Cursusboek Marifonie/Inleiding en regelgeving
Het gebruik van een marifoon is onderworpen aan nationale en internationale regels. De gebruiker van een marifoon dient bekend te zijn met de verschillende soorten regels, die gelden voor de plek waar hij de marifoon gebruikt. Als opmerking vooraf moet gezegd worden dat Nederland en België ruimere regels hebben met betrekking tot het marifoongebruik op kleine schepen ten opzichte van andere landen, waaronder de buurlanden Duitsland en Frankrijk.
Wet- en regelgeving
[bewerken]SOLAS verdrag
[bewerken]Het SOLAS verdrag regelt de veiligheid van schepen en bemanning op op zee (Safety Of Lifes At Sea). SOLAS beschrijft aan welke eisen zeegaande schepen moeten voldoen op het gebied van constructie, uitrusting en bemanning, afhankelijk van het vaargebied. De uitrusting bestaat onder andere uit de radio-apparatuur en de veiligheidsmiddelen, zoals reddingssloepen, -vlotten en brandbestrijdingsmiddelen.
Het SOLAS-verdrag is een internationaal verdrag, dat is ontstaan naar aanleiding van de ramp met de Titanic in 1912 en valt onder de International Maritime Organisation (IMO), een onderdeel van de Verenigde Naties.
Voor de binnenvaart is het SOLAS-verdrag minder van belang, maar het is wel een bron van bepaalde bepalingen in (inter)nationale regelgeving. Wel van belang is dat in dit verdrag het gebruik van de verschillende kanalen (waaronder kanaal 16 als noodkanaal) en het DSC-verkeer worden geregeld.
In Nederland geldt het SOLAS-verdrag op de Noordzee, delen van de Waddenzee (schepen die van de Noordzee onderweg zijn naar een zeehaven), (de aanloop naar) de zeehavens (waaronder de Nieuwe Waterweg) en de Westerschelde. In België geldt SOLAS op de Noordzee, de Schelde (tot aan de Kennedytunnel), het Kanaal van Gent naar Terneuzen en de zeestromen bij Zeebrugge, Oostende en Nieuwpoort.
Basel-overeenkomst
[bewerken]De Basel-overeenkomst is een verdrag tussen 23 Europese landen, waaronder Nederland en België. In het verdrag zijn afspraken opgenomen over het gebruik van marifoons, de marifoonkanalen en de erkenning van de marifoonvergunningen van andere landen. De Basel-overeenkomst richt zich met name op de vaart op binnenwateren en houdt op waar SOLAS begint (enkele aanlopen naar zeehavens uitgezonderd).
Nederland heeft de Basel-overeenkomst uitgewerkt in de Telecommunicatiewet, in België is dit uitgewerkt in het Algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk en het Algemeen politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren.
Nationale wetgeving
[bewerken]In zowel Nederland, als in België zijn de regels verder uitgewerkt in nationale wetgeving en reglementen, zoals hierboven genoemd. In beide landen is de marifoon verplicht voor de beroepsvaart en schepen langer dan 20 meter, daarbij moeten twee installaties aanwezig zijn, om op twee verschillende kanalen tegelijk te kunnen ontvangen.
In Nederland is de marifoon voor kleine schepen (niet zijnde beroepsvaart) aanbevolen, maar niet verplicht. In België is de marifoon verplicht voor schepen met een lengte van meer dan 7 meter sinds 2009 en mag er volstaan worden met een enkel marifoontoestel (een dubbele marifoon wordt aanbevolen). In beide landen mag ook gebruik gemaakt worden van draagbare toestellen (portofoons) op kleine schepen, iets wat in de meeste andere landen niet wordt toegestaan.
Handhaving
[bewerken]In Nederland is het verlenen van de vergunningen voor de bediener en de apparatuur belegd bij het Agentschap Telecom. Op het water mogen ambtenaren van de politie, de Inspectie Leefomgeving en Transport en lokale waterbeheerders (havendiensten) controleren op de werking van de marifoon-installatie en de vergunningen.
In België is de afgifte van deze vergunningen belegd bij het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT), zij verzorgen ook de examinering. Op het water controleren de Scheepvaartpolitie en de Federale Politie op de werking van marifoontoestellen en de vergunningen van gebruikers.
Eisen aan de bedieners van een marifoon
[bewerken]Gebruikers van een marifoon-toestel moeten in het bezit zijn van een geldig certificaat, voor de bediening van een marifoon. In zowel Nederland, als in België moet voor het verkrijgen van een certificaat een examen gedaan worden. In Nederland gebeurt dit bij VAMEX, in België bij het BIPT.
Basiscertificaat Marifonie (NL), Beperkt certificaat van Radiotelefonist voor scheepsstations (B)
[bewerken]Dit certificaat geeft de bevoegdheid om met een vermogen van 1 Watt uit te zenden (laag vermogen) op de VHF-band en gebruik van AIS. Toestellen die gebruik maken van GMDSS-diensten (zoals DCS, Epirb, SART etc.) vallen niet onder dit certificaat. Voor de pleziervaart op binnenwateren volstaat dit certificaat in de meeste gevallen. Door het geringe vermogen en het ontbreken van GMDSS is dit certificaat minder geschikt voor het varen op open zee. Er wordt ook wel gezegd dat dit certificaat alleen geschikt is voor binnenvaart-marifoons.
Short Range Certificate (B)
[bewerken]Het SRC geeft de bevoegdheid om gebruik te maken van de installaties die gebruik maken van het GMDSS-systeem, zoals bijvoorbeeld een Epirb en DSC, ook mag uitgezonden worden op hoog vermogen (tot 25 Watt) op de VHF-band. Verder vallen de bevoegdheden van het basis- of beperkt certificaat ook onder een SRC. In België is dit certificaat niet geldig op de commerciële vaart, in Nederland beperkt dit certificaat zich tot schepen tot 300 brutoton en minder dan 13 passagiers, daarboven is dit certificaat gelijk aan een basiscertificaat.
Maricom B (NL), ROC, Operator GMDSS (B)
[bewerken]Beperkt certificaat, gelijk aan het SRC, maar dan zonder de beperkingen.
Maricom A (NL), GOC (B)
[bewerken]Met dit algemene certificaat krijgt men ook de bevoegdheid om op andere banden dan de VHF-band uit te zenden, bijvoorbeeld op de lange- en kortegolfbanden. Dit certificaat moet echter niet verward worden met de bevoegdheden van een zendamateur.
Toonplicht
[bewerken]In alle landen die zijn aangesloten bij de Basel-overeenkomst is de persoon, onder wiens leiding de marifoon bediend wordt, verplicht op eerste vordering van de bevoegde autoriteit, zijn of haar certificaat te tonen.
Eisen aan de apparatuur
[bewerken]In Nederland en België geven de bevoegde autoriteiten vergunningen af voor het in gebruik hebben (of gebruiksklaar hebben) van marifoontoestellen. In Nederland kan voor standaard-toestellen sinds een aantal jaar gebruik gemaakt worden van een registratie, waardoor de aanvraag van een vergunning niet nodig is.
Alleen toestellen die voldoen aan EU-richtlijnen (96/98/EG) worden vergund, zij moeten op grond van deze richtlijn voldoen aan de volgende eisen:
- voorzien zijn van ATIS (binnenvaart-marifoon)
- niet gelijktijdig op ATIS en DSC uitzenden
- MMSI-nummer uitzenden (Maritime Mobile Service Identity, voor schepen die onder het SOLAS-verdrag vallen, of daar voor opteren)
- de apparaten moeten een CE-keurmerk hebben (EU-richtlijn 1999/5/EG)
De ATIS-code en de MMSI-code zijn overdraagbaar als het toestel van eigenaar wisselt. Het registratiebewijs moet voorzien zijn van dezelfde ATIS-code en MMSI-nummer als er in de marifoon geprogrammeerd is.
Soorten toestellen
[bewerken]Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 'vaste' toestellen en portofoons. Portofoons hebben over het algemeen een kleiner bereik dan vaste toestellen en werken vaak op batterijen of accu's. Vaste toestellen hebben een groter bereik en werken op de boordstroom en zijn daarom beter geschikt voor gebruik in noodgevallen.
In Nederland en België zijn (twee) vaste toestellen in grote schepen verplicht en portofoons alleen toegestaan voor het intraship-verkeer (op grote schepen tussen de bemanningsleden), maar niet voor het verkeer met andere schepen of walstations.
Kleine schepen mogen, in plaats van een vaste installatie, in Nederland en België ook een portofoon gebruiken. In veel andere landen is dit niet toegestaan, iets om rekening mee te houden als men naar Duitsland of Frankrijk vaart.
Radar
[bewerken]Als een radar aan boord is, moet altijd een marifoon in gebruik zijn.
Scrambler
[bewerken]Een scrambler versleutelt het gesprek zodat dit alleen te horen is voor zenders en ontvangers met de juiste scrambler-appartuur. Voor het hebben en gebruiken van een scrambler moet bij het Agentschap Telecom of de BIPT apart toestemming worden gevraagd en gebruik is alleen toegestaan op die kanalen waarvoor toestemming is verleend. Voor de binnenvaart moet een scrambler geblokkeerd zijn voor VHF 10, 13, 16, 70, en voor de zeevaart voor VHF 16 en 70.