Naar inhoud springen

Papier/Geschiedenis van papier

Uit Wikibooks
De geschiedenis van papier begon net na het begin van de Christelijke jaartelling.
Inhoudsopgave Papier
Hoofdstukken
  1. Geschiedenis van papier Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
  2. Grondstoffen papier Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    1. Vezels voor papier Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    2. Water Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    3. Vulstof en retentie Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    4. Kleuren en witheid Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    5. Lijm- en natvastmiddel Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
  3. Papierproductie Redelijk ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    1. Oudpapierbereiding Goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    2. Papiervezel- en hulpstofvoorbereiding Redelijk ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    3. Papiermachine Redelijk ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    4. Bladvorming Redelijk ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    5. Persen van papier Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    6. Drogen van papier Redelijk ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    7. Nabehandeling van papier In ontwikkeling. Revisiedatum: onbekend
    8. Procesregeling Nog vrijwel niets. Revisiedatum: onbekend
  4. Papiersoorten In ontwikkeling. Revisiedatum: onbekend
    1. Grafisch papier Redelijk ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    2. Papier voor verpakken Redelijk ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
    3. Hygiënische en sanitaire papieren Nog vrijwel niets. Revisiedatum: onbekend
    4. Speciale papieren In ontwikkeling. Revisiedatum: onbekend
  5. Papiereigenschappen Goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
  6. Gebruik van papier Redelijk ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
  7. Ecologie van papier Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend
  8. Alternatieven voor papier In ontwikkeling. Revisiedatum: onbekend
  9. Externe links en nawoord Goed ontwikkeld. Revisiedatum: onbekend


Samenvatting

  • Papier is afgeleid van papyrus; een plant
  • De uitvinder van papier is Cai Lun in 105 (China)
  • Sinds de 13e eeuw wordt papier gemaakt in Europa
  • Papier wordt hoofdzakelijk daar geproduceerd waar de grondstof is en waar energie is
  • In de 19e eeuw werd productie van papier gemechaniseerd
  • Pas in de 19e eeuw werd de tot dan toe belangrijkste grondstof voor papier: katoen, vervangen door hout


Citaat

"Het papier is geduldig."
Marcus Tullius Cicero - Romeins redenaar, politicus, advocaat en filosoof (106 v.Chr. - 43 v.Chr.)
De papyrusplant
De papyrusplant
De papyrusplant

Papyrus

[bewerken]

Het woord papier verwijst naar de papyrusplant. Deze plant groeit aan de waterkant van rivieren in het Midden-Oosten, zoals de Nijl. Het "papier" van de papyrusplant werd eerst door de Babyloniërs, daarna door de Egyptenaren (rond 3000 v. Chr.) en vervolgens door Grieken en Romeinen gebruikt om voornamelijk contractuele afspraken vast te leggen.

Het papier uit de papyrusplant werd gemaakt door de stengel en de bladeren van de papyrusplant op elkaar te leggen en door het uitoefenen van druk met elkaar te verbinden. Dit was een vrij moeizaam en langdurig proces. De papyrusrepen werden met elkaar verbonden door er met hamers op te slaan. Daarbij kwam er sap uit de bladeren dat weer diende als lijm tussen de repen.

Andere vroegere informatiedragers

[bewerken]

De oudste informatiedragers zijn de grottekeningen, die voornamelijk vertellen over het dagelijkse leven uit die tijd. De Sumer schreven met een spijkerschrift op de zachte kleitabletten rond 3200 v. Chr, ongeveer gelijktijdig met de Egyptenaren die speksteen gebruikten. Andere organische informatiedragers dan papyrus waren leer, perkament, hout en schors. In de Romeinse Tijd werden ook wasbordjes gebruikt, waar de teksten ingekrast werden en, zeker voor gebouwen, werden de teksten in het steen gegraveerd (inscriptie). Bij de Chinezen zijn ook de materialen schelp, botten en ivoor bekend; bij de Indiërs werden bladeren van palmen gebruikt. Verder zijn nog als informatiedrager gebruikt: jade, ijzer, goud, zilver, tin, brons, bamboe en zijde.

Vroege papierproductie door de Chinezen

Uitvinding van papier

[bewerken]

Papier uit plantaardige vezels werd uitgevonden door de Chinees Ts'ai Lun, die in 105 na Chr. textielvezels en vezels uit de bast van de moerbeiboom in water vermengde en daaruit een vel papier schiep. De uitvinding van papier was een van de redenen voor de bloei van China, omdat papier het bestuur van China vergemakkelijkte.

Archeologische opgravingen hebben echter al papier aan het licht gebracht, dat gebruikt werd in de periode van 140 tot 87 v. Chr..

Verspreiding van de kennis van het papier maken

[bewerken]

Vanuit China werd de kunst van het papier maken rond 610 verbreid naar Korea en Japan. De Arabieren leerden de techniek van het papier maken in de 8e eeuw van de Chinezen, naar verluidt door gevangenneming van Chinezen met deze kennis door de Arabieren. De Arabieren verspreidden de kunst van het papier maken tijdens hun veldtochten in Noord-Afrika en in Zuid-Europa. De eerste papierfabricage op Europees grondgebied vond plaats in 1144 in Xativa (bij Valencia) in Spanje. De eerste landen in Europa, dat niet onder controle van de Arabieren stond, met papierproductie waren Italië en Spanje in de 13e eeuw, hoewel het gebruik van papier in Europa al sinds 1100 bekend is. Er wordt melding gemaakt van een papierfabriek in Fabriano (bij Ascona) in Italië in 1276. Rond deze tijd werd ook het lijmen van papier met dierlijm in Italië uitgevonden. De Duitsers hadden hun eerste papiermolen in 1389. Daarna volgde de rest van Europa aan het einde van de 15e eeuw. In België was de eerste papierproductie in Huy (Hoei) in 1405 en in Nederland in Dordrecht in 1586.

Papierproductie vòòr de mechanisatie van het papiermaken

Locatiebepaling van papierproductie

[bewerken]

De locatie van papierproductie wordt bepaald door 2 factoren:

  • De aanwezigheid van grondstoffen
  • De aanwezigheid van kracht/energie

De aanwezigheid van grondstoffen was, voor de uitvinding van het gebruik van vezels van bomen, afhankelijk van de beschikbaarheid van lompen. Deze lompen, afgedragen kleding, waren met name beschikbaar in stedelijke centra. De vezels die toentertijd voor papier werden gebruikt, waren van katoen.

De aanwezigheid van kracht was noodzakelijk voor het maalproces dat de vezels moesten ondergaan. Hiervoor werden waterkrachtmolens of windmolens gebruikt.

De papierindustrie was van de 17e eeuw tot de 19e eeuw in Nederland voornamelijk geconcentreerd op de Veluwe (aanwezigheid van waterkracht) en in de Zaanstreek (aanwezigheid van grondstoffen en windkracht). Waterkracht leverde op de Veluwe vanwege het geringe hoogteverschil niet de benodigde energie voor hoge kwaliteit papier, zodat op de Veluwe voornamelijk verpakkingspapier en in de Zaanstreek wit schrijfpapier werd geproduceerd.

Verdere mechanisatie en ontwikkeling van de papierproductie

[bewerken]

Een belangrijke uitvinding was omstreeks 1670 de Hollander. Dit apparaat zorgde voor een verbetering van het maalproces van de vezel. Hierdoor konden niet alleen meer lompen als grondstof worden gebruikt, maar ook (oude) touwen en vissernetten. Dit vergrootte de beschikbaarheid van grondstoffen aanzienlijk.

In 1744 werd de blekende werking van chloor ontdekt en aan het einde van de 18e eeuw werd dit toegepast om katoen, de grondstof voor papier, te bleken.

De uitvinding van de papiermachine aan het begin van de 19e eeuw vergrootte de mechanisatie van het papiermaken en daarbij de productiecapaciteit. Donkin in Engeland en Robert in Frankrijk ontwikkelden de eerste papiermachines. Mongolfier en Foudrinier ontwikkelden het concept verder; er werd een langzeefmachine ontwikkeld. De huidige langzeefpapiermachines hebben nog altijd een vergelijkbare opbouw, zodat deze papiermachines vaak ook met Foudriniers worden aangeduid.

In 1806 werd er nog een belangrijke uitvinding gedaan namelijk het lijmen van papier, dat nodig is om het papier beter beschrijfbaar te maken, met aluin en aluminiumsulfaat. Dit proces verving grotendeels de oppervlaktelijming van papier met dierlijke lijm.

Rond 1845 werd het mogelijk om, door hout met een draaiende slijpsteen te behandelen, vezels uit hout vrij te maken. Dit proces werd ontwikkeld door de Duitser Friedrich Gottlob Keller. De ontwikkeling van alternatieve vezelbronnen werd ingegeven door de schaarste aan lompen en door de tegelijkertijd stijgende behoefte aan papier. Papier gemaakt van houtslijp vergeelde echter sterk door de aanwezigheid van lignine, zodat men kwaliteitspapier nog steeds van lompen bleef maken.

Aan het einde van de 19e eeuw werd in Scandinavië een bleekproces ontwikkeld, waardoor het lignine uit de houtslijp kon worden verwijderd. De vergeling van het papier werd hierdoor duidelijk minder, zodat katoenen vezels uit lompen, als grondstof van papier, voortaan had afgedaan.

In de 20e eeuw werd de papiermachine verder verbeterd, waardoor papier met steeds hogere snelheid en kwaliteit kon worden geproduceerd. En verdere verbetering kwam door de toepassing van meet- en regeltechniek in papiermachines vanaf 1960.

En verdere belangrijke ontwikkeling die rond 1985 begon is de ontwikkeling van bleekmethoden die zonder elementair chloor werken. De ECF-methoden die werkt met chloraat en chloordioxide en de TCF-techniek die geheel werkt zonder stoffen met chloor, maar met ozon, zuurstof en waterstofperoxide.



Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.