Naar inhoud springen

Oudgrieks/Blok 1/3-Grammatica: het bijvoeglijk naamwoord

Uit Wikibooks

-- Inleiding --

-- Basiscursus --

  1. Inleiding
  2. Een korte geschiedenis
    1. De Donkere Eeuwen
    2. Een bloei van beschaving
    3. Oorlogen en conflicten
    4. De Klassieke Periode
    5. Alexander de Grote en de Hellenistische Periode
  3. Blok 1
  4. Blok 2
  5. Blok 3
  6. Blok 4
  7. Blok 5
  8. Blok 6
  9. Samenvatting
  10. Afsluiting

-- Taaloverzicht --

  1. Klankleer
    1. Alfabet
  2. Vormleer
    1. Lidwoorden
    2. Zelfstandige naamwoorden
    3. Adjectieven
    4. Bijvoeglijke naamwoorden
    5. Werkwoorden
    6. Voornaamwoorden
    7. Bijwoorden
    8. Telwoorden
  3. Syntaxis
    1. De zin

-- Woordenlijst --


Een bijvoeglijk naamwoord is een naamwoord dat extra informatie geeft ®over een zelfstandig naamwoord waar het vlak bij (meestal naast) staat. Bijvoorbeeld:

  • Het mooie huis
  • De moedige slaaf
  • Vele zonnen
  • Verschrikkelijke beesten

In het Grieks past het bijvoeglijk naamwoord zich, net zoals vele andere talen met een grammaticaal geslacht, aan aan het zelfstandig naamwoord waarover dit bijvoeglijk naamwoord informatie geeft. Dat wil zeggen: het bijvoeglijk naamwoord krijgt een bepaalde uitgang die zich richt naar het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig), het getal (enkelvoud of meervoud) en de naamval (nominativus, genitivus, dativus, accusativus of vocativus) van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort (we noemen dit ook wel congruentie). Bijvoorbeeld:

  • Ἡ οἰκια ἡ καλη (Het mooie huis)
  • Ὁ δουλος ὁ ἀνδρειος (De moedige slaaf)
  • Πολλοι ἡλιοι (Vele zonnen)
  • Δεινα θηρια (Verschrikkelijke beesten)

-Let op, bijvoeglijke naamwoorden kunnen vóór of achter het zelfstandig naamwoord staan in het Grieks. Staan de bijvoeglijke naamwoorden erachter, dan wordt het lidwoord herhaald (zie de voorbeeldzinnen 1 en 2).

In de woordenlijst staan bijvoeglijke naamwoorden altijd in de nominativus enkelvoud mannelijk (meestal eindigend op -ος), en zonder lidwoord. Als het zelfstandig naamwoord in de zin, waarover het bijvoeglijk naamwoord wat zegt, niet in de nominativus, maar in een ander naamval staat, verandert ook het bijvoeglijk naamwoord naar dezelfde naamval als het zelfstandig naamwoord waarover het bijvoeglijk naamwoord iets zegt, bijvoorbeeld:

  • Ὁ δεσποτης πολλους ἱππους ἐχει. (De heerser heeft vele paarden.)

Klinkerstammen

[bewerken]

Niet-contracte klinkerstammen

[bewerken]

Tot deze groep behoren de bijvoeglijke naamwoorden met een stam die eindigt op een -ο (omikron) in het mannelijk en onzijdig en op een (ēta) in het vrouwelijk. Als basismodel gebruiken we "ἀγαθός" (goed).

Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
Nominatief ἀγαθός ἀγαθή ἀγαθόν ἀγαθώ ἀγαθά ἀγαθώ ἀγαθοί ἀγαθαί ἀγαθά
Vocatief ἀγαθέ ἀγαθή ἀγαθόν ἀγαθοί ἀγαθαί ἀγαθά
Accusatief ἀγαθόν ἀγαθήν ἀγαθόν ἀγαθούς ἀγαθάς ἀγαθά
Genitief ἀγαθοῦ ἀγαθῆς ἀγαθοῦ ἀγαθοῖν ἀγαθαῖν ἀγαθοῖν ἀγαθῶν ἀγαθῶν ἀγαθῶν
Datief ἀγαθῷ ἀγαθῇ ἀγαθῷ ἀγαθοῖς ἀγαθαῖς ἀγαθοῖς


Als tweede voorbeeld de volledige verbuiging van δεινος (verschrikkelijk):

Enkelvoud
naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominativus δεινος δεινη δεινον
genitivus δεινου δεινης δεινου
dativus δειν δειν δειν
accusativus δεινον δεινην δεινον
Meervoud
naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominativus δεινοι δειναι δεινα
genitivus δεινων δεινων δεινων
dativus δεινοις δειναις δεινοις
accusativus δεινους δεινας δεινα

De ιερ-adjectieven

[bewerken]

Zoals bij de zelfstandige naamwoorden wordt de eind-ēta een -ᾱ (lange alpha) wanneer er een ι, ε of ρ vóór staat (de zogenaamde ιερ-woorden). In het meervoud is deze verbuiging identiek aan die van ἀγαθός. Als basismodel gebruiken we "νέος" (nieuw)[1]

Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
Nominatief νέος νέα νέον νέω νέα νέω νέοι νέαι νέα
Vocatief νέον νέαν νέα νέους νέας νέα
Accusatief νέου νέας νέου νέοιν νέαιν νέοιν
Genitief νέων νέων νέων νέῳ νέᾳ νέῳ νέοις νέαις νέοις
Datief {{{31}}} {{{32}}} {{{33}}} {{{34}}} {{{35}}} {{{36}}}

De adjectieven met twee uitgangen

[bewerken]

Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben in het mannelijk en het vrouwelijk dezelfde uitgangen, namelijk die van het mannelijk. Dit komt vooral (maar niet uitsluitend) voor bij samengestelde bijvoeglijke naamwoorden. Als basismodel gebruiken we "ἄδικος" (onrechtvaardig).


Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Mannelijk
& vrouwelijk
Onzijdig Mannelijk
& vrouwelijk
Onzijdig Mannelijk
& vrouwelijk
Onzijdig
Nominatief ἄδικος ἄδικον ἀδίκω ἀδίκω ἄδικοι ἄδικα
Accusatief ἄδικον ἄδικον ἀδίκους ἄδικα
Genitief ἀδίκου ἀδίκου ἀδίκοιν ἀδίκοιν ἀδίκων ἀδίκων
Datief ἀδίκῳ ἀδίκῳ ἀδίκοις ἀδίκοις

Contracte klinkerstammen

[bewerken]

Tot deze groep behoren de bijvoeglijke naamwoorden met een stam die eindigt op -εο (epsilon-omikron) in het mannelijk en onzijdig en op -εα (epsilon-alpha) in het vrouwelijk. Deze klinkercombinaties worden meestal samengetrokken volgens de contractieregels, behalve wanneer de niet-contracte verbuiging volgens ἀγαθός een α (alpha) in de schijnuitgang heeft. Dan is het resultaat van de contractie . Als basismodel gebruiken we "χρυσοῦς" (gouden). De meeste stofnamen vallen onder deze groep.


Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
Nominatief χρυσοῦς χρυσῆ χρυσοῦν χρυσώ χρυσά χρυσώ χρυσοῖ χρυσαῖ χρυσᾶ
Vocatief χρυσοῦν χρυσῆν χρυσοῦν χρυσοῦς χρυσᾶς χρυσᾶ
Accusatief χρυσοῦ χρυσῆς χρυσοῦ χρυσοῖν χρυσαῖν χρυσοῖν
Genitief χρυσῶν χρυσῶν χρυσῶν χρυσῷ χρυσῇ χρυσῷ χρυσοῖς χρυσαῖς χρυσοῖς
Datief {{{31}}} {{{32}}} {{{33}}} {{{34}}} {{{35}}} {{{36}}}


Ook bij deze groep geldt de regel van de ιερ-woorden: een bijvoeglijk naamwoord zoals "ἀργυροῦς (zilver) heeft als nominatief vrouwelijk enkelvoud ἀργυρᾶ.

Medeklinkerstammen

[bewerken]

Niet-contracte medeklinkerstammen

[bewerken]

Als basismodel gebruiken we "ἄφρων" (dwaas).


Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Mannelijk
& vrouwelijk
Onzijdig Mannelijk
& vrouwelijk
Onzijdig Mannelijk
& vrouwelijk
Onzijdig
Nominatief ἄφρων ἄφρον ἄφρονε ἄφρονε ἄφρονες ἄφρονα
Accusatief ἄφρονα ἄφρον ἀφρονας ἄφρονα
Genitief ἄφρονος ἄφρονος ἀφρόνοιν ἀφρονοιν ἀφρόνων ἀφρόνων
Datief ἄφρονι ἄφρονι ἄφροσι(ν) ἄφροσι(ν)

Contracte medeklinkerstammen

[bewerken]

Als basismodel gebruiken we "ἀληθής" (waar, echt).


Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Mannelijk
& vrouwelijk
Onzijdig Mannelijk
& vrouwelijk
Onzijdig Mannelijk
& vrouwelijk
Onzijdig
Nominatief ἀληθής ἀληθές ἀληθεῖ ἀληθεῖ ἀληθεῖς ἀληθῆ
Accusatief ἀληθῆ ἀληθές ἀληθεῖς ἀληθῆ
Genitief ἀληθοῦς ἀληθοῦς ἀληθοῖν ἀληθοῖν ἀληθῶν ἀληθῶν
Datief ἀληθεῖ ἀληθεῖ ἀληθέσι(ν) ἀληθέσι(ν)

Wisselstammen

[bewerken]

Een klein aantal bijvoeglijke naamwoorden heeft een gemengde verbuiging. In het mannelijk volgen ze gewoon de medeklinkerstammen, maar in het vrouwelijk krijgen ze er een kenmerkend invoegsel bij (steeds een jod of sigma) en volgen ze de klinkerstammen.

Niet-contracte wisselstammen

[bewerken]

Als basismodel gebruiken we "μέλας" (zwart).


Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
Nominatief μέλας μέλαινα μέλα μέλανε μελαίνα μέλανε μέλανες μέλαιναι μέλανα
Vocatief μέλανα μέλαιναν μέλαν μέλανας μελαίνας μέλανα
Accusatief μέλανος μελαίνης μέλανος μελάνοιν μελαίναιν μελάνοιν
Genitief μελάνων μελαινῶν μελάνων μέλανι μελαίνῃ μέλανι μέλασι(ν) μελαίναις μέλασι(ν)
Datief {{{31}}} {{{32}}} {{{33}}} {{{34}}} {{{35}}} {{{36}}}

Contracte wisselstammen

[bewerken]

Als basismodel gebruiken we "ἡδύς" (aangenaam).


Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig
Nominatief ἡδύς ἡδεῖα ἡδύ ἡδεῖ ἡδεία ἡδεῖ ἡδεῖς ἡδεῖαι ἡδέα
Vocatief ἡδύν ἡδεῖαν ἡδύ ἡδεῖς ἡδείας ἡδέα
Accusatief ἡδέος ἡδείας ἡδέος ἡδέοιν ἡδείαιν ἡδέοιν
Genitief ἡδέων ἡδειῶν ἡδέων ἡδεῖ ἡδείᾳ ἡδεῖ ἡδέσι(ν) ἡδείαις ἡδέσι(ν)
Datief {{{31}}} {{{32}}} {{{33}}} {{{34}}} {{{35}}} {{{36}}}

Onregelmatig

[bewerken]

Er zijn ook onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden in het Grieks, waaronder πολυς (veel) en μεγας (groot). De verbuiging hiervan is deels afwijkend:

Bijvoeglijk naamwoord μεγας enkelvoud

naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominativus μεγας μεγαλη μεγα
genitivus μεγαλου μεγαλης μεγαλου
dativus μεγαλῳ μεγαλῃ μεγαλῳ
accusativus μεγαν μεγαλην μεγα


Bijvoeglijk naamwoord μεγας meervoud

naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominativus μεγαλοι μεγαλαι μεγαλα
genitivus μεγαλων μεγαλων μεγαλων
dativus μεγαλοις μεγαλαις μεγαλοις
accusativus μεγαλους μεγαλας μεγαλα


Bijvoeglijk naamwoord πολυς enkelvoud

naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominativus πολυς πολλη πολυ
genitivus πολλου πολλης πολλου
dativus πολλῳ πολλῃ πολλῳ
accusativus πολλυν πολλην πολυ

Bijvoeglijk naamwoord πολυς meervoud

naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominativus πολλοι πολλαι πολλα
genitivus πολλων πολλων πολλων
dativus πολλοις πολλαις πολλοις
accusativus πολλους πολλας πολλα
  • De stam bij πολυς is eigenlijk πολλ-, behalve bij de mannelijke en onzijdige nominativi en accusativi.
  • De stam bij μεγας is eigenlijk μεγαλ-, ook hier weer met uitzondering van de mannelijke en onzijdige nominativi en accusativi.

Opmerkingen

[bewerken]
  1. Het bijvoeglijk naamwoord νέος kent geen contractie omdat het oorspronkelijk een ϝ (digamma) bevatte, die de contractie tegenhield: νέϝος (uitspraak: newos).
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.