zoekt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoekt

Werkwoord

vervoeging van
zoeken

zoekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
    • Jij zoekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
    • Hij zoekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zoeken
    • Zoekt!