Hangende tuinen van Babylon
De Hangende Tuinen van Babylon worden vaak beschouwd als een van de Zeven Wereldwonderen van de Antieke Wereld. Deze prachtige tuinen zouden in de stad Babylon hebben gestaan, nabij het huidige Hillah, Babil provincie, in Irak. Volgens de overlevering werden de tuinen in de 6e eeuw v.Chr. aangelegd in opdracht van koning Nebukadnezar II, als geschenk voor zijn vrouw Amytis van Medië, die heimwee had naar het groene landschap en de bergen van haar jeugd.
De beschrijvingen van de tuinen komen vooral uit Griekse bronnen, zoals Berossus en Strabo, maar er zijn geen Babylonische bronnen die de tuinen expliciet noemen, wat leidt tot speculatie over hun werkelijke bestaan en locatie. Er wordt gesuggereerd dat de tuinen een ingenieus irrigatiesysteem hadden, mogelijk een voorbeeld van de eerste verticale tuinen, waarbij water vanuit de rivier de Eufraat naar de tuinen werd getransporteerd.
De precieze verschijning en structuur van de Hangende Tuinen zijn onbekend, maar ze worden vaak afgebeeld als een reeks terrassen, gevuld met allerlei soorten bomen, struiken, en bloemen, die een kunstmatige berg vormden. Dit zou een indrukwekkende technische prestatie zijn geweest, vooral in de antieke wereld.
Ondanks talloze opgravingen in het gebied van Babylon, hebben archeologen nog geen onweerlegbaar bewijs gevonden dat de legendarische tuinen daar werkelijk hebben bestaan. Dit heeft geleid tot verschillende theorieën, waaronder dat de tuinen mogelijk elders hebben gestaan of dat ze slechts een mythisch concept waren.
De Hangende Tuinen van Babylon blijven een onderwerp van fascinatie en mysterie, een symbool van de pracht en innovatie van de antieke wereld, ongeacht of ze nu werkelijk hebben bestaan of niet.