Leer jezelf ecologisch tuinieren/Tulp
Tulp (Tulipa) is een geslacht van eenzaadlobbige planten uit de leliefamilie (Liliaceae). Van origine komt de bloem uit Iran. In 1562 kwam de tulp via Antwerpen als eerste Europa binnen. Rond 1593 verschenen de eerste exemplaren in Nederland. De eerste gedocumenteerde exemplaren werden door Carolus Clusius geplant in de door hem vanaf 1593 geleide Hortus botanicus Leiden. De bostulp is de enige soort die in Nederland in het wild voorkomt en is ingeburgerd sinds de 19e eeuw. Ottomaanse sultans droegen een tulp op hun tulband als symbool. Het woord tulp is dan ook afkomstig van het Perzische tulipan, wat tulband betekent.
- Soorten
-
Bostulp (Tulipa sylvestris)
Tulpen kunnen niet in een warm klimaat worden gekweekt, omdat ze een koude nacht en een koude winter nodig hebben om te kunnen groeien. Tulpenbollen worden gewoonlijk in oktober en november geplant. De bloeiperiode loopt van april tot in juni. Behalve de gecultiveerde tulp kent men ook de 'botanische tulp', die vooral geschikt is voor in de tuin, omdat de bollen in de grond kunnen blijven zitten en het jaar daarop weer uitkomen.
Het kweken van nieuwe bollen gebeurt door in het najaar (oktober en november) tulpenbollen te planten. De knoppen tussen de bolrokken van deze bollen groeien uit tot nieuwe bollen waarbij de oude bol gebruikt wordt als voedsel. De knop die naast het groeipunt zit, de zogenaamde 'A' knop, groeit uit tot een grote bol die te verkopen is voor bloemproductie, of direct aan de consument. De geplante bol bevat naast de 'A' knop, tussen zijn bolrokken nog meer kleine groeiknoppen, de zogenaamde b, c, d en e knoppen, die uitgroeien tot kleine bolletjes (klisters). Deze klisters zitten aan de grote bol vast, en worden in de zomer tijdens het pellen (de wortels en oude huid van de bol verwijderen) van de grote bol afgehaald. In het volgende najaar worden zij weer geplant op het land, om uit te groeien tot een grote bol.
- Externe links