Maatschappijleer/Onderzoeksvragen
Uiterlijk
- ▢ Hoe kunnen moderne media en het gebruik van digitale hulpmiddelen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kritische denkvaardigheden bij leerlingen in het voortgezet onderwijs?
- ▢ Wat verstaan we onder moderne media en digitale hulpmiddelen?
- ▢ Welke worden waar, wanneer en hoe ingezet?
- ▢ Wat zijn succesvolle en minder succesvolle ervaringen met ICT in het onderwijs?
- ▢ Welke hulpmiddelen zijn er (al) voor de maatschappijvakken en waar liggen kansen?
- ▢ Waar, wanneer en hoe wordt er gewerkt aan kritische denkvaardigheden in het basisonderwijs en mbo?
- ▢ In hoeverre wordt dit door basisscholen voorbereid?
- ▢ Op wat voor manier wordt dit op het mbo voortgezet?
- ▢ Hoe werken we in het vo aan:
- ▢ informatie (-bronnen) op waarde weten te schatten.
- ▢ daarbij het onderscheid kunnen maken tussen argumenten, beweringen, feiten en aannames.
- ▢ het perspectief van anderen kunnen innemen.
- ▢ kunnen nadenken over hoe eigen opvattingen, beslissingen en handelingen tot stand komen.
- ▢ informatie (-bronnen) op waarde weten te schatten.
- ▢ Hoe heeft het schoolvak maatschappijleer/-kunde zich in de afgelopen decennia ontwikkeld?
- ▢ Op welke onderwerpen ligt de nadruk vroeger en nu?
- ▢ Wat willen we dat leerlingen weten en kunnen?
- ▢ Tegen welke achtergrond willen we dat leerlingen dit weten en kunnen?
- ▢ Wat hebben leerlingen nodig om zich de lesstof eigen te maken?
- ▢ Welk(e) lesstof en lesmateriaal en werkvormen?
- ▢ Naar de toets toe werken of gericht aan (eigen) doelen werken?
- ▢ Hoe te evalueren tijdens de lessen (en daarbuiten)?
- ▢ Problemen in de afstemming/motivatie bij leerlingen:
- ▢ wat zijn de voornaamste?
- ▢ wat zijn de oorzaken?
- ▢ hoe kunnen ze worden voorkomen?