Naar inhoud springen

Gebruiker:Laudaka/aantekeningen/woordenboeken taalcursussen – standaardisatie afkortingen

Uit Wikibooks

Hieronder voorbeelden van standaardisatie van afkortingen, en ook voorbeelden van standaardisatie van commentaar en andere dingen.

Voorbeelden van de afkortingen uit het Nederlandse wikiwoordenboek/wiktionary

[bewerken]

Hier als voorbeeld het woord casa, en dan alleen het stuk over de betekenissen van het woord casa in het Spaans. De opmaak is maar ongeveer hetzelfde, het belangrijkste is wat cursief óf vet óf normaal is, en welke afkortingen gebruikt worden. Spaans
Uitspraak

  • IPA: /ˈkasa/

Woordafbreking

  • ca·sa

Zelfstandig naamwoord

casa v
  1. huis, woning
  2. thuis
«Nos quedamos en casa
We bleven thuis.

Werkwoord

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar

Voorbeelden van hier (wikibooks/wikiboeken) van “Italiaans/Woordenlijst

[bewerken]

Hieronder een Italiaans-Nederlandse woordenlijst met het vocabulaire dat gebruikt is in de lessen. Het wikiwoordenboek bevat een uitvoeriger woordenlijst: Wiktionary Woordenlijst Italiaans-Nederlands. De klemtoon is vet aangegeven. Een cursieve m bij een zelfstandig naamwoord betekent mannelijk, een cursieve v vrouwelijk, bijvoorbeeld l'acqua v, het water.

a in (bij plaatsnamen)
a casa thuis
a che ora? hoe laat?
a destra rechts
a sinistra links
abbastanza genoeg
abitare wonen
accendere verbranden, aansteken
l'accendino m de aansteker
acido zuur
accettare aannemen, accepteren
l'acqua v het water
adorare aanbidden, heel erg houden van
l'aeroporto m het vliegveld (spreek uit a-e-ro-porto)
agire doen, handelen
aggressivo aggressief
l'ago m de naald
agosto augustus
aiutare helpen
l'aiuto m de hulp (spreek uit ajoeto met korte o)
l'ala v de vleugel
l'albero m de boom
l'albergo m het hotel
l'albicocca v de abrikoos
VANAF HIER ALLEEN WOORDEN EN AFKORTINGEN DIE ME OPVALLEN
andare (onregelm) gaan
andare a trovare bezoeken
l'andata e ritorno v het retourtje
annulare = cancellare annuleren
aprile april
l'arancia v de sinaasappel (meervoud: le arancie)
l'artista m! de kunstenaar
ascoltare luisteren (naar)
l' autista de automobilist (mannelijk)
l'auto m de auto (maar dagelijks taalgebruik: la macchina= de auto)
avvicinarsi wederk naderen
Opvallend: Ik zie in de wikicode meestal een gewone apostrof ' (een hoog kort streepje). Maar op sommige plaatsen staat er een typografische apostrof ’ (een echte hoge komma zeg maar).


beh (uitspraak bè) wel...(uitroep)
bellissimo/a erg/zeer mooi
bene goed (bijwoord van buono)
benevolo aardig (normaal wordt voor aardig (persoon) gentile gebruikt)
Benvenuto! Welkom!
(far) bollire koken
la bottiglia de fles (uitspraak: la bottielja)
buono goed/lekker
caldo/a warm, heet
camminare wandelen
il camino de (open) haard
il cammino de weg
il/la capro/a de geit (bok/vrouwtje)
caro duur, lief, beste (aanhef brief)
la carta het papier
la carta di credito de creditcard
cento honderd, 100
Che cosa? Wat? (la cosa = het ding/de zaak)
Chi? Wie?
Ci vediamo!/Arrivederci!/ArrivederLa! Tot ziens! (De laatste vorm is beleefd, 'La' is lijdend voorwerpsvorm van u)
Ciao! Hallo! (Tegen vrienden en (vreemde) kinderen, niet tegen vreemde volwassenen! Gebruik dan Buongiorno! = goedendag)
cinquanta vijftig
Cinque (tsjien-kwe) vijf, 5
il cognome het naamwoord, de bijnaam, de achternaam (uitspraak: iel conjome)
Come? Hoe? Wat?
Come si chiama? Hoe heet hij/zij/u?
Come sta? Hoe gaat het met u/haar/hem?
Come stai? Hoe gaat het met je?
Come ti chiami? (uitspraak: kommè ti kiami) Hoe heet jij?
il commesso/la commessa de verkoper, de verkoopster
composto/a samengesteld
il computer de computer (meervoud: i computer). Of: il PC (il pie-tsjie)
contento/a blij, tevreden, voldaan
cosa? wat?
co zo
dai! kom op! schei uit!
dal cuore vanuit het hart, van harte
destro/a rechter-
a destra rechts
Devo fare pi Ik moet plassen
di van, dan (in vergrotende trap)
dicembre december
diciannove negentien, 19
diciassette zeventien, 17
diciotto achttien, 18
dieci (di-ee-tjsi) tien, 10
dire (onr) zeggen
il dito de vinger, meervoud le dita (onregelmatig woord)
dodici twaalf (uit due + dieci)
il dottore de (mannelijke) dokter, of doctorandus (academische graad)
Dove? Waar?
due twee, 2
e (ook ed) en (pas op: è met accent = hij/zij/het/U is)
l'edificio m het gebouw
l'elezione v de verkiezing
l'errore v de fout
l'escursione v de excursie
est oost(en)
l'estate v de zomer
Europa Europa (uitspraak "Uiropa" of eigenlijk "Eoewropa" met snelle "èoew")
fa freddo/fa caldo het is koud/het is warm
(far) bollire koken
fare colazione ontbijten
fare le spese boodschappen doen (far = fare, wordt vervoegd als fare)
febbraio februari
finito/a klaar, afgelopen
fino a tot
la foto (mv. le foto) de foto
freddo koud
il gelato het ijs (consumptieijs)
i genitori de ouders
gennaio januari
gentile (bijvoeglijk naamwoord) vriendelijk. "è molto gentile" (U bent heel aardig), Dat is heel aardig van u.
il ghiaccio het ijs (bevroren water) (consumptie ijs = il gelato)
i giorni de dagen
giove donderdag
grande groot
il grande magazzino het warenhuis
gratis/gratuito (uitspraak "gratoe-ieto"), gratis
Grazie! (spreek uit: graa-tsie-e, 'ie' zijn in het Italiaans twee losse klinkers!) Dank u wel!
la guida telefonica (la gwieda ...) het telefoonboek
l'immagine v het beeld, maar la statua = het standbeeld
imparare (iets zelf) leren
in fondo eigenlijk
in viaggio op reis, onderweg
in vacanza op vakantie, met vakantie
le informazioni de informatie (meervoud)
invece che in plaats van
l'Italia v Italië
Italiano Italiaans
il latte de melk, un litro di latte = een liter melk
la lattuga de kropsla ( l'insalata (v) = de salade)
lei zij (vrouw, enkelvoud)
Lei U
lune maandag (denk om accent op de i bij de dagen!)
ma (uitspraak: maa) maar
la mano = de hand (meervoud le mani de handen. Een vrouwelijk zelfstandig naamwoord met de onregelmatige uitgangen -o en -i!)
marte dinsdag
il meccanico de monteur (van een werkplaats)
meglio beter (uitspraak: meljo)
la menta de (peper)munt
mercole woensdag
i mesi de maanden
la meta het doel, de bestemming, het oogmerk (= lo scopo)
me half, la me = de helft (vergelijk la meta!)
mi chiamo (uitspraak: mi kjamo) Ik heet
la moglie de echtgenote (uitspraak: la mol-je)
la montagna de berg (uitspraak: la montanja)
morire sterven, morto = gestorven
No Nee (uitspraak: nò - korte o)
No grazie Nee, dank u (wel)
noleggiare huren (voertuig)
non importa het doet er niet toe, geen probleem (lett: Het heeft geen belang)
non si può fare dat kun je niet maken/doen
la nonna de oma
il nonno de opa
i nonni de grootouders
novanta negentig, 90
Nove negen, 9
novembre november
gli occhiali (meervoud) de bril
l'oliva v de olijf
l'olivo m de olijfboom
l'onda v de golf
l'ora (vrouwelijk) het uur
ora/adesso nu
a che ora? hoe laat?
ottanta tachtig, 80
ottimo! prima!
Otto acht = 8
ovest west(en)

Vanaf hier bijna alles weggelaten.

la palla de bal een grotere soort: il pallone = voetbal, handbal enz.
parlare praten/spreken
per voor (voorzetsel)
perché? waarom?
Permesso! Pardon! (Mag ik er langs, enzovoorts)
la pesca de perzik (vergelijk il pesce, de vis)
piacere houden van, lekker vinden Wordt gebruikt bijvoorbeeld mi piace il pane = ik vind het brood lekker Letterlijk: mij behaagt het brood
piacevolmente aangenaam (bijwoord), piacevole = aangenaam (bijvoeglijk naamwoord)
il piano de verdieping (il pianoforte = de piano)
la pioggia (uitspraak la pjoh-dsja) de regen
(la) pi (het) plassen, werkwoord: fare pipi, orinare
più meer, (vergrotende trap)
il po' = het beetje il poco
la posta de post (brieven), het postkantoor (maar il posto = de plaats, de baan)
povero arm (niet veel geld hebben), arm (zielig)
pronto! klaar, hallo (wanneer u de telefoon opneemt)
la pulce/le pulci de vlo/de vlooien
qualcuno iemand, een (ding)
quanto? hoeveel?
quaranta veertig, 40
quattordici veertien, 14
quattro vier, 4
quello die (quella, quelli, quelle)
questo deze (questa, questi, queste)
qui (uitspraak kwie) hier
quindici vijftien = 15
riservare reserveren, opzij leggen. NB reserveren in de zin van boeken = prenotare
Salve! Dag!
sbagliato fout (bijvoeglijk naamwoord)
Scusi (uitspraak: skoesi, letterlijk:) excuseer, sorry, pardon, neemt u mij niet kwalijk
se (uitspraak: see) als
il secondo de seconde, de tweede
sedici zestien = 16
Sei zes, 6
sessanta zestig, 60
settanta zeventig, 70
Sette zeven, 7
settembre september
/no ja/nee (let op het accent in sì, want si zonder accent betekent 'zich' of 'men')
la socie de maatschappij, de vereniging, het bedrijf
sparito/a weg, kwijt, verdwenen
il tè (uitspraak: iel thèh) de thee
il tempo het weer, maar ook:
tirare trekken, (schot) lossen, (boek) drukken
la toilette/la toletta het toilet, de wc
tre drie, 3
tredici dertien, 13
trenta dertig, 30
troppo te (veel)
uffa! oef!, hemeltje lief!, pfff!
l' ultimo/a de laatste
undici elf, 11 (samentrekking van uno + dieci)
uno één, 1
l'uovo m (meervoud: le uove) het ei
l'uva v de druif
le uva de druiven (mv, onregelmatig)
vener vrijdag
venti twintig 20 (ventuno = eenentwintig, ventidue = tweeëntwintig, ...)
vero waar/echt
vicino/a dichtbij, naast, vlakbij
zero nul = 0 (spreek uit als lo dzero)
la zia de tante (spreek uit als la dzia)
lo zio de oom (hier lo omdat l van il en z van zio anders botsen. Spreek uit als lo dzio)
la zona het gebied (spreek uit als la dzona)
lo zoo de dierentuin (de z van zoo vereist lo als lidwoord, spreek uit als lo dzoo, niet op zijn Engels als zoe!)
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.