Catalaans/Les 1
Enkele aspecten van de Catalaanse taal
[bewerken]Enkele elementen van spelling en grammatica
[bewerken]Het Catalaans kent een geschreven accent (à, é en è, í, ó en ò, ú). Dit is niet altijd gemakkelijk voor een buitenlander, omdat hij het verschil tussen é en è en tussen ó en ò niet goed hoort. De klinkers hebben drie verschillende varianten, namelijk de open, gesloten en stomme klank. Als eigen letters kent het de ç (ce trencada) zoals in Barça B (de voetbalclub), de l·l (ele geminada) zoals in parcel·la, perceel. De ypsilon wordt niet gebruikt, behalve in de combinatie 'ny' die dient voor de klank nj (zoals in oranje) ('nh' in het Portugees en Aranees, gn in het Frans en het Italiaans en ñ in het Kastiliaans).
Bij de vervoeging van werkwoorden wordt het persoonlijk voornaamwoord meestal niet gebruikt. De verleden tijd wordt samengesteld door het werkwoord anar (gaan) + infinitief en dat klinkt vreemd voor een buitenlander die dat in het begin als een toekomende tijd verstaat: "Salvador Dalí 'va viure' a Figueres" (Salvador Dalí heeft in Figueres gewoond). De literaire taal kent ook een "perfet" (vergelijkbaar met de Franse passé simple), maar die wordt alleen in sprookjes en oudere literaire werken gebruikt.
Bij meervoudsvormen is er vaak een klankverandering in de uitgang: ("una casa, dues cases" (huis), un català, dos catalans (Catalaan). Mannelijke woorden op -s en -r krijgen vaak een meervoud op os: un gos, dos gossos (hond).
Enkele zinnen
[bewerken]1. Ik ga naar de supermarkt. - Vaig al supermercat.
2. Ik heb bij de brandweer gewerkt. - Vaig treballar pels bombers.
3. Ik kan het niet doen. - No puc pas fer-ho.
4. Tot morgen. - Fins demà.
5. Doei! - Adéu!
6. Alstublieft. - Si us plau.
7. Vork. - Forquilla.
8. We hebben gegeten (het avondeten). - Hem sopat. (De dag zelf) Vam sopar. (Gisteren en vroeger) Sopàrem. (Literair, in sprookjes)
9. Ik heb je lief. - T'estimo.