Maatschappijleer/Leerdoelen en lesdoelen

Uit Wikibooks

Leerdoelen[bewerken]

Wat is een leerdoel?[bewerken]

Een overzicht van leerdoelen per examenonderdeel[bewerken]

Maatschappijleer vmbo examen[bewerken]

Maatschappijleer Oriëntatie op leren en werken (vmbo eindexamen)
Ik kan me oriënteren op mijn eigen loopbaan en het belang van maatschappijleer in de maatschappij.
Maatschappijleer Basisvaardigheden (vmbo eindexamen)
Ik kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, informatie verwerven en verwerken.
Leervaardigheden in het vak maatschappijleer (vmbo eindexamen)
Ik kan (met betrekking tot een maatschappelijk vraagstuk) principes en procedures van de benaderingswijze van het vak maatschappijleer toepassen
Ik kan (met betrekking tot een maatschappelijk vraagstuk) een standpunt innemen en hier argumenten voor geven.
Maatschappijleer Cultuur en socialisatie (vmbo eindexamen)BB | KB GL/TL
Ik kan beschrijven hoe een mens zich ontwikkelt tot lid van de samenleving.BB
Ik kan uitleggen dat mensen bij een subcultuur (willen) horen en dat elke subcultuur invloed heeft op het gedrag.BB
Ik kan de rol van onderwijs beschrijven in de ontwikkeling van een mens als lid van de samenleving.BB
Ik kan beschrijven hoe een mens zich ontwikkelt tot lid van de samenleving en de invloed van het socialisatieproces herkennen en beschrijven.KB GL/TL
Ik kan uitleggen dat mensen bij een subcultuur (willen) horen en dat elke subcultuur invloed heeft op het gedrag en socialisatieproces.KB GL/TL
Ik kan de rol van onderwijs (als socialiserende instantie) beschrijven in de ontwikkeling van een mens als lid van de samenleving.KB GL/TL
Maatschappijleer Sociale verschillen (vmbo eindexamen)
Ik kan met voorbeelden beschrijven wat sociale verschillen zijn en hoe die veroorzaakt worden, en beschrijven hoe de plaats van een mens op de maatschappelijke ladder kan veranderen. (BB)
Ik kan voorbeelden geven van belangen van mensen in een bepaalde maatschappelijke positie en van conflicten die daarmee samenhangen. (BB)
Ik kan maatregelen van de overheid ten aanzien van sociale ongelijkheid noemen. (BB)
Ik kan met voorbeelden beschrijven wat sociale verschillen zijn en hoe die veroorzaakt worden, en beschrijven/uitleggen hoe de plaats van een mens op de maatschappelijke ladder kan veranderen (sociale mobiliteit). (KB GL/TL)
Ik kan beschrijven en uitleggen dat mensen vanuit hun maatschappelijke posities belangen hebben en hoe daardoor conflicten kunnen ontstaan. (KB GL/TL)
Ik kan overheidsbeleid ten aanzien van sociale ongelijkheid beschrijven en verklaren. (KB GL/TL)
Maatschappijleer Macht en zeggenschap (vmbo eindexamen)
Ik kan vormen van macht herkennen. (BB)
Ik kan beschrijven hoe regels het samenleven van mensen mogelijk maken. (BB)
Ik kan beschrijven welke mogelijkheden burgers hebben om invloed uit te oefenen op de politiek, en kenmerken van een parlementaire democratie noemen. (BB)
Ik kan vormen van macht en machtsmiddelen herkennen, beschrijven en verklaren. (KB GL/TL)
Ik kan beschrijven en uitleggen hoe regels het samenleven van mensen mogelijk maken. (KB GL/TL)
Ik kan beschrijven en uitleggen welke mogelijkheden burgers hebben om invloed uit te oefenen op de politiek, en kenmerken van een parlementaire democratie noemen, herkennen en toelichten. (KB GL/TL)
Maatschappijleer Beeldvorming en stereotypering (vmbo eindexamen)
Ik kan beschrijven hoe mensen bij het vormen van hun meningen beïnvloed worden door selectie van informatie . (BB)
Ik kan uitingen van vooroordelen en beeldvorming ten aanzien van mannen en vrouwen in de samenleving herkennen en benoemen . (BB)
Ik kan voorbeelden noemen van vooroordelen en discriminatie, beschrijven hoe deze ontstaan en aangeven wat er tegen te doen is. (BB)
Ik kan van een bepaald sociaal probleem beschrijven hoe de beeldvorming erover tot stand komt/gekomen is. (BB)
Ik kan aangeven dat selectieve waarneming een rol speelt in het proces van beeld- en meningsvorming. (KB GL/TL)
Ik kan uitingen van vooroordelen en beeldvorming ten aanzien van mannen en vrouwen in de samenleving herkennen en benoemen. (KB GL/TL)
Ik kan beschrijven hoe men uitingen van vooroordelen en discriminatie tegemoet kan treden vanuit het beginsel van gelijkwaardigheid en respect. (KB GL/TL)
Ik kan van een bepaald sociaal probleem beschrijven hoe de beeldvorming erover tot stand komt/gekomen is. (KB GL/TL)

Maatschappijleer havo/vwo examen[bewerken]

Vaardigheden

Informatievaardigheden
Ik kan voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en er gegevens uit selecteren.
Ik kan (verworven) informatie verwerken o.a. met behulp van ICT en daaruit beredeneerde conclusies trekken.
Ik kan een stelling, zowel mondeling als schriftelijk, nuanceren, verdedigen en bestrijden en daarbij gebruikmaken van argumentatie vaardigheden.
Benaderingswijzen
Ik kan concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen analyseren en daarbij aannemelijk maken wat de relatie is tussen het vraag stuk/probleem en de rechtsstaat, parlementaire democratie, verzorgingsstaat en pluriforme samenleving.
Ik kan concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen analyseren en daarbij beargumenteren of door het vraagstuk/probleem belangrijke waarden van de rechtsstaat, parlementaire democratie, verzorgingsstaat en pluriforme samenleving in het geding zijn.
Ik kan concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen analyseren en daarbij beschrijven wat de relatie is tussen het maatschappelijke vraagstuk/probleem en sociale ongelijkheid in de samenleving.

Rechtsstaat

Vrijheidsrechten en plichten; het beginsel rechtsstaat
Ik kan voorbeelden van vrijheidsrechten en plichten die inwoners van Nederland hebben, herleiden tot wetten en artikelen in de Grondwet.
Ik kan de waarden noemen die aan die grondbeginselen ten grondslag liggen.
Ik kan uitleggen wat de beginselen van de rechtsstaat zijn.
De praktijk van de rechtsstaat
Ik kan aan de hand van voorbeelden de spanning weergeven tussen de beginselen van de rechtsstaat enerzijds en de praktijk zoals die door groepen burgers ervaren wordt anderzijds.
Internationale vergelijking en internationale organisaties
Ik kan de waarden en praktijk van de rechtsstaat in Nederland vergelijken met die van enkele andere westerse landen
Ik kan voorbeelden geven van internationale invloed op het Nederlandse beleid en de Nederlandse regelgeving ten aanzien van de praktijk van de rechtsstaat. (vwo)

Parlementaire democratie

Politieke rechten; de structuur van de democratie
Ik kan voorbeelden van politieke rechten die inwoners van Nederland hebben, herleiden tot artikelen in de Grondwet.
Ik kan de waarden noemen die aan democratie ten grondslag liggen.
Ik kan de structuur van de representatieve democratie in Nederland uitleggen op gemeentelijk, provinciaal, landelijk niveau.
Ik kan de structuur van de vertegenwoordiging op EU-niveau uitleggen.
De praktijk van de parlementaire democratie
Ik kan de fasen in het proces van politieke besluitvorming op gemeentelijk, provinciaal en nationaal niveau beschrijven.
Ik kan het verschil beschrijven tussen een parlementair stelsel en een presidentieel stelsel; alsmede tussen een meerderheidsstelsel en een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. (vwo)
Ik kan aangeven welke factoren de politieke participatie van burgers beïnvloeden en waarom niet een ieder van zijn of haar politieke rechten gebruik maakt.(vwo)
Ik kan uitleggen dat er spanning bestaat tussen representatie en representativiteit. (vwo)
Ik kan dilemma’s herkennen, die samenhangen met de uitgangspunten van de democratie en de hoofdlijnen van de politieke discussie hierover weergeven.
Internationale vergelijking en internationale organisaties
Ik kan aangeven welke gevolgen de vorming van de Europese Unie heeft voor de politieke rechten van de Europese burger.


Verzorgingsstaat

Geschiedenis van de verzorgingsstaat
Ik kan uitleggen onder invloed van welke factoren de verzorgingsstaat zich in Nederland heeft ontwikkeld na de tweede wereldoorlog en welke actoren erbij betrokken zijn.
Sociale rechten en plichten; kenmerken van een verzorgingsstaat
Ik kan voorbeelden van sociale rechten en plichten die inwoners van Nederland hebben, herleiden tot wetten en artikelen in de Grondwet.
Ik kan de waarden noemen die ten grondslag liggen aan de verzorgingsstaat.
Ik kan kenmerken van de Nederlandse verzorgingsstaat beschrijven.
De praktijk van de verzorgingsstaat
Ik kan hoofdlijnen aangeven van politieke discussies over de praktijk van de verzorgingsstaat.
Ik kan het proces beschrijven van een mogelijk terugtredende rol van de verzorgingsstaat en de wisselwerking die zich daarbij voordoet tussen politiek en samenleving. (vwo)
Ik kan de relatie tussen de verzorgingsstaat en sociale ongelijkheid uitleggen.
Internationale vergelijking en internationale organisaties
Ik kan een vergelijking maken tussen de Nederlandse verzorgingsstaat en die in een ander westers land. (vwo)
Ik kan aangeven welke gevolgen de vorming van de Europese Unie heeft voor de sociale rechten van de Europese burger.


Pluriforme samenleving

Geschiedenis van de pluriforme samenleving
Ik kan kan uitleggen onder invloed van welke factoren de huidige pluriforme samenleving in Nederland is ontstaan en welke actoren erbij betrokken zijn.
Grondrechten die horen bij de pluriforme samenleving
Ik kan voorbeelden van grondrechten die horen bij de pluriforme samenleving, herleiden tot artikelen in de Grondwet.
Ik kan de waarden noemen die ten grondslag liggen aan de grondrechten.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen morele verplichtingen en plichten.
Ik kan kenmerken van een pluriforme samenleving beschrijven.
De praktijk van de pluriforme samenleving
Ik kan op basis van bronnen de verschillen in leefomstandigheden, gewoonten en gebruiken van (afstammelingen van) migranten enerzijds en de autochtone meerderheid van de bevolking anderzijds verklaren.
Ik kan uitleggen welke verschijnselen verband houden met toenemende of afnemende sociale cohesie. (vwo)
Ik kan het beleid van de politiek ten aanzien van etnische minderheden en vreemdelingen/asielzoekers terugvoeren op (inter)nationale documenten.
Ik kan de standpunten van politieke partijen met betrekking tot vluchtelingen en migranten vergelijken en becommentariëren.
Ik kan verschillende visies weergeven met het oog op de mogelijkheid om waarden te formuleren als basis voor verklaringen waarin aan alle mensen bepaalde rechten worden toegekend. (vwo)
Internationale vergelijking en internationale organisaties
Ik kan aangeven welke gevolgen de Europese integratie heeft voor de Nederlandse cultuur en identiteit.
Ik kan een vergelijking maken tussen de Nederlandse maatschappij en een ander West-Europees land naar posities en kansen van migranten. (vwo)

Lesdoelen[bewerken]

Wat is een lesdoel?[bewerken]

Een overzicht van lesdoelen per onderwerp[bewerken]

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.