Griekse mythologie/Aeneas
Aeneas (Grieks Aineias) was een mythologische Trojaanse held. Hij is de zoon van de godin Aphrodite en een sterfelijke man, Anchises, en kan dus worden beschouwd als een halfgod. Hij is de hoofdfiguur in het epos van Vergilius. Hierin wordt verteld hoe Aeneas na zijn vlucht uit Troje met veel omzwervingen naar Latium (in Italië) trok.
De mythe
[bewerken]Aeneas vader, Anchises, was van hetzelfde bloed als de koning van Troje, Priamus. Ook de vrouw van Aeneas, Creusa was van hetzelfde bloed, alleen dan iets verdere familie. Na een belegering van 10 jaar door de Grieken, ook wel Achaeërs genoemd, kwamen deze door een list binnen de poorten van de onneembare vesting Troje. Onneembaar omdat er Goden zouden hebben geholpen bij de bouw van de muur. Aeneas lag, net als alle andere Trojanen, nog te slapen. Er was feest geweest omdat ze dachten dat de oorlog voorbij was. Maar in een droom kwam Hector tot hem en zei hem dat hij moest ontwaken en moest vluchten met de zijnen om ergens anders een nieuw Troje op te bouwen. Hector zei ook dat hij de schatten van Troje in veiligheid moest brengen, hij had ze alvast mee gebracht. Toen Aeneas wakker werd was de lucht gehuld in een mantel van vuur en lagen de schatten voor hem.
Na toch nog een tijd koppig gevochten te hebben, waarin in letterlijk Troje werd afgebroken om het te beschermen, vluchtte Aeneas toch. Met zijn vader, Anchises en de schatten op de rug, met zijn zoon Ascanius aan de hand, verliet hij samen met zijn vrouw Creusa, zijn huis.
Tijdens zijn terugweg had hij afgesproken bij een afgelegen tempel, om samen met de overige vluchtelingen bijeen te komen. Toen hij eenmaal was aangekomen bleek zijn vrouw niet meer achter hem aan te lopen. Hij gooide zijn vader neer, liet zijn zoon in vertrouwde handen bij zijn grootvader en ging op zoek. Toen hij bij zijn huis kwam, stond dit al in brand. Hij draaide zich om en wilde verder zoeken, tot hij plots de stem van zijn vrouw hoorde en haar gestalte zag. Het was haar geest die tot hem sprak en zei dat zij reeds in de onderwereld was afgedaald en dat Aeneas en de overige zijnen zonder haar een betere toekomst tegemoet gingen. Aeneas wilde haar nog eenmaal omarmen, maar hij greep in de lucht. Hij keerde in een sombere stemming terug.
Terug bij de tempel was de groep vluchtelingen aanzienlijk. En nadat de Grieken waren vertrokken, konden de ontheemde Trojanen, die inmiddels Aeneas tot hun leider hadden gekozen, beginnen aan hun reis over zee.
Na een lange zwerftocht langs het eiland van de Cyclopen, langs Scylla en Carybdis kwamen ze op het verlaten Kreta. Hier dachten ze hun bestemming te hebben gevonden maar tekens van de Goden (pest, slechte oogst) lieten duidelijk zien dat die bestemming toch elders was. Zij trokken hierdoor verder.
Nu hadden de Trojanen de koningin der Goden, Hera, niet op hun hand. Dit kwam doordat Paris een andere godin boven haar had verkozen in een strijd om wie de mooiste der godinnen was. Ze zond een storm op de zeevaarders af en 20 boten raakten elkaar kwijt. Ze kwamen in 2 groepen op het strand van Carthago aan. Aeneas met 6 boten en de andere 13 hadden elkaar nog niet gezien totdat Aeneas die van zijn moeder Aphrodite tijdelijk onzichtbaarheid had gekregen hen zag bij de koningin van Carthago genaamd Dido. Toen hij de andere Trojanen naar voren zag stappen, deed hij hetzelfde en was weer zichtbaar. Deze ontmoeting was het begin van een tijd van rust voor de Trojanen. Zij leefden geruime tijd bij Dido aan het hof.
Maar Fatum (het lot) had niet besloten om hier Aeneas reis te laten eindigen en liet via Hermes, de boodschapper der Goden, Aeneas weten dat hij verder moest met zijn tocht, eerst naar Cumae om daar via een priesteres naar de onderwereld af te dalen om zijn vader te spreken. Hiermee was Aeneas niet zo gelukkig al had hij dit voorzien. In het geniep bereidde hij zich voor om te vertrekken. Maar Dido kreeg lucht van de zaak en probeerde hem te overreden te blijven. Ze wilde zelfs aan hem de macht overdragen. Doch Aeneas zwichtte niet, hoe kon hij ook anders, aan de wil van de Goden moest gehoor worden gegeven. En zo vertrokken de Trojanen opnieuw. Aeneas keek nog eenmaal achter om en zag een rookpluim; Dido had zich op de brandstapel gegooid.
Na een goede tocht, waarbij Poseidon vond dat ze op zee genoeg tegenslagen hadden gehad, kwamen ze in Cumae aan. En na een gouden twijgje te hebben bemachtig daalde Aeneas samen met de priesteres af in de Tartarus. Hier kwam hij via het mindere gedeelte naar het betere gedeelte waar zijn vader zat. Hier sprak hij met zijn vader die vertelde dat hij de toekomst al wist en hij wees zijn zoon de zielen die later zouden huizen in de lichamen van Julius Caesar, Augustus en vele andere toekomstige Romeinse gezagvoerders. Ook zei hij dat Aeneas nog een zware strijd wachtte in Latium, het land dat hem beloofd was.
Eenmaal terug gingen de Trojanen verder en bereikten Latium. Hier heerste de koning Latinus. Deze had in vroegere tijden voorspellingen gehoord over een vreemd volk dat eens zou komen en dat dit volk machtig zou worden. Dus besloot hij vriendelijk te blijven en bood hij slim zijn dochter Lavinia aan. Maar deze was al door de moeder, Amata, beloofd aan een ander genaamd Turnus. Turnus, opgehist door één van de Furiën, riep op tot een oorlog tegen de Trojanen. Deze kwam er, maar Aeneas had nog tijd genoeg om met zijn mannen een fort te bouwen en bondgenoten te vinden in de omgeving. Na een veldslag gewonnen door de Trojanen, trok Turnus zich terug. Aeneas wilde niet dat er vele onschuldigen zouden sterven. Hij bood een tweegevecht aan om hiermee de oorlog te beëindigen, Turnus accepteerde dit. Maar Hera speelde weer parten en het liep weer uit op een veldslag. Na een tijd gevochten te hebben riepen Turnus en Aeneas hun mannen om te stoppen met vechten. Ze maakten zich klaar voor de tweestrijd en Aeneas, die veel ouder geroutineerder en sterker was dan de jonge Turnus won. Zo kwam er een einde aan de oorlog. De dochter van de koning werd de vrouw van Aeneas. Ze stichtten samen de stad Lavinium, vernoemd naar zijn nieuwe vrouw Lavinia.
De stad nam snel in aantal toe, en na de dood van Aeneas, kon zijn zoon Ascanius een nieuwe stad stichtten genaamd Alba Longa.
Het epos
[bewerken]Volgens de Aeneis waren Romulus en Remus via hun moeder nakomelingen van Aeneas (hun vader was de oorlogsgod Mars en zodoende was hij in feite de voorvader van de Romeinen. Hij wordt beschouwd als de stamvader van het Julische huis van Romeinse keizers.
Volgens Geoffrey of Monmouth is Brutus van Troje, de legendarische eerste koning van Brittannië een kleinzoon van Aeneas.