Deens/Woordenlijst Nederlands-Deens

Uit Wikibooks

Hier staat de woordenlijst Nederlands-Deens. Hierin staan een heleboel basiswoorden, dit zijn de woorden die vaak gebruikt worden in het Deens en/of handig zijn om te weten. Sommige woorden hebben een twee vertalingen. Deze staan beide weergeven en worden gescheiden door middel van het woord of (in cursief). Van de werkwoorden staat alleen het infinitief weergeven, dus het hele werkwoord.

Na een zelfstandig naamwoord volgt steeds eerst het juiste geslacht (m = mannelijk, v = vrouwelijk, o = onzijdig) en daarna de regel voor de meervoudsvorming. Krijgt het meervoud een aparte uitgang (bijv. -n of -e), dan is deze uitgang steeds aangegeven.

Hiernaast bestaat er nog een Woordenlijst Deens-Nederlands.

Nederlands - Deens[bewerken]

* 0-9 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

0-9[bewerken]

getal naam getal naam getal naam getal naam
1 en 11 elleve 21 en-og-tyve 150 hundred-og-halvtreds
2 to 12 tolv 22 to-og-tyve 200 tohundrede
3 tre 13 tretten 33 tre-ogtredive 300 trehundrede
4 fire 14 fjorten 44 fire-og-fyrre 1000 tusind
5 fem 15 femten 55 fem-og-halvtreds 1500 femtenhundrede
6 seks 16 seksten 66 seks-og-tres 5000 femtusind
7 syv 17 sytten 77 syv-og-halvfjerds 10.000 ti tusind
8 ote 18 atten 88 ottefirs 100.000 hundredetusind
9 ni 19 nitten 99 ni-og-halvfems 1.000.000 en million
10 ti 20 tyve 100 et hundrede 1.000.000.000 en milliard

A[bewerken]

aankomst - ankomst v
aardappel - kartofle v, -r
alles - alle
alstublieft - værsgo (overhandiging); vær så go/venlig (verzoek)
appel - æble m
avond - aften m, -er
avondeten - aftensmad o

B[bewerken]

bank (bedrijf) - bank v, -en
bedankt - (mange)tak
beetje - lille smule
bericht - besked v, -e
bier - øl o, -e
bij voorbaat - på forhånd
boerderij - bondegård, m, -e
brood - brød o, -e
bus - bus m, -ser
buur(man) - Nabo m, -er

C[bewerken]

cijfer - karakter, tal

D[bewerken]

dag (begroeting) - vi ses
dag (etmaal) - dag m, -e
dak - tag o, -e
dat (voegwoord) - det
dankjewel - tak, mangetak, tusind tak
dessert - dessert, efterret o, -s, -er
dicht - lukket
die (voegwoord) - den
drankje - drik o, -e

E[bewerken]

eten - mad

F[bewerken]

fruit - Frugt v, -er

G[bewerken]

geachte heer - ærede her
geachte mevrouw - ærede dame
geduld - talmådighed v
geïnformeerd - informeret
goed - god, godt of rigtig
goedendag - Goddag of Go'dag
graag - gerne
groente - grønsager o
groot - stor

H[bewerken]

hallo - Hej
hebben - har, at have
heer - her, m, -re
hen (persoonlijk voornaamwoord) - dem
het - det/den
heten - hedde, -r
hotel - hotel o
hij - han
huis - hus, o, -er
huiswerk - hjemmearbejde v, meerv.
hun (bezittelijk voornaamwoord) - deres
hun (persoonlijk voornaamwoord) - dem

I[bewerken]

ijs - is o
ik - jeg

J[bewerken]

ja - ja
jij, je - du
jawel, jo da - og dog
jullie (onderwerpsvorm) - I
jullie (voorwerpsvorm) - I

K[bewerken]

kaartje (voor openbaar vervoer) - billet v, -er
kamer - værelse o
kerk - kirke v, -r
koffie - kaffe m
klant - kunde m, -n
klantenservice - kundebetjening m, -e
klein - lille

L[bewerken]

luchthaven - lufthavn m, -e
lunch - middagsmad o

M[bewerken]

man - mand m, mænd (meervoud)
mededeling - meddelelse, besked
metro - metro v, -en
mevrouw - frue
middag - middag m
morgen - morgen m

N[bewerken]

nacht - nat m
nagerecht - efterret m of dessert o
nee - nej
niet - ej
nieuwsgierig aagje - nysgerrigper zn

O[bewerken]

omgeving - område
ontbijt - morgenmad m of frokost o
ons - vores
oom - onkel m
op - på
open/geopend - åben, åbnet of lukket op

P[bewerken]

paard - hest o, -e
pardon (tussenwerpsel) - undskyld of beklager
parkeerplaats - parkerplads m
paspoort - pas m
politie - politi m, -et
postkantoor - postkontor v, -e

Q[bewerken]

R[bewerken]

rekening - Regning v, -er
rekeningnummer - kontonummer v, -e
reservatie - reservering v, -er

S[bewerken]

salade - Salat m, -er
sap - saft m
slecht - dårlig, ringe
station - banegård, station m, -e, -er

T[bewerken]

thee - te m
trein - tog m, -e

U[bewerken]

u (persoonlijk voornaamwoord) - De
uw - Deres

V[bewerken]

veel - mange of megen/meget
vegetarisch - vegetarisk
verkeerd - forkert
verontschuldigen - undskylder, beklager
vertrek - afgang v
vliegveld - lufthavn m, -e
voor - for
vóór - før
vrouw - frue, dame v, -n, -r

W[bewerken]

wachten (w.w.) - at vente
Wanneer - hvornår
was (ovt van zijn) - var
water - vand o
weinig - lidt, få, ringe, ikke meget
wij - vi
wijn - vin m, -e
worden - bliver

X[bewerken]

Y[bewerken]

Z[bewerken]

zij (persoonlijk voornaamwoord, enkelvoud) - hun
zij (persoonlijk meervoud, meervoud) - de
zijn (werkwoord) - er, at være
zijn (zelfstandig naamwoord) - bestå, existere, væsen
zijn (bezittelijk voornaamwoord) - hans
zullen - vil

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.