Linux Systeembeheer/Servervirtualisatie: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RubenPot (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 30: Regel 30:
*Emulation: Bij emulation wordt software binnen een Operating System geladen in de vorm van een programma. Dit programma simuleert een complete machine zodat het mogelijk is om een extra guest-OS te starten. Dit OS zal dan virtueel draaien op een ander hardware platform (bvb: Bochs PearPC, PowerPC , Virtual PC ,Hercules emulator) Emulation kennen we ook van game consoles zoals bvb gameboy emulators. Bij emulatie worden allerlei technieken gebruikt om de instructies aan de virtuele hardware te vertalen naar de werkelijke hardware van het host OS.
*Emulation: Bij emulation wordt software binnen een Operating System geladen in de vorm van een programma. Dit programma simuleert een complete machine zodat het mogelijk is om een extra guest-OS te starten. Dit OS zal dan virtueel draaien op een ander hardware platform (bvb: Bochs PearPC, PowerPC , Virtual PC ,Hercules emulator) Emulation kennen we ook van game consoles zoals bvb gameboy emulators. Bij emulatie worden allerlei technieken gebruikt om de instructies aan de virtuele hardware te vertalen naar de werkelijke hardware van het host OS.


*Native Virtualization: Native virualization gebruikt hetzelfde principe als emulation. Er wordt gebruik gemaakt van software om zo een volledige machine te simuleren. Het verschil met emulation is dat bij Native Virtualization het guest systeem dezelfde soort hardware wordt gebruikt als het host systeem. Een 32-bit systeem zal dus enkel virtuele machines kunnen draaien die geschikt zijn voor dit systeem. Bij Native Virtualization wordt de hardware op de host beter benut omdat de software de beschikbaar gestelde resources verdeelt onder de guests.
*Native Virtualization-


*Full Virtualization: Bij Full Virtualization worden meerdere guests naast elkaar geplaatst. Dit gebeurt door tussen de hardwaren en de virtuele machines een extra, softwarematige, laag te plaatsen die de aanvragen aan de hardware regelt. Hierdoor kunnen de hardware resources efficiënter benut worden dan bij gewone emulation.
*Full Virtualization -


*Operating system-level Virtualization
*Operating system-level Virtualization: Operating System-Level Virtualization lijkt op Full Virtualization maar de guest moet hetzelfde OS hebben als het host systeem.


*Hardware enabled Virtualization: Hardware Enabled Virtualization lijkt op Full Virtualization maar hier wordt de tussenliggende software in de hardware verdeelt. Het voordeel hiervan is dat de virtualisatie nog dieper in het systeem is geïntegreerd zodat het verdelen van de hardware resources minder systeemcapaciteit kost.
*Hardware enabled Virtualization –


*Partial Virtualization: Bij partial virtualization worden voor veel maar niet voor alle hardware componenten meerdere virtuele componenten gecreëerd. Deze componenten zorgen ervoor dat het mogelijk is om apparaten te delen. Het is niet mogelijk om meer dan één OS te delen. Vaak wordt dit niet gezien als Virtualisatie en het komt veelvuldig voor in operating systems als Windows en Linux maar ook op grote mainframe systemen.
*Partial Virtualization –


*Paravirtualization: Bij Paravirtualization wordt de hardware aangeboden aan de virtual machine door middel van speciale api’s die alleen kunnen worden gebruikt door deze aan te passen aan het guest OS. Op deze manier kan er gekozen worden welke hardware er door de virtuele machines wordt gedeeld en welke hardware voor één specifieke guest aanwezig is.
*Paravirtualization –


*Cross-platform Virtualization-
*Cross-platform Virtualization:


*Application Virtualization -
*Application Virtualization:


*Resource Virtualization-
*Resource Virtualization:





Versie van 8 nov 2010 14:00

Leerdoelen

  • De soorten servervirtualisatie kennen en kunnen situeren:
    • de karakteristieken van de verschillende soorten virtualisatie kennen, meer bepaald: OS-level virtualisation, paravirtualisation, full virtualisation, emulation
  • Bekende virtualisatietools kunnen classificeren
    • VMWare Server, Workstation en Fusion, Xen, OpenVZ, VirtualBox, Hyper-V, Parallels, Containers, Virtual PC
  • De voor- en nadelen van bepaalde virtualisatietypes en -producten kunnen evalueren
    • Een geschikte keuze kunnen maken uit verschillende virtualisatieproducten, afhankelijk van het hostplatform en de toepassing
  • VMWare Server en Sun VirtualBox kunnen installeren onder Linux
    • een guest-OS kunnen installeren onder VMWare Server
    • de netwerkopties voor guest-OSs kennen en begrijpen (private/NAT/bridged)


TipIn VirtualBox tijdens runtime verschillende netwerken aanspreken
In VMWare Server kan je terwijl een virtuele machine draait het type netwerkverbinding (bridged, NAT, host-only) wijzigen. In VirtualBox moet je daarvoor eerst de VM afsluiten en achteraf opnieuw opstarten. Om deze beperking in VirtualBox t.o.v. VMWare te omzeilen kan je het volgende doen:
  • Configureer eerst al je netwerkadapters (bv. 1 gekoppeld aan de NAT, 1 aan een VirtualBox Host adapter en 1 bridged met uw WLAN kaart) bij de instellingen van het guest OS
  • Je kan dan tijdens de uitvoering van de virtualisatie de netwerkkaarten apart in- of uitschakelen met de GUI (bovenaan in de menu van het uitvoervenster)




Soorten Servervirtualisatie:

Onder constructie

  • Emulation: Bij emulation wordt software binnen een Operating System geladen in de vorm van een programma. Dit programma simuleert een complete machine zodat het mogelijk is om een extra guest-OS te starten. Dit OS zal dan virtueel draaien op een ander hardware platform (bvb: Bochs PearPC, PowerPC , Virtual PC ,Hercules emulator) Emulation kennen we ook van game consoles zoals bvb gameboy emulators. Bij emulatie worden allerlei technieken gebruikt om de instructies aan de virtuele hardware te vertalen naar de werkelijke hardware van het host OS.
  • Native Virtualization: Native virualization gebruikt hetzelfde principe als emulation. Er wordt gebruik gemaakt van software om zo een volledige machine te simuleren. Het verschil met emulation is dat bij Native Virtualization het guest systeem dezelfde soort hardware wordt gebruikt als het host systeem. Een 32-bit systeem zal dus enkel virtuele machines kunnen draaien die geschikt zijn voor dit systeem. Bij Native Virtualization wordt de hardware op de host beter benut omdat de software de beschikbaar gestelde resources verdeelt onder de guests.
  • Full Virtualization: Bij Full Virtualization worden meerdere guests naast elkaar geplaatst. Dit gebeurt door tussen de hardwaren en de virtuele machines een extra, softwarematige, laag te plaatsen die de aanvragen aan de hardware regelt. Hierdoor kunnen de hardware resources efficiënter benut worden dan bij gewone emulation.
  • Operating system-level Virtualization: Operating System-Level Virtualization lijkt op Full Virtualization maar de guest moet hetzelfde OS hebben als het host systeem.
  • Hardware enabled Virtualization: Hardware Enabled Virtualization lijkt op Full Virtualization maar hier wordt de tussenliggende software in de hardware verdeelt. Het voordeel hiervan is dat de virtualisatie nog dieper in het systeem is geïntegreerd zodat het verdelen van de hardware resources minder systeemcapaciteit kost.
  • Partial Virtualization: Bij partial virtualization worden voor veel maar niet voor alle hardware componenten meerdere virtuele componenten gecreëerd. Deze componenten zorgen ervoor dat het mogelijk is om apparaten te delen. Het is niet mogelijk om meer dan één OS te delen. Vaak wordt dit niet gezien als Virtualisatie en het komt veelvuldig voor in operating systems als Windows en Linux maar ook op grote mainframe systemen.
  • Paravirtualization: Bij Paravirtualization wordt de hardware aangeboden aan de virtual machine door middel van speciale api’s die alleen kunnen worden gebruikt door deze aan te passen aan het guest OS. Op deze manier kan er gekozen worden welke hardware er door de virtuele machines wordt gedeeld en welke hardware voor één specifieke guest aanwezig is.
  • Cross-platform Virtualization:
  • Application Virtualization:
  • Resource Virtualization:


Bronnen: -http://nl.wikipedia.org/wiki/Virtualisatie -http://www.abraxax.com/html/server_virtualisatie.html

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.