinen en de efficiëntie van de executies. De Holocaust was geen zoveelste antisemitische gruweldaad die de Europese geschiedenis kenmerkt, beklemtoont Geert Mak in 'In Europa'. Het was een bureaucratisch exces waaraan honderdduizenden Europeanen probleemloos deelnamen omdat ze de orde en de regelmaat van het kantoor hoger waarderen dan hun eigen geweten. Sebastian Haffner beschrijft Albert Speer in 1944 in 'The Observer'. Geen protserige nazi, maar briljant, hoffelijk en niet corrupt, een klasseloze technocraat die carrière zal maken. Die lichtheid, dat niet-nadenken, dat conformisme bedient de schrikwekkende machinerie tot het uiterste. Is de studie van het non-conformisme mogelijk een antigif voor genocide?

Voetnoten[bewerken]

  1. In België liggen het Surrealisme en de Cobra in elkaars verlengde. In 1948 ondertekenen Dotremont en zijn collega’s uit Kopenhagen en Amsterdam het manifest 'La Cause était entendue.' ‘De zaak was beklonken’ is het grondig oneens met het Franse surrealisten die 'La Cause est entendue' (De zaak is beklonken) heet.
  2. Op 26 april 1937 – tijdens de Spaanse burgeroorlog - bombarderen Duitse en Italiaanse bommenwerpers de Baskische stad Guernica. Het eerste Europese terreurbombardement zou zich herhalen in Rotterdam, Dresden, Kortrijk, Lokeren en Mortsel. Picasso toont de stad tijdens het bombardement: de chaos is voelbaar. Achtergrond en voorgrond tonen geen verschil tussen binnen en buiten. Wie in de jaren tachtig en negentig op de sociale school in Kortrijk studeerde, kon niet naast het werk kijken. De huissocioloog Stefaan Lievens had naast zijn bureau een kopie hangen.
  3. David Van Reybrouck gebruikt de term hecatombe in zijn boek over Congo. De term verwijst naar het oud-Griekse offer van 100 stieren, in dit geval een niet te bepalen aantal mensen die direct of indirect stierven als gevolg van de rubberpolitiek van Leopold II sinds 1888, met de uitvinding van de opblaasbare rubberband door John Boyd Dunlop. VAN REYBROUCK D. Congo. Een geschiedenis, De Bezige Bij, Amsterdam, 2010, p. 109.
  4. ACHTERHUIS H. Met alle geweld. Een filosofische zoektocht, Lemniscaat, Rotterdam, 2008, p. 159-160.

Navigatie[bewerken]

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.