Westerse astrologie/Astrologie en wetenschap

Uit Wikibooks
Astrologie

In de middeleeuwen was de astrologie "de koningin der wetenschappen" en de astrologische leer maakte deel uit van het curriculum aan de universiteiten. Astrologie en wetenschap zijn sinds de verwetenschappelijking van het wereldbeeld vanaf de 16e en 17e eeuw echter stilaan uiteengegroeid. Wetenschappers hebben ernstige twijfels over de claims die astrologen in het westen maken. De discussie draait veelal om het niet volgen van de wetenschappelijke methode. Astrologie is immers gebaseerd op een voorwetenschappelijk wereldbeeld dat een zinvol verband veronderstelt tussen hemel en aarde, geformuleerd als "Zo Boven, Zo Beneden". Volgens de meeste wetenschappers is er helemaal geen sprake van een relatie tussen de standen van zon, maan en planeten en het leven op aarde. De verschillende standpunten worden hieronder in een dialoog vormgegeven.

Discussie over de beginselen van astrologie[bewerken]

De precessie van de equinoxen
wetenschapper: het verband tussen de dierenriemtekens en de jaargetijden is niet universeel geldig. De correlatie tussen bijvoorbeeld Ram en de lente gaat alleen op voor het noordelijk halfrond. Bovendien staat het lentepunt astronomisch niet meer in Ram maar in Vissen vanwege de precessie van de equinoxen.
astroloog: Feit is echter dat de klassieke westerse astrologie niet met de siderische maar met de tropische dierenriem werkt, waardoor deze bezwaren wegvallen. Vanaf het begin van de lente (Ram 0 graden voor het noordelijk, en Weegschaal 0 graden voor het zuidelijk halfrond) wordt het hemelgewelf langs de ecliptica in twaalf sectoren verdeeld die Ram, Stier... Vissen worden genoemd, onafhankelijk van de astronomische constellaties. Zo werkt de astrologie op het zuidelijk halfrond eveneens met het door Ptolemaeus opgezette astrologische systeem met de tropische zodiak, waardoor alle mensen die aan het begin van de lente geboren worden het sterrenbeeld Aries (Ram) hebben. Het blijft dus inderdaad een 'seizoens-systeem' zoals Ptolemaeus het had bedoeld, onafhankelijk van de astronomische sterrenbeelden van de siderische zodiak.
De afstanden tot de hemellichamen
wetenschapper: Als de hemellichamen via een of andere voor de wetenschap nog onbekende kracht of straling invloed op de mens kunnen uitoefenen, moet de sterkte daarvan afnemen met het kwadraat van de afstand tot het hemellichaam (of nog sneller). Dat zou betekenen dat verre planeten veel minder invloed hebben dan dichtstbijzijnde – en dat de maan veel meer invloed heeft dan alle planeten bij elkaar. De astrologie telt echter alle planeten even sterk mee. Sommige astrologen verdedigen dit door te zeggen dat de planeten geen invloed hebben maar in eenzelfde 'kosmisch ritme' zitten als het menselijk leven. "Planeten, mensen en andere hemellichamen ondervinden allen gelijkelijk de invloed van kosmische wetten." Critici wijzen er dan op dat de eenvoudige kosmische natuurwetten die de baan van de planeten bepalen (de wetten van Kepler), nooit zo'n ingewikkelde en subtiele invloed op het menselijke karakter kunnen hebben.
astroloog: De 'invloed' van de planeten in de geboortehoroscoop is niet gelijk. Planeten met veel verbindingen (aspecten) werken sterker en krijgen meer nadruk. Planeten in hoekhuizen krijgen meer nadruk.[1] De onpersoonlijke planeten (Uranus, Neptunus, Pluto worden eerder als generatieplaneten geïnterpreteerd en minder als persoonlijke factoren in de horoscoop. Het concept van 'invloed' door afstand is trouwens een misvatting vanuit wetenschappelijke causaal denken. Astrologie werkt vanuit een heel ander principe van synchroniciteit: gelijktijdig optredende fenomenen worden als zinvol geïnterpreteerd: 'Zo boven, zo beneden.'
De willekeurigheid van het geboortemoment
wetenschapper: De geboorte wordt in het algemeen niet beschouwd als het begin van het leven. De mens zou dus al vóór zijn geboorte vatbaar moeten zijn voor de hypothetische invloed van de hemellichamen (of van de 'kosmische wetten'). Anders moet men concluderen dat de foetus door het lichaam van de moeder volledig van die invloed afgeschermd is. Maar waarom kunnen dan andere materialen geen afscherming bieden?
astroloog: Er zijn inderdaad vormen van astrologie die vertrekken vanuit het moment van conceptie in plaats van de geboorte. Astrologen gaan er echter van uit dat het ogenblik van geboorte veel significanter en ingrijpender is (cfr. het jungiaanse archetype van geboorte) dan de conceptie of een ander moment voorafgaand aan de geboorte.
wetenschapper: Sommige astrologen kiezen voor het geboortemoment omdat het de eerste interactie met de omgeving is, of omdat het zelfstandige leven dan begint. Deze argumenten zeggen eigenlijk dat de afscherming door het lichaam van de moeder inderdaad bestaat. De gestelde vraag blijft dus onbeantwoord. Er zijn ook astrologische scholen die hun berekeningen maken voor het moment van de conceptie; het probleem voor hen is dat dit meestal niet nauwkeurig te bepalen is. Bovendien ontwikkelen de hersenen zich pas in een later stadium van de zwangerschap.
astroloog: Het lichaam als afscherming van de 'stralen' van de planeten bedoelt u? Weer zo'n causaal denkbeeld en bovendien vergezocht. Het is eigenlijk eenvoudig: wat geboren wordt heeft dezelfde kwaliteiten als andere dingen die op dat ogenblik hun ontstaan beleven, zoals sterren en planeten die een bepaalde positie aan het hemelgewelf innemen. Elk geboortemoment lijkt dezelfde kwaliteiten te bezitten als alles wat op dat precieze moment 'geboren' wordt. De astroloog vergelijkt vanuit deze vooronderstelling de positie van de hemellichamen en trekt daar zijn conclusies uit. Niet causaal, maar vanuit het principe van zinvolle gelijktijdigheid.
De onnauwkeurigheid van het geboortemoment
wetenschapper: Tussen eeneiige tweelingen bestaan grote overeenkomsten, maar soms ook grote verschillen. Astrologen verklaren deze verschillen door te stellen dat het verschil in geboortetijd van meestal slechts enkele minuten zorgt voor significante astrologische verschillen tussen de tweeling. Het tijdstip dat gebruikt wordt om een geboortehoroscoop op te stellen is dat van de eerste ademhaling.
astroloog: Inderdaad! Dat was lang de achillespees van de astrologie: niet-precieze geboortetijden. Dit probleem stelt zich echter veel minder in onze tijd, waar bevallingen veelal in ziekenhuizen plaatsvinden en de geboortetijd vrij precies genoteerd wordt. Weer een misvatting van de wetenschap over astrologie, is dat er geen ruimte is voor menselijke vrijheid. De astrologie in de middeleeuwen was inderdaad fatalistisch, maar intussen wordt moderne astrologie vaak bedreven door gediplomeerde psychologen en psychiaters die heus wel beter weten. Vanuit deze visie vormen eeneiige tweelingen totaal geen probleem: nature and nurture? Niet één met uitsluiting van de andere, maar beide natuurlijk. Eigenlijk komt het erop neer dat je de geboortehorosoop als potentieel, als aanwezige energie, als een blauwdruk voor je persoonlijkheid moet zien; het is perfect mogelijk dat eeneiige tweelingen met verschillende ervaringen worden geconfronteerd, maar vreemd genoeg lijken hun levens toch vaak heel parallel te verlopen.
De verschillende astrologische stromingen bewegen steeds verder uit elkaar
wetenschapper: Uit de geschiedenis van de wetenschap blijkt, dat verschillende wetenschappelijke stromingen steeds na verloop van tijd met elkaar samenvloeien. In de jaren 80 was er nog een grote stroming van klimatologen met twijfels aan de klimaatverandering, maar door nieuwe gegevens is men het in dat vakgebied steeds meer met elkaar eens geworden. Vanuit verschillende uitgangspunten komt men door onderzoek tot een consensus. Dit is een kenmerk van alle takken van wetenschap.
Astrologie vertoont een omgekeerde tendens en heeft daarmee een kenmerk van een pseudowetenschap. Astrologen zeggen dat dit komt doordat de stromingen verschillende doelen dienen: esoterische astrologie, praktische astrologie, karmische astrologie, psychologische astrologie enz. Critici wijzen er echter op dat de beweringen van deze stromingen elkaar soms uitsluiten, zodat toch minstens één stroming ongelijk moet hebben.
astroloog: De ontwikkeling van de wetenschap toont ook zulke omwentelingen, verschuivingen van paradigma. Dat is gewoon een gevolg van evolutie. Met astrologie is het niet anders, en het ligt in de lijn der verwachtingen dat nieuwe stromingen en nieuwe interpretaties ontstaan, net zoals in de wetenschap af en toe verschuivingen gebeuren (zie Thomas Kuhn met zijn 'The Structure of Scientific Revolutions').
Astrologen hebben geen enkele planeet ontdekt
wetenschapper: Als er echt een verband was tussen planeten en mensen, dan zou men in het verleden hebben moeten vaststellen dat er nog onbekende planeten waren, die invloed op de mensen uitoefenden. De sterrenkunde heeft immers ook aan afwijkingen in de baan van Uranus kunnen zien dat er buiten zijn baan nog een planeet was, namelijk Neptunus. Een dergelijke voorspelling is door de astrologie nooit eenduidig gedaan. Wel heeft de astroloog Sepharial in 1918 voorspeld dat buiten Neptunus een planeet zou worden ontdekt en dat deze de naam Pluto zou krijgen.[2] . Hij meende echter dat Pluto een grote omvang zou hebben.
astroloog: Het bestaan van hypothetische planeten en de integratie van nieuw ontdekte planeten speelde een grote rol in de school van Hamburg en die van Ebertin. Astrologen gaan er ook van uit dat nieuw ontdekte planeten een nieuwe fase inluiden in de geschiedenis van de mensheid en dus 'op tijd' ontdekt worden, door wie dan ook. Ten slotte zouden wetenschappers (astronomen) niet mogen vergeten dat zij staan op de schouders van astrologen uit Babylonië en andere culturen die de weg voorbereidden met belangrijke ontdekkingen over de regelmaat van de bewegingen van hemellichamen.

Bron

Voetnoten

  1. De Franse psycholoog en statisticus Michel Gauquelin publiceerde in 1955 L'Influence des Astres ("De invloed van de sterren"), een studie waarin hij steun gaf aan de astrologische bewering dat een significant aantal sportkampioenen geboren wordt net als de planeet Mars in de buurt van de ascendant of de midhemel van iemands geboortehoroscoop staat, wat bekendstaat als "het Marseffect".
  2. Sepharial, The Science of Foreknowledge, London 1918, blz. 38 en blz. 45.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.