Gebruiker:Lokixx~nlwikibooks/Zweeds/Les2
Uiterlijk
Lidwoorden
[bewerken]Het Zweeds heeft 2 soorten lidwoorden, namelijk en en ett. Je kan deze woorden vertalen als een. Voorbeeld:
- en pojke : een jongen
- ett hus: een huis
In het Zweeds komt, als je een bepaald lidwoord wilt maken, de en of ett achter het woord. Voorbeeld:
- pojken : de jongen
- huset : het huis
Let op: Voeg bij ett-woorden geen -ett toe, maar -et.
Zelfstandige naamwoorden
[bewerken]...
Werkwoorden in de tegenwoordige tijd
[bewerken]Net zoals in het Engels, heeft het Zweeds ook in de onbepaalde wijs een woordje voor het werkwoord, in het Zweeds is dat att. Voorbeeld: (let op de Engelstalige vergelijking)
Zweeds | Nederlands | Engels |
---|---|---|
att arbeta | werken | to work |
att bo | wonen | to live |
De vervoeging van het werkwoord is, tegenover het Nederlands, erg simpel. We vervoegen als voorbeeld het werkwoord 'zijn' (att vara).
Zweeds | Nederlands |
---|---|
jag är | ik ben |
du är | jij bent |
han/hon är | hij/zij is |
vi är | wij zijn |
ni är | jullie zijn |
de är | zij zijn |