Chemie is een wetenschap die de
samenstelling van stoffen en de
verandering van deze samenstelling bestudeert. De verandering in de samenstelling kan leiden tot een
samenvoeging (synthese) van stoffen tot één of meer nieuwe stoffen of een
ontleding (analyse) van een stof in zijn bestandsdelen. Dit proces heet een
chemische reactie. Het kenmerk van een chemische reactie is dat ten opzichte van de uitgangssituatie er nieuwe stoffen gevormd worden.
Geschiedenis en ervaringswijsheid
Als we om ons heen kijken zien en ervaren we een groot aantal voorwerpen. Deze zijn opgebouwd uit allerlei stoffen: hout, metaal, kunststof, water, lucht, ..... .
Chemie
Oudheid
Al 2500 jaar geleden begonnen de Griekse wijsgeren na te denken of deze grote hoeveelheid stoffen terug te brengen was tot een relatief klein aantal, dat in wisselende combinaties aanleiding kon geven tot de verscheidenheid aan stoffen die zij om zich heen zagen. Volgens de wijsgeren konden zij de wereld beschrijven met 4 elementen: water, aarde, vuur en lucht.
Elementen
Een tweede vraag waar zij antwoord op probeerden te vinden was: kun je een stukje van een stof in steeds kleinere stukjes verdelen, die toch nog steeds de stof zijn? Volgens de Griekse wijsgeren kon dat niet: er waren kleinste, ondeelbare stukjes, atomen (ἄτομος, ἄ = niet, τομος = verdelen). Kleiner dan dat kon je een stukje stof niet verdelen. Maar die stukjes waren veel kleiner dan je kon zien.
Atomen
Een van de grootste problemen in de Griekse oudheid met betrekking tot de chemie zoals we die vandaag kennen, was de strikte scheiding tussen het theoretisch denken over de natuur, en het praktisch handelen. De filosoof dacht over de wereld, maar het was ver beneden zijn waardigheid om, letterlijk, zijn handen vuil te maken. De technicus, degene die met de materialen werkte, de smid, had geen tijd om over theorieën na te denken. Technische en praktische kennis bleven zo vrijwel gescheiden van de theoretische gedachtespinsels van de filosoof.
Praktijk en theorie
Middeleeuwen
Tijdens de middeleeuwen, vanaf ongeveer 500 tot ongeveer 1400, bloeide het geloof in magische zaken. Een daarvan was het geloof in een Steen der wijzen. Deze steen was het doel van de zoektocht van de alchemisten. Hiermee konden alle kwalen genezen worden, een eeuwig leven worden verkregen, en het allerbelangrijkste: je kon er lood mee in goud veranderen.
Het veranderen van lood in goud is in die tijd niet gelukt.[1] Wel werd in deze periode door ambachtslieden een belangrijke hoeveelheid informatie verzameld over allerlei stoffen en procedures om stoffen van elkaar te scheiden of in elkaar om te zetten.
Ook in deze tijd bleef de strikte scheiding tussen wetenschap of filosofie en ambacht of techniek overeind.
Middeleeuwen
Moderne tijd
Vanaf ongeveer 1700 worden filosofie en techniek met elkaar in contact gebracht en zien we de opkomst van de moderne natuurwetenschappen. Waarnemingen worden steeds minder in de magische, en vaak verhullende, bewoordingen van de alchemist genoteerd en steeds meer in direct leesbare taal. Ook de basisbegrippen, (bijvoorbeeld: stof, zuiverheid) worden steeds scherper beschreven. Genootschappen als de Royal Society en Académie des sciences publiceren de bevindingen van hun leden zodat wereldwijd geprofiteerd kan worden van de bevindingen van enkelingen.
Vandaag de dag is het aantal wetenschappelijke publicaties voor een enkeling niet meer bij te houden. Voor de publicaties die voor de chemie belangrijk kunnen zijn wordt sinds 1907 door de
Chemical Abstracts Service, een onderdeel van de
American Chemical Society, een register bijgehouden. De laatste jaren worden uittreksels gepubliceerd van ongeveer
8.000 tijdschriften, technische rapporten, proefschriften, verslagen van conferenties en nieuwe boeken in minstens 50 verschillende talen, de patentaanvragen van
27 landen en
2 internationale organisaties.
Moderne tijd
- ↑ Lood is nu wel in goud te veranderen, maar dan hebben we het over radioactieve gebeurtenissen en apparatuur die beslist meer kost dan de waarde van het goud dat het oplevert.