Maatschappijleer/Maatschappijleer 5 vwo/Verzorgingsstaat II
Uiterlijk
Verzorgingsstaat II
Waarom werken we?
BEHOEFTEN
Vijf basisbehoeften:
→
→
→
→
→
BETEKENIS VAN WERK
Arbeidsethos ...
Schrijf 100 woorden over de geschiedenis van werk. Vanaf de klassieke oudheid tot heden (en misschien de toekomst).
SOCIALE ONGELIJKHEID
Sociale privileges
Sociaal kapitaal
Maatschappelijke positie
→
→
→
→
BESCHRIJVING |
- Welke bewering is juist?
- a. Door de verzorgingsstaat is de materiële noodzaak om te werken verdwenen.*
- b. In Nederland is werk voor vrijwel alle mensen op de eerste plaats een vorm van zelfrealisatie.
- c. Beide beweringen zijn juist.
- d. Beide beweringen zijn onjuist.
In de functies van werk zit een logische volgorde. Maslow zegt dat mensen zich pas kunnen richten op een hogere basisbehoefte, als de basisbehoeften op de lagere niveaus al bevredigd zijn. |
- Welke volgorde is juist?
- a. Lichamelijke behoeften – Zekerheid – Sociale behoeften – Erkenning en waardering – Zelfrealisatie.*
- b. Zekerheid – Lichamelijke behoeften – Sociale behoeften – Erkenning en waardering – Zelfrealisatie.
- c. Lichamelijke behoeften – Zekerheid – Erkenning en waardering – Sociale behoeften – Zelfrealisatie.
- d. Lichamelijke behoeften – Sociale behoeften – Zekerheid – Erkenning en waardering – Zelfrealisatie.
Hieronder zie je drie opvattingen over de betekenis van werk: I. Arbeid is een noodzakelijk kwaad. |
- Voor welke periode zijn deze vormen van arbeidsethos kenmerkend?
- a. I hoort bij oudheid, II hoort bij de twintigste eeuw, III hoort bij de middeleeuwen.
- b. I hoort bij de middeleeuwen, II hoort bij het heden, III hoort bij de negentiende eeuw.*
- c. I hoort bij de oudheid, II, hoort bij de negentiende eeuw, III hoort bij het heden.
- d I hoort bij de negentiende eeuw, II hoort bij het heden, III hoort bij de twintigste eeuw.