Maatschappijleer/Werkboek maken voor de brugklas
Je gaat een werkboek maken op A4-formaat voor het eerste en eventueel het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs. Dit werkboek gaat over één van de volgende onderwerpen:
- Politiek in Nederland
- De pluriforme samenleving
- Nederland en de wereld
Let op:
- Schrijf het helemaal zelf
- Gebruik in totaal tussen de 2500 en 3000 woorden verdeeld over 4 tot 6 hoofdstukken
- Let op spelling, zinsbouw en opmaak
- Vermeld bronnen
Keuze 1 - Politiek in Nederland
[bewerken]Dit onderwerp gaat onder andere over wat politiek is, hoe stemmen werkt, welke ideeën er zijn in de politiek, wat een parlementaire democratie inhoudt, hoe Nederland bestuurd wordt, wat het parlement precies doet en wat de rol is van het gemeentebestuur en het provinciebestuur.
Keuze 2 - De pluriforme samenleving
[bewerken]Hier gaat het over verschillende culturen in Nederland, hoe mensen denken over groepen of personen die anders dan zijzelf, welke groepen in de afgelopen 70 jaar naar Nederland zijn gemigreerd, wat de problemen zijn rondom migratie, hoe nieuwkomers integreren en wat verschillende cultuurgroepen in Nederland geloven.
Keuze 3 - Nederland en de wereld
[bewerken]Dit derde onderwerp gaat over de verschillende manieren waarop mensen met elkaar verbonden zijn, welke problemen voorbij de landsgrenzen reiken (bijvoorbeeld vervuiling), hoe we samen aan een betere wereld kunnen werken, hoe mensen leven in landen zonder democratie, wat de rol is van de VN en Europese Unie en hoe mensen in Nederland denken over de Europese samenwerking.
Aanpak
[bewerken]Je kunt de volgende stappen als leidraad gebruiken. Verwerk alle genoemde onderdelen in het werkboek. Je kunt dit als een checklist zien. Werk bij voorkeur in een online-tekstverwerker (Google Drive, One Drive of iCloud - zodat je het goed kunt bewaren en gemakkelijk kunt delen). Lees voordat je begint eerst de alle stappen door.
Titel en voorblad
[bewerken]Zet de titel duidelijk op de eerste bladzijde. Zet er ook bij voor welke klas. Eerste en tweede leerjaar voortgezet onderwijs. Zoek een passende afbeelding op de voorkant.
Inhoudsopgave
[bewerken]De inhoudsopgave maak je aan het einde als alle onderdelen op hun plek staan. Zorg voor een bladzijdenummering.
De hoofdstukken
[bewerken]Je maakt tussen de 4 en 6 hoofdstukken. Je mag deze verdeling zelf bepalen maar zorg wel dat de genoemde onderwerpen besproken worden. Bij elk hoofdstuk zit in elk geval:
- een tekst met informatie over het onderwerp (zelf geschreven);
- een bron (bijvoorbeeld een korte tekst van https://prodemos.nl, https://jeugdjournaal.nl, https://schooltv.nl, etc.);
- vijf tot tien vragen over het onderwerp;
- een afbeelding.
Bronvermelding en informatie
[bewerken]In de bronvermelding staan de links naar de webpagina's waar je de informatie vandaan hebt. Dit moet precies zijn. Dus een link naar een specifiek artikel of stuk informatie en niet algemene websites https://prodemos.nl is bijvoorbeeld een handige site maar ook op https://schooltv.nl vind je veel informatie.
Bijlage
[bewerken]In een bijlage achterin staan de antwoorden op de vragen. De vragen moeten dus duidelijk genummerd zijn zodat deze nagekeken kunnen worden.
Taalgebruik en aantal woorden
[bewerken]Let erop dat het geheel leesbaar moet zijn voor leerlingen vanaf 12 jaar. Moeilijke woorden moeten dus worden uitgelegd en je moet de informatie die je gebruikt (van internet haalt) dus als het ware 'vertalen' naar eenvoudig Nederlands.
Het hele werkboek heeft minimaal 2500 en maximaal 3000 woorden. Inclusief bronmateriaal. Als je dus langere bronnen gebruikt hoef je minder zelf te typen, maar let wel op dat de bronnen passen bij het onderwerp en de leeftijd. Dus dat ze niet dienen als 'vulling'.
Bij alle bronnen staat onderaan de link naar de plek waar het vandaan komt.
Lettertype, opmaak en leesbaarheid
[bewerken]Gebruik Arial of Verdana 12 voor de teksten. De koppen en tussenkopjes iets groter. Maak gebruik van alinea's en witregels. Zorg dat de vragen duidelijk te onderscheiden zijn van de tekst en bronnen. Maak de zinnen niet te lang (in verband met de leesbaarheid) en zorg nogmaals dat leerlingen vanaf 12 jaar de teksten goed kunnen begrijpen.