meid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meid meiden
verkleinwoord meidje
(meisje)
meidjes
(meisjes)

Zelfstandig naamwoord

de meidv

  1. (informeel) jonge vrouw
    • Die meiden hadden weer eens een hoop lol. 
  2. (verouderd) werkster, dienstmeisje
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen