Bij Athene ligt een groot schip voor anker en wacht op de burgers.
|
Het grote schip brengt de burgers naar Kreta.
|
De heerser van Athene stuurt de burgers weg,
|
want zij doden de herten met pijlen.
|
Nu deden zij onrecht door de heilige dieren van de goden te doden.
|
|
Artemis zal niet goedgezind zijn aan de mensen,
|
want herten zijn gewijd aan Artemis.
|
Dus vraagt zij Poseidon haar te helpen:
|
|
Artemis: (O) Poseidon, waarom help jij mij niet?
|
Ik wil de mensen schade toebrengen door hun woorden en daden
|
Poseidon: Waarom zal ik dat voor jou doen? Ik wil de mensen niet kwellen met rampen.
|
Wees niet slecht en verhinder hun niet want de Atheners brengen (aan) hun al schade toe!
|
|
Artemis begrijpt nu de woorden van Poseidon:
|
zij maakt voedsel voor de herten.
|
En de burgers? Zij zullen op Kreta eerbewijzen voor Artemis maken.
|