Trotski voor beginners/Wat houden de glijdende loonschaal en de glijdende uurschaal in?
Deze twee woorden zijn de zogeheten ordewoorden voor respectievelijk levensduurte en werkloosheid. Volgens Trotski waren dit de twee belangrijkste problemen in de arbeidsomstandigheden. Over de levensduurte – de stijging van prijzen van producten – schreef hij dat het in prijs stijgen van de ‘consumptieartikelen’ gekoppeld moet worden aan het stijgen van de lonen; de arbeider moet er immers niet op achteruit gaan. Het loon ‘volgt de beweging van de prijzen’ als het ware. Bijvoorbeeld: wordt de boter twee keer zo duur, dan moet het salaris van de arbeider met ook omhoog; hij kan immers niet alleen van boter leven. Vooral rond het begin van de Eerste Wereldoorlog was dit belangrijk, de prijzen konden omhoog gaan, en het geld kon in waarde dalen. Dit moest dus voorkomen worden. Over de werkloosheid schreef Trotski dat ten eerste de vakbonden moesten zorgen voor broederschap tussen zij die werk hebben en zij die dat niet hebben. Ten tweede moest al het beschikbare werk worden verdeeld over alle beschikbare arbeiders. Door deze verdeling zou de lengte van de werkweek worden bepaald; waarbij het loon hetzelfde kon blijven voor iedere arbeider. Ook moest er een minimumgrens voor loon worden ingevoerd.