Sociale geschiedenis in de literatuur/Portret, droom en spiegel

Uit Wikibooks
Inhoudsopgave
  1. Inleiding
  2. Gemeenschap en individu
  3. Bijzondere plaatsen en mensen
  4. Vrouwen en mannen
  5. Het lichaam
  6. Identiteit
  7. Portret, droom en spiegel
  8. Bronnen en links

7. Portret, droom en spiegel

Het portret[bewerken]

Als in de verhalen een gezin uit elkaar gevallen was en vader en zoon ontmoetten elkaar na lange tijd weer, dan herkenden ze elkaar nooit aan hun gezicht, maar door de 'roep van het bloed'. Men herkende het gezicht van de ander wèl als dat op een (getekend of geschilderd) portret stond. Door een portret van hun geliefde te bekijken, dachten de minnaars aan elkaar en zij gaven dat portret een speciale plaats en behandeling.

De droom[bewerken]

In de dertiende eeuw vond men dat de zintuigen onderworpen waren aan het hart. Als het hart heftig in beroering was geraakt door een heel mooie of heel vervelende ervaring, dan wendden alle zintuigen zich tot het hart om van hun meester te vernemen wat zij moesten doen. En daardoor bleef de mens wezenloos achter. Hij kon niet zien, horen, spreken of voelen. Zo kon je zelfs zachtjes tegen een verliefd persoon opbotsen zonder dat die het merkte. In een verhaal was iemand dermate door verdriet overmand dat zijn lichaam zich willoos door zijn paard liet meevoeren, langs de vreemdste plaatsen en bij de vreemdste mensen, zelfs bij feeën, zonder dat dat tot hem doordrong.

In de veertiende en vijftiende eeuw werd de droom belangrijk in de literatuur. Men hield zich zeer bezig met de vele vragen die de droom opriep. Wat was de slaap? Wat was de relatie tussen droom en visioen? Was de dromer verantwoordelijk voor wat hij droomde? Wat was de relatie tussen wat het lichaam meemaakte en de aard van zijn dromen? Die vragen hadden al de aandacht in de twaalfde en dertiende eeuw.

De droom was een vertrouwd verschijnsel in de romans en allegorische teksten. Hij werd gezien als een vorm van leven dat zich onttrok aan het bewustzijn en misschien ook wel aan de verantwoordelijkheid. In een verhaal vergat een meisje om een kruisteken te slaan, waardoor satan een zoon bij haar kon verwekken. Als straf mocht ze van een priester nooit meer seksuele gemeenschap hebben, behalve in haar dromen want daartegen kon de mens niets uitrichten. In een droom was je de greep op jezelf kwijt.

Drie eeuwen lang (1200-1500) is er veel over dromen geschreven. Ook het thema van de voorspellende dromen is in de literatuur gebruikt, evenals de erotische droom en de komische droom.

De personages van de verhalen werden soms dermate bang van wat ze dachten dat hun droom zou kunnen betekenen dat ze naar een kluizenaar of kluizenares gingen om hen de droom te laten uitleggen.

Droom en leugen[bewerken]

Men vroeg zich wel eens af wat nu eigenlijk het waarheidsgehalte van een droom was en of het feitelijk geen illusies waren. In de droom kon een man een vrouw bezitten die in de werkelijkheid onbereikbaar voor hem was. Men dacht dat sommige dromen misschien wel werden veroorzaakt door schuldgevoelens of zelfs door pathologie.[1]

In de hoofse literatuur werd de droom soms voorgesteld als een troost voor iemand met liefdesverdriet, want in de droom kon de mens kijken naar de geliefde die in de werkelijkheid onbereikbaar was. Soms vluchtte iemand in de vergetelheid van de droom.

Men vroeg zich af of dromen de toekomst konden voorspellen, velen betwijfelden dat. Soms droomde men van dingen die bij het wakker worden helemaal niet gebeurd bleken te zijn. In de verhalen gingen mensen hun dromen opschrijven en dan zagen ze soms met een lichte ironie dat hun droom niet was uitgekomen, maar een illusie was gebleken. Maar juist daardoor kon men de waarheid soms duidelijker onderkennen. Men had bijvoorbeeld gedroomd van een hoofse poging om de liefde van een vrouw te winnen, maar deze poging was mislukt. Omdat men bij het ontwaken afstand kon nemen van deze nachtmerrie, kon men de hoofse pogingen waarvan men gedroomd had, zien als een vorm van machteloosheid. En veel hoofse liefde was waarschijnlijk in feite niet veel meer dan een vorm van machteloosheid.

De politieke droom[bewerken]

De politieke droom kwam heel vaak voor in de verhalen en werd door de schrijvers als een excuus gebruikt om de machtsstructuur en de rollen die mensen in de maatschappij speelden ter discussie te stellen. De schrijver deed dan net alsof een van de figuren in zijn verhaal een droom had gehad. Daar kon men hem als schrijver niet verantwoordelijk voor houden, hoopte hij. Hij hoefde dan minder bang te zijn om straf te krijgen voor zijn ongepaste en kritische ideeën.

De spiegel[bewerken]

Hans Memling, Vanitas, ca. 1490

Een spiegel kon wel natuurlijk wel eens nuttig zijn om onvolmaaktheden in kleding en kapsel te ontdekken, maar al vlak na 1300 werd hij toch meestal voorgesteld als een instrument van de ijdelheid. Hij werd in de meeste verhalen gebruikt om zedenlessen te geven. Men schreef over vrouwen die zichzelf verzaligd en veel te lang in de spiegel bekeken, zodat de mensen in de kerk zich zaten te ergeren omdat ze op haar moesten wachten. De straf hiervoor kon niet uitblijven: de duivel kwam en ontnam deze vrouw haar verstand.

Een spiegel kon ook als een instrument van verleiding worden beschreven. Een schildknaap die in een verhaal de komst van zijn heer kwam aankondigen, moest van de edelvrouwe de spiegel vasthouden zodat zij haar kap op kon zetten. Zij deed dit echter dermate verleidelijk dat de schildknaap voor haar viel en zij de liefde bedreven en de heer vergaten.

Een weerspiegeling kon ook wel eens de rol van dubbelganger krijgen. Een ridder die lang door zijn vrouw was afgewezen, kreeg van haar zijn ring terug. Hij boog over de putrand en meende daar beneden de weerspiegeling van zijn beminde vrouwe te zien. Hij liet de ring vallen met de woorden: "hier, lieve vriendin, mijn vrouw wil hem niet, daarom geef ik hem aan jou". Zijn vrouw, die naast hem stond was dermate ontroerd door deze hoofsheid dat zij hem uiteindelijk tòch haar liefde schonk.

Noten[bewerken]

  1. In een vijftiende eeuws verhaal over een schoonmoeder die haar schoonzoon tot incest had verleid, bleef zij maar van hem dromen. Alleen was het in haar dromen niet zoals in de werkelijkheid dat zij hem lastig viel, maar was hij het die haar lastig viel.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.