Onderwijstechnologie/Voorbeelden onderwijstechnologische realisaties/Rapport Taal-Letterkunde 1 2012-2013

Uit Wikibooks

Inleiding[bewerken]

De rol van ICT in het onderwijs kwam de voorbije jaren sterk onder de aandacht. Van leerkrachten wordt verwacht dat ze hun leerlingen voldoende motiveren om zélf het leerproces ter hand te nemen. Leerlingen gaan zelfstandig aan het werk, ieder op zijn eigen tempo met behulp van diverse leermiddelen. Onderwijstechnologie biedt de leerkracht verscheidene mogelijkheden om beter in te spelen op de leefwereld van de leerlingen om hen zo te blijven motiveren en uit te dagen. Het kan het leerproces voor hen net iets aangenamer en boeiender maken.

Tijdens de lessen onderwijstechnologie leerden we dat ICT binnen het onderwijs een manier kan zijn om de leerlingen actief bij de leerstof te betrekken. We verwijzen hier naar het Jonassen Model. Leerlingen leren samenwerken en elkaar motiveren om te streven naar eenzelfde doel. Ze leren omgaan met authentiek materiaal, ze leren werken met verschillende toepassingen en ze worden op die manier voorbereid op een plaats in onze huidige kennismaatschappij. Een belangrijk voordeel van onderwijstechnologie is de mogelijkheid om in te spelen op individuele verschillen. Elke leerling heeft immers een ander leerritme, neemt kennis op een andere manier op of gaat er anders mee om. Als toekomstige taalleerkrachten zochten wij naar een manier om beter in te spelen op de specifieke situatie van elke individuele leerling.

Als leerkracht kan je niet altijd perfect inspelen op de aanwezige verschillen in de klas. Je merkt wel op dat enkele leerlingen sneller met de leerstof omgaan dan anderen of dat sommige leerlingen toch wel wat achterstand hebben voor bepaalde onderdelen, maar je hebt vaak niet de tijd of de middelen om daar op een gepaste manier mee om te gaan. Zeker voor taal zijn er binnen de klascontext vaak enorme verschillen. Wij gingen op zoek naar een manier om door middel van een ICT-tool leerlingen voor taalvakken individueel te begeleiden en bij te sturen. Dit verslag bespreekt het concept, het doelpubliek, de achterliggende redenering en de praktische uitwerking van deze tool. Ten slotte gaan we na wat mogelijks tekortkomingen zijn en we bestuderen de opportuniteiten om de tool nog verder te optimaliseren en uit te breiden.

Digitaal leermateriaal: aangepaste oefenreeksen[bewerken]

Voorstelling van de tool[bewerken]

Concept[bewerken]

Als toekomstige taalleerkrachten zijn we op zoek gegaan naar een tool die het toelaat om leerders `gestuurd zelfstandig` te laten bijbenen in bepaalde taalaspecten en dit op maat van elke individuele leerder. Omdat we in onze latere loopbaan vermoedelijk vooral geconfronteerd zullen worden met leerders die al een aantal jaren taalonderwijs achter de rug hebben, kozen we er bewust voor ons niet te richten tot de absolute beginners binnen dat taalonderwijs. De taalleerkracht die dus van onze tool gebruik kan maken, is naar alle waarschijnlijkheid een leerkracht die van de taalleerders een bepaalde voorkennis verwacht - een voorkennis die voldoende ingeburgerd is om de leerders maximaal toe te laten de vaardigheden te oefenen. Voor Engels kan dit bijvoorbeeld het gebruik van de ‘past tenses’ zijn, voor Nederlands het gebruik van ‘-d of -t of -dt’ of in Frans het gebruik van de ‘participe passé’.

De tool die wij voor ogen hebben, laat de leerders individueel een reeks ‘diagnose-’oefeningen maken. Deze reeks oefeningen is een mix van 50 meerkeuzevragen op diverse taalaspecten. Daarna volgt een automatische correctie en resultaat-weergave door middel van een grafiek die de leerder en leerkracht zicht geven op die aspecten waar de leerder sterk in is en op datgene waar hij nog meer oefening voor nodig heeft. Op basis hiervan bepaalt de leerkracht op welke aspecten de leerder zelfstandig verder oefent. Dat kan in onze tool door verder te klikken naar de verschillende oefenreeksen die we beschikbaar maakten. Elke oefenreeks behandelt één van de drie thema’s die per taal in het eerste diagnosegedeelte aan bod kwamen. Het spreekt voor zich dat de oefenreeksen uit het tweede deel en de diagnostest uit het eerste deel van de tool later en op frequente basis uitgebreid kunnen worden met meer oefeningen en meer thema’s. De concrete opbouw van de oefeningen wordt later in dit verslag in meer detail besproken.


Doelpubliek en inzetbaarheid[bewerken]

We zien onze tool dus zoals vermeld vooral in het kader van ‘bijbenen’ of ‘opfrissen van kennis die al verworven is’. In die zin is het in feite breed inzetbaar en dat niet enkel voor talen maar ook voor vakken als geschiedenis, chemie, fysica… Het achterliggende idee dat wij concreet toepasten op het taalonderwijs, is immers relatief eenvoudig en kan mits een aantal vakspecifieke aanpassingen ook gebruikt worden voor andere vakken.

Het doelpubliek betreft zowel de leerkracht als de leerders. Enerzijds is het voor de leerkracht een handige manier om de voorkennis van elke individuele leerder na te gaan. Anderzijds biedt de tool elke individuele leerder de kans om bij te benen waar nodig, zonder dat hij hiervoor speciaal moet nablijven of bijlessen volgen. Wij zien de tool bovendien bruikbaar in diverse leeromgevingen: van lagere school tot hoger onderwijs, maar ook buiten de klassieke onderwijssituatie kan een individuele gebruiker aan de hand van de tool zijn sterktes en zwaktes ontdekken en daarop inspelen. Vandaar dat we ook de term ‘leerder’ gebruiken, die toch een meer algemenere leercontext omvat dan die van de ‘leerling’.

Meer specifiek bestaat het doelpubliek van deze tool enerzijds uit leerders die het Engels of het Frans als vreemde of tweede taal verwerven, en anderzijds uit leerders met het Nederlands als moedertaal of als tweede of vreemde taal. Zoals eerder vermeld, is het belangrijk daarbij dat het gaat om leerders die al een zeker grammaticaal en lexicaal niveau in de taal behaalden; de tool is met andere woorden minder aangewezen voor absolute beginners.


Keuze van de talen en soorten oefeningen[bewerken]

De drie talen die het onderwerp zijn van onze toepassing, zijn niet toevallig de drie meest gesproken en aangeleerde talen in België en het Belgische onderwijssysteem. Binnen de Belgische context zou er het meeste vraag zijn naar een toepassing zoals de onze, die zich toespitst op het Engels, Frans en Nederlands. Dat betekent niet dat de tool in de toekomst niet kan uitgebreid worden naar andere talen. Het Duits zou daarbij een prioriteit zijn, maar ook andere belangrijke en veel gesproken en aangeleerde talen in België zouden in aanmerking kunnen komen.

Daarnaast hebben we specifiek gekozen om onze tool toe te spitsen op de grammaticale component van moedertaal-, tweede- of vreemdetaalverwerving en minder op bijvoorbeeld het lexicale aspect van de taal. Dat doen we omdat de differentiatie binnen het grammaticale kennisdomein van leerders vaak groter is en omdat het voor leerkrachten moeilijker is om hier op in te spelen. Ook kozen we er bewust voor aangeleerde of opgedane ‘kennis’ te testen en niet zozeer in te spelen op de verschillende vaardigheden (spreken - lezen - schrijven - luisteren) die binnen het taalonderwijs aan bod komen. Hoewel de laatste paar jaren de nadruk verschoven is van kennis naar vaardigheden, kregen wij al gauw de indruk dat de digitale wereld zich beter leent tot het testen van kennis. Bovendien stelt onze leeromgeving de leerkracht in staat om tijdens de lessen meer aandacht te besteden aan de verschillende vaardigheden. Het testen van kennis - dat overigens objectiever getoetst kan worden dan vaardigheden - kan de leraar dan gedeeltelijk toevertrouwen aan digitale leeromgevingen zoals we met onze tool willen bereiken.

Ten slotte is het belangrijk op te merken dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen enerzijds de Nederlandse en anderzijds de Franse en Engelse toepassing van onze tool. Omdat wij allemaal het Nederlands als moedertaal hebben, spreekt het voor zich dat we de oefeningen opstelden voor andere moedertaalgebruikers van het Nederlands. De Engelse en Franse oefeningen zijn daarentegen opgesteld voor leerders die de taal als tweede taal of als vreemde taal verwerven. Daarom spitsen de Nederlandse oefeningen zich veel meer toe op veel voorkomende problemen en pijnpunten, daar waar de Engelse en Franse oefeningen de algemenere regels van de grammatica behandelen - en dit binnen het kader van bijvoorbeeld de ‘past tenses’ of de ‘participe passé’.


Rol van de leerkracht[bewerken]

De leerkracht bepaalt welke oefeningen in de tool ingevoerd worden en is ook verantwoordelijk voor de update van de oefeningen. In die zin is hij eigenlijk de beheerder van de ‘database aan oefeningen’. Dit houdt uiteraard ook in dat hij instaat voor de juistheid en toepasselijkheid van de oefeningen en hun antwoorden. Zijn didactisch-pedagogische rol is die van coach of begeleider: afhankelijk van zijn leerders-publiek helpt hij hen om een bepaalde timing aan te houden en gaat hij na waar extra hulp nodig is in de vorm van individuele of klassikale uitleg.

Bij zelfstandig/zelfgestuurd leren is het van groot belang dat de leerkracht een goed zicht behoudt op de evolutie van de leerder en weet waar de leerder ondersteuning en coaching nodig heeft. Deze tool laat dit gemakkelijk toe, aangezien er ‘diagnoses’ of grafieken gegenereerd worden van waar de grootste leerpunten nog liggen.

De tool stelt de leerkracht in staat om snel in te spelen op de individuele niveauverschillen tussen leerders. Voor de leerkracht levert dit ook tijdswinst op: er hoeft geen lestijd besteed te worden aan het remediëren van eerder opgedane kennis, tenzij de leerkracht dit toch bewust wil doen.

Uitwerking van de tool[bewerken]

Keuze van de software[bewerken]

Op aanraden van Prof. Dr. Questier opteerden we voor Xerte om onze tool uit te werken. Xerte is vrije software die het toelaat om oefeningen en leerpaden te ontwikkelen. Je vindt Xerte onder andere op xerte.toll-net.be. Toll-net is een netwerk van lesgevers, ICT-coördinatoren, directies en pedagogische begeleiders in de volwasseneneducatie. Binnen dit netwerk wisselen de leden ervaringen en kennis uit over e-leren en gecombineerd leren. Als je met Xerte wil werken, dan kan je op Toll-net een login aanvragen die je een tiental dagen later ontvangt. Hiermee kan je gratis de diverse mogelijkheden van Xerte ten volle benutten.

Daarnaast besloten we ook Educaplay te gebruiken omdat deze software op het technisch forum van Toll-net werd voorgesteld als een eenvoudige en gebruiksvriendelijke manier om losstaande oefenreeksen van verschillende types te creëren. Het is eveneens vrije software waarmee je diverse types van leeractiviteiten kunt opbouwen, gaande van eenvoudige invuloefeningen tot slideshow presentaties en interactieve kaarten.


Opbouw van de oefeningen[bewerken]

Onze tool bestaat uit twee delen: een eerste diagnosetest en een tweede oefengedeelte.

Onderstaande afbeelding geeft de welkomstpagina van onze tool weer.



De leerders moeten na het zien van deze welkomstpagina het leerpad volgen door de juiste keuzes aan te klikken en verder te gaan door op het pijltje rechts bovenaan te klikken. De volgende pagina van het leerpad geeft het verloop van de taaltest weer:



Hieronder volgt het stappenplan dat de leerders vanaf dan normaal gezien zullen volgen:

Stap 1: de leerder kiest de taal waarin hij de oefeningen van de test wil maken. Hij heeft de keuze tussen het Nederlands, Frans of Engels. De leerder klikt op de taal van zijn keuze en automatisch wordt hij doorverwezen naar de pagina van de diagnosetest in zijn taal. Nadien klikt hij zelf door naar de oefeningen.



Stap 2: de leerder maakt de reeks diagnose-oefeningen. Wij voorzien per taal 50 van deze oefeningen. Voor Nederlands zijn dat oefeningen op ‘-dt’, op de juiste woordkeuze (zoals bv. ‘noemen’ vs. ‘heten’) en op het gebruik van ‘hun’ of ‘hen’. Voor Engels zijn dat oefeningen op het gebruik van de ‘simple present’ vs. ‘present continuous’, op het gebruik van de ‘simple past’ vs. ‘past continuous’ en op het gebruik van de ‘simple future’ vs. ‘future continuous’. Voor het Frans zijn dat oefeningen op de ‘indicatif vs. subjonctif’, op de ‘accord du participe’ en op de ‘indicatif, infinitif ou participe’. De oefeningen op deze verschillende thema’s komen gemengd voor in de test en kennen ook geen vaste volgorde bij volgende tests op een later moment. Daarnaast zijn de diagnose-oefeningen opgesteld in het quiz-formaat. De vraag bestaat uit een zin waaruit één of meerdere woorden werden weggelaten. De leerder heeft dan telkens de mogelijkheid te kiezen uit twee of drie antwoorden die de zin compleet maken; hij mag maar één antwoord aanvinken en gaat daarna over op de volgende oefening. We hebben ervoor gekozen niet aan te geven of de antwoorden juist of fout zijn, om zo een realistisch beeld van de kennis van de leerder op dat moment te hebben. Indien we feedback zouden geven tijdens de test, geeft de test een minder realistisch beeld weer.



Stap 3: nadat de leerder de 50 oefeningen heeft ingevuld, krijgt hij het ‘gedifferentieerde’ resultaat te zien in de vorm van een grafiek. Daaruit blijkt tegen welke categorie of tegen welk thema de leerder het meeste fouten maakte. De leerkracht kan leerders eventueel de opdracht geven hem een screenshot van deze grafiek te bezorgen.



Stap 4: uit de grafiek is gebleken wat de zwakke punten van de leerder zijn, waardoor hij hierop verder kan oefenen in het tweede gedeelte van onze tool. Als uit dit resultaat bijvoorbeeld blijkt dat leerling A het niet goed gedaan heeft in de oefeningen op de ‘-dt’-oefeningen, krijgt hij de opdracht om enkel op dit thema verder op te oefenen, opnieuw via Xerte. Leerling B had het mogelijks moeilijk met de woordkeuze en oefent hier verder op.



Gebruik van Xerte[bewerken]

Xerte op zich is gebruiksvriendelijk: er is uiteraard een handleiding voorzien, maar zelfs zonder deze te raadplegen en mits wat zoekwerk, kom je al snel tot enig resultaat. Bij elke volgende stap wordt namelijk toegelicht welke actie er verwacht wordt.

We kozen ervoor om in Xerte onze diagnosetest aan te maken en om de eigenlijke oefenreeksen die in het tweede gedeelte van de tool aan bod komen te maken met behulp van Educaplay (Hierover wordt verder meer uitleg gegeven). Een nadeel van Xerte dat we toen ondervonden, is het feit dat er (nog) geen manier bestaat om automatisch oefenreeksen te creëren. Toen we dit navroegen op het technisch forum van Toll-net, werd ons verteld dat dit te gecompliceerd is en dat daar waarschijnlijk betalende software voor nodig is. Daarom hebben we ons project qua opzet vereenvoudigd, terwijl we oorspronkelijk wel van plan waren deze mogelijkheid in de tool op te nemen en aan te bieden. Om de resultaten van de ‘diagnose-’oefeningen gedifferentieerd weer te geven, gebruikten wij de optie ‘inventarisatie’. Het principe van deze optie is dat binnen een quiz antwoorden een bepaalde classificatie kunnen krijgen. Dit is in se hetzelfde principe dat meestal wordt toegepast voor de typische persoonlijkheidstestjes in vrouwenblaadjes zoals de Joepie, de Flair … . Je kiest in Xerte 'voeg toe'. Daar vind je onder de categorie 'interactiviteit' de keuze 'inventarisatie'. Hier kan je naast de titel enz. verschillende classificaties kiezen. Deze corresponderen met een cijfer van 0 tot 9, dat je nodig zal hebben in de volgende stappen. In een fictief voorbeeld met een kleurentest kan je bijvoorbeeld kiezen om de classificaties (of thema’s) ‘rood’, ‘blauw’, ‘groen’, ‘geel’ op te nemen. In de oefeningen krijgt elke classificatie dan een soort van code toegekend, door middel van het cijfer van 0 tot 9. Bijvoorbeeld: 0 = fout tegen rood; 1 = fout tegen blauw; 2 = fout tegen groen; 3 = fout tegen geel. Bij ‘score type’ kies je 'individueel percentage' en eveneens welk type grafiek (taart). Vervolgens kan je de vragen toevoegen door op 'ivQuestion' te klikken. Je stelt je vraag en kan ook kiezen wel of niet feedback te tonen. Zoals eerder vermeld hebben wij ervoor gekozen geen feedback te tonen. Vervolgens moet je mogelijke antwoorden ingeven door te klikken op ‘ivOption toevoegen’. Als de vraag in onze fictieve kleurentest is: "Welke kleur heeft een smurf?" kan je bijvoorbeeld de volgende drie antwoorden ingeven: 'blauw', 'rood', 'groen'. Daarbij is het belangrijk dat je een classificatie kiest. Aangezien een smurf blauw is, zijn rood en groen fouten tegen de classificatie 'blauw'. Het ‘thema’ of het onderwerp van deze vraag is met andere woorden ‘blauw’. Dit betekent dat je classificatie '1' kiest in het voorbeeld van de kleurentest. Voor het gewicht van het antwoord hebben we overal standaard 1 gekozen bij een fout antwoord. Het juiste antwoord in de voorbeeldvraag “Welke kleur heeft een smurf?” krijgt eveneens classificatie ‘1’ maar gewicht ‘0’, zodat enkel de foute antwoorden in de grafiek vertegenwoordigd worden. Op die manier telt de tool dan het aantal fouten (telkens met gewicht 1) op en worden die automatisch onder de juiste categorieën of classificaties ondergebracht in de grafiek.



Nadat het diagnosegedeelte afgewerkt was in Xerte, hebben we de oefeningen die we in Educaplay hadden aangemaakt, ingevoerd in Xerte. Hieronder een aantal screenshots die dat proces demonstreren:

Om in Xerte een bestand te bewerken, ga je als volgt te werk:



Nadien kan je zaken toevoegen door op ‘voeg toe’ te klikken, naar de optie ‘navigatie binnen een pagina’ te gaan en daar op de optie ‘embed content’ te klikken:



Je voegt dan de URL in van de activiteit die je in Xerte wil invoegen:



Een goed voorbeeld van het gebruiksgemak van Xerte is de knop in de rechteronderhoek (‘Toon’). Deze knop staat toe om op elk mogelijk moment na te gaan hoe wat net werd ingegeven er uiteindelijk zal uitzien. Zo kan dus ook meteen getest worden of het naar behoren werkt.

Gebruik van Educaplay[bewerken]

Educaplay is een heel toegankelijke tool om diverse types van oefeningen te maken. Hier kan je ook op een erg eenvoudige manier losstaande oefenreeksen creëren. Xerte laat toe om volledige mappen met verschillende activiteiten/oefeningen in te voegen vanuit Educaplay in Xerte. Voer je daarna nog aanpassingen door in de Educaplay-mappen, dan wordt dit ook automatisch aangepast in Xerte.

Wat volgt, zijn een aantal screenshots die het gebruiksgemak van Educaplay illustreren.

Op onderstaande screenshot wordt duidelijk hoe Educaplay werkt. Eerst kan je kiezen welke activiteit je wilt aanmaken - in dit geval gaat het om een quiz. Nadien geef je de titel van de oefening in, de taal waarin de oefening gemaakt wordt en een korte beschrijving. Je kan indien gewenst ook de richtleeftijd voor de oefening ingeven.



Op de volgende screenshot wordt duidelijk hoe je in Educaplay vervolgens de eigenlijke oefening begint aan te maken. Je geeft de opgave in die bovenaan de oefening zal verschijnen; dat is met andere woorden het thema waartoe de oefening behoort. Dat is in dit geval bijvoorbeeld ‘Simple Present or Present Continuous?’. Nadien vul je het aantal vragen in (en of deze op willekeurige wijze zullen verschijnen of volgens een vaste volgorde) en het percentage dat nodig is om te slagen voor de proef. Dat is in dit geval 50%.



Nadien geef je de vraag in en kies je of ze verplicht beantwoord moet worden of niet. Je kiest ook of er een of meerdere goede antwoorden kunnen gegeven worden.



Ten slotte geef je de verschillende mogelijke antwoorden in en duid je het juiste antwoord aan:



In de bovenstaande screenshots werd duidelijk hoe je een oefening in het quiz-formaat aanmaakt. Je kan uiteraard ook andere soorten oefeningen aanmaken. In de afbeeldingen hieronder wordt een ‘fill-in-the-blanks’-oefening aangemaakt, een invuloefening.

Hieronder vul je de tekst in die de leerders zullen moeten aanvullen. Je laat in de eerste plaats nog geen woorden weg.



Nadien wordt door Educaplay je ingevulde tekst nogmaals vertoond, waarop je handmatig de woorden die de leerders zullen moeten invullen, kan aanduiden.



De verschillende oefenreeksen die je zo per thema aanmaakt, kan je nadien in collecties plaatsen die je zelf een naam geeft. Daar is onderstaande screenshot een voorbeeld van:



Hieronder zie je dan het uiteindelijke resultaat. Binnen de collectie van de ‘oefeningen Frans’ zie bovenaan de zes verschillende oefenreeksen (twee per thema) staan. De oefening die hier verschijnt is de eerste oefenreeks op de ‘indicatif ou subjonctif’.


Online publicatie[bewerken]

Ons digitaal leermateriaal zal online gezet worden via KlasCement. Op de startpagina van KlasCement moet men op ‘Toevoegen’ klikken. Hier dient de optie “i-oefeningen” gekozen te worden. Daar kan gekozen worden voor de snelle manier, waarbij enkel verplichte velden ingevuld moeten worden, of voor de uitgebreide manier, waarbij veel extra informatie ingevoerd kan worden (een logo, …). KlasCement is zeer gebruiksvriendelijk in die zin dat verplichte velden aangeduid worden met een sterretje. Eens deze velden correct zijn ingevuld, verschijnt er een groen vinkje naast dit veld. Bij het veld ‘Techniek’ kiest men voor ‘Xerte’, aangezien het digitale leermateriaal hiermee aangemaakt is. Vervolgens dienen verschillende stappen gevolgd te worden waarbij steeds informatie gegeven kan worden: voor welke doelgroep is de tool geschikt, achtergrondinformatie, didactische tips, … De oefeningen zelf moeten via een map geüpload worden. Vanuit Xerte kan je via de knop 'Eigenschappen' kiezen voor de optie 'Export'. Door daar de optie 'Get deployment zip' te kiezen download je de zip-files van je leerpad, dat vervolgens met 1 klik op een knop toegevoegd kan worden op KlasCement. Als laatste stap stelt KlasCement nog enkele vragen ivm de auteursrechten, waarna je bijdrage een 'Creative commentslicentie' toegewezen krijgt.






Na het ontvangen van een bevestigingsmail staat de bijdrage nog niet online. Alle bijdragen worden eerst nagekeken door een medewerker van KlasCement. Na die laatste goedkeuring volgt opnieuw een mail ter bevestiging en staat de bijdrage op KlasCement en op oefen.be.

Onze oefening is te vinden via http://www.klascement.net/oefeningen/41963 en op http://www.oefen.be/oefening/4/1/9/6/3/e/OWT/index_flash.htm

Groepsdynamiek en taakverdeling[bewerken]

Alle leden van onze groep behoren tot de richting Taal- en Letterkunde, met uitzondering van Céline die uit de richting Geschiedenis komt en die zich iets later bij onze groep heeft aangesloten. Qua concept zaten we al heel snel op dezelfde lijn binnen onze groep. De praktische uitwerking was organisatorisch niet altijd evident: het communiceren via e-mail en forum volstonden niet om het groepswerk te ondersteunen; er was nood om fysiek bijeen te komen, echter lieten drukke agenda’s dit niet altijd toe. Om de zaken goed vooruit te laten gaan, hebben we er op een bepaald moment voor geopteerd om de taken zeer concreet te verdelen: een groep legde zich toe op het ontdekken van Xerte en Educaplay, terwijl de andere groep werkte aan het rapport. Tussen de twee groepen was er dan ook een uitwisseling van informatie en visie rond de opbouw van de oefeningen. Volgende tabel geeft in grote lijnen de taakverdeling weer.

Taken


Taken Jessie Céline Camilia Caroline An-Katrien Liévine Leslie
Brainstorm x x x x x x
Software uitzoeken x x x x x x x
Oefeningen opmaken x x x x x x
Oefeningen opbouwen in Xerte/Educaplay x x x
Rapportering opmaken x x x x
Rapportering nalezen x x x x x
Online publicatie van de tool x
Publicatie op Wikibooks x x
Presentatie x x x x x

Juridische aspecten[bewerken]

Herkomst van de oefeningen[bewerken]

De leerkracht kan ervoor kiezen zelf oefeningen te maken of gebruik te maken van bestaande oefeningen. In het tweede geval zal uiteraard rekening gehouden moeten worden met auteursrechten. Voor de diagnosetest kozen we voor oefeningen die we zelf aanmaakten en voor de eigenlijk oefenreeksen zochten we naar oefeningen die onder de ‘creative commons’-licentie vielen. Daarbij werd meestal gevraagd de bron te vermelden; in dat geval hebben we de bron ook steeds bovenaan de oefeningen duidelijk weergegeven.


Beveiliging van en toegang tot de tool[bewerken]

We kozen ervoor de toegang tot de tool enigszins te beveiligen, om de kwaliteit van de oefeningen te vrijwaren. Concreet betekent dit dat potentiële gebruikers eerst een login aanvragen (vergelijkbaar met de werking van Toll-net) om toegang tot het project te kunnen krijgen. We geven deze login alleen aan scholen en leerkrachten. Daarna moet de school en/of leerkracht zelf instaan voor de kwaliteit van de oefeningen. Zij kunnen dan zelf nieuwe oefeningen toevoegen en experimenteren met de mogelijkheden. Niets weerhoudt de leerkrachten of scholen er echter van om hun vernieuwde tool op het internet te zetten voor verder gebruik. Ze kunnen er dan ook voor zorgen dat de oefeningen alleen aangepast kunnen worden door de oprichter maar dat het gebruik zelf open staat voor iedereen. Onze tool is helaas te beperkt om deze optie te kiezen. Er moet een grotere database aan activiteiten komen om een meerwaarde te kunnen betekenen. Tot slot staan alle oefeningen die wij gemaakt hebben ook op Educaplay waar ze vrij gebruikt kunnen worden door iedereen. De oefeningen staan onder ‘my activities’ op een van de accounts van onze groepsleden en zijn openbaar. Hierdoor is voorlopig enkel de remediëringstool die we maakten alleen beschikbaar voor scholen en leerkrachten.


Verdere mogelijkheden en toekomstperspectieven[bewerken]

De kracht en toegevoegde waarde van onze tool is uiteindelijk sterk afhankelijk van hoe de leerkracht in kwestie er mee omgaat. Hij kan deze tool beschouwen als louter een middel om leerders zelfstandig te laten oefenen op bepaalde aspecten. In dit geval beschouwt hij het als een databank van extra oefeningen met de mogelijkheid om te differentiëren volgens het niveau van de leerder. Op lange termijn zien wij deze tool echter nog meer als een sterk middel in het creëren van effectieve leeromgevingen, hiermee verwijzend naar enkele criteria uit het ‘Jonassen Model for Constructive Learning Environments’:

-Constructive: door bijvoorbeeld via Xerte leerders door te sturen naar sites die de theorie over bepaalde taalaspecten toelichten, dit nadat de leerder de diagnose-oefeningen gemaakt heeft en alvorens hij de remediëringsoefeningen maakt. Zo dient de leerder dus eerst de theorie te construeren vanuit diverse bronnen. -Conversational: in de toekomst kunnen leerkrachten leerders via Xerte informatie, oefeningen, berichten, ... laten uitwisselen. -Reflective: door de tool een overzicht te laten genereren van hoe de resultaten van de leerder aan het evolueren zijn gedurende een bepaalde periode.

We laten in het midden of dit allemaal mogelijk is binnen Xerte. Xerte is alleszins nog volop in ontwikkeling; op 1 en 2 mei was Xerte bijvoorbeeld ontoegankelijk omdat er een nieuwe versie online werd gezet. Het spreekt voor zich dat op korte termijn de tool sowieso wel nog verder kan uitgebreid worden met andere talen, extra oefeningen, andere thema’s waarop geoefend kan worden, andere soorten oefeningen enzovoort. Daarnaast kunnen andere gebruikers en leerkrachten er wel voor kiezen feedback te geven of de leerders een bepaalde tijdslimiet te geven voor het oplossen van de diagnosetest of de extra oefenreeksen.

Conclusie[bewerken]

Als toekomstige taalleerkrachten zochten we naar een manier om beter in te spelen op de toenemende differentiatie in de klas - een van de meest tastbare problemen waar wij als leerkracht zeer direct en meteen op kunnen en moeten inspelen. We ontwikkelden een tool die leerders zou toelaten bepaalde kennis op te frissen en in te oefenen; dit gebaseerd op een diagnosetest die de specifieke situatie van elke leerder eerst in kaart brengt vooraleer hem door te verwijzen naar de desbetreffende oefenreeksen. De grote meerwaarde van deze tool ligt dus volgens ons op twee vlakken. Ten eerste is dit een sterke vorm van zelfstandig/zelfgestuurd leren. De leerkracht verwijst leerders naar dit leerplatform waarop ze zelfstandig hun kennis kunnen bijbenen terwijl hij de rol als begeleider opneemt. Het is eveneens een vorm van gedifferentieerd onderwijs. De tool zal voor elke leerder individueel een diagnose stellen en een beeld geven van de onderwerpen waarvoor hij een zekere achterstand ontwikkeld heeft. Voorwaarde is wel dat het gaat om reeds opgedane kennis, die verder uitgediept en verankerd dient te worden. We zien het ook als een essentieel element dat de leerkracht zijn rol als coach ten volle opneemt en de leerders niet volledig ‘los laat’.

Anderzijds heeft deze software volgen ons toch een aantal beperkingen. De software Xerte en Educaplay zijn relatief gebruiksvriendelijk en bieden wel wat mogelijkheden, maar werken alleen voor makkelijke toepassingen. Volgens Toll-net is onze oorspronkelijke applicatie, waarbij de software zelf oefenreeksen zou genereren uit een (bestaande) database, net iets te ingewikkeld. Een ander aspect waarmee rekening gehouden moet worden is de handmatige invoer van deze oefenreeksen, hier kruipt namelijk relatief veel tijd in. Ook het aanvragen van een login via Toll-net duurt ongeveer een week. De eenvoud van deze software is dus zowel een voor- als een nadeel. Ondanks het feit dat het maken van leermateriaal via Xerte en Educaplay dus wel wat geduld en doortastendheid vraagt, biedt deze software toch heel wat mogelijkheden.


Bronnen[bewerken]

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.