Latijn/Morfologie bijvoeglijke naamwoorden: verschil tussen versies
→Vorming van de comparativus: Vraagtekentje vervangen door HTML entity voor het pijltje naar rechts |
→Vorming van de superlativus: Vraagtekentje vervangen door HTML entity pijltje naar rechts |
||
Regel 205: | Regel 205: | ||
De superlativus wordt gevormd door -'''issimus''', -'''issima''' of -'''issimum''' achter de stam te plaatsen voor resp. het mannelijk, het vrouwelijk en het onzijdig: |
De superlativus wordt gevormd door -'''issimus''', -'''issima''' of -'''issimum''' achter de stam te plaatsen voor resp. het mannelijk, het vrouwelijk en het onzijdig: |
||
:''clarus'' |
:''clarus'' → ''clarissimus'', ''clarissima'', ''clarissimum'' |
||
:''fortis'' |
:''fortis'' → ''fortissimus'', ''fortissima'', ''fortissimum'' |
||
Eindigt de stam op -'''r''' dan zijn het de uitgangen -'''rimus''', -'''rima''' of -'''rimum''': |
Eindigt de stam op -'''r''' dan zijn het de uitgangen -'''rimus''', -'''rima''' of -'''rimum''': |
||
:''pulcher'' |
:''pulcher'' → ''pulcherrimus'', ''pulcherrima'', ''pulcherrimum'' |
||
:''celer'' |
:''celer'' → ''celerrimus'', ''celerrima'', ''celerrimum' |
||
Een zestal adiectiva dat op -'''ilis''' eindigt vormt de superlativus door -'''limus''' achter de stam te plaatsen: |
Een zestal adiectiva dat op -'''ilis''' eindigt vormt de superlativus door -'''limus''' achter de stam te plaatsen: |
||
:''facilis'' |
:''facilis'' → ''facillimus'', ''facillima'', ''facillimum'' |
||
Deze zes zijn ''facilis'' (gemakkelijk), ''dificilis'' (moeillijk), ''similis'' (gelijk), ''disimilis'' (ongelijk), ''humilis'' (laag) en ''gracilis'' (slank). |
Deze zes zijn ''facilis'' (gemakkelijk), ''dificilis'' (moeillijk), ''similis'' (gelijk), ''disimilis'' (ongelijk), ''humilis'' (laag) en ''gracilis'' (slank). |
Versie van 2 okt 2005 12:03
Adiectiva van de eerste groep
De adiectiva van de eerste groep bestaan uit woorden uit de eerste (A-stammen) en de tweede (O-stammen) declinatie. De verbuiging richt zich naar het substantivum waar het adiectivum bijhoort, d.w.z. het neemt vormen aan die horen bij de naamval, het geslacht en het getal van het substantivum.
Mannelijk vrouwelijk Onzijdig enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud nom. bonus boni bona bonae bonum bona gen. boni bonorum bonae bonarum boni bonorum dat. bono bonis bonae bonis bono bonis acc. bonum bonos bonam bonas bonum bona abl. bono bonis bona bonis bono bonis voc. bone boni bona bonae bonum bona
Net als bij sommige substantiva van de O-declinatie zijn er adiectiva die in de nominativus enkelvoud mannelijk eindigen op er. Zij kunnen de e verliezen of behouden:
- pulcher, pulchra, pulchrum (mooi) verliest de e.
- liber, libera, liberum (vrij) behoudt de e.
Voorbeelden:
servi liberi sunt = de slaven zijn vrij mali nautae pulchris puellis ineptias narrabant = de slechte zeelui vertelden onzin aan de meisjes in festiva taberna bibulum vinum bibi = ik dronk lekkere wijn in een gezellige kroeg
Merk op dat mali en nautae bij elkaar horen: beide woorden staan in de nominativus meervoud en zijn mannelijk. Hoewel mali op een -i eindigt en nautae op -ae hebben beide toch dezelfde naamval, geslacht en getal en horen dus bij elkaar. Het is een veelgemaakte fout dat men denkt dat het bijvoegelijke naamwoord en het zelfstandige naamwoord waar het bij hoort dezelfde vorm moeten hebben. Maar de regel is:
- Het bijvoegelijke naamwoord richt zich in naamval, geslacht en getal naar het zelfstandige naamwoord waar het bijhoort.
En dat betekent dat ze niet noodzakelijker wijs dezelfde uitgang moeten hebben.
Woordenlijst:
bibi (ik) dronk bibulus lekker bonus goed festivus gezellig in (+abl) in ineptiae, -arum (f) onzin liber, -eri vrij malus slecht narrabant (zij) vertelden nauta, -ae (m) zeeman puella, -ae (f) meisje pulcher, -chra mooi servus, -i (m) slaaf sunt (zij) zijn taberna, -ae (f) kroeg vinum, -i (n) wijn
Adiectiva van de tweede groep
De adiectiva van de tweede groep bestaan uit woorden uit de derde declinatie. Het zijn voornamelijk I-stammen aangevuld met enkele consonant-stammen. De verbuiging richt zich naar het substantivum waar het adiectivum bijhoort, d.w.z. het neemt vormen aan die horen bij de naamval, het geslacht en het getal van het substantivum.
De adiectiva van de tweede groep worden verder verdeeld in drie subgroepen:
- adiectiva met uitgangen voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
- adiectiva met uitgangen voor mannelijk/vrouwelijk enerzijds en onzijdig anderzijds
- adiectiva met gelijke uitgangen voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
Adiectiva met uitgangen voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
Deze groep heeft verschillende uitgangen voor elk van de drie geslachten in de nominativus enkelvoud:
mannelijk vrouwelijk onzijdig enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud nom. acer acres acris acres acre acria gen. acris acrium acris acrium acris acrium dat. acri acribus acri acribus acri acribus acc. acrem acres acrem acres acre acria abl. acri acribus acri acribus acri acribus
Adiectiva met uitgangen voor mannelijk/vrouwelijk en onzijdig
Deze groep heeft verschillende uitgangen voor het mannelijk en vrouwelijk enerzijds en onzijdig anderzijds in de nominativus enkelvoud:
mannelijk/vrouwelijk onzijdig enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud nom. fortis fortes forte fortia gen. fortis fortium fortis fortium dat. forti fortibus forti fortibus acc. fortem fortes forte fortia abl. forti fortibus forti fortibus
Adiectiva met uitgangen voor mannelijk/vrouwelijk/onzijdig
Deze groep heeft identieke uitgangen voor zowel het mannelijk als het vrouwelijk als het onzijdig in de nominativus enkelvoud:
mannelijk/vrouwelijk onzijdig enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud nom. prudens prudentes prudens prudentia gen. prudentis prudentium prudentis prudentium dat. prudenti prudentibus prudenti prudentibus acc. prudentem prudentes prudens prudentia abl. prudenti prudentibus prudenti prudentibus
Trappen van vergelijking
Het Latijn kent net als het Nederlands trappen van vergelijking. Voorbeelden zijn groot, groter, grootst of goed, beter, best. We kennen de volgende trappen:
- de stellende trap, de (gradus) positivus: "groot". Dit is de gewone vorm van het adiectivum dat we tot nog toe gezien hebben.
- de vergrotende trap, de (gradus) comparativus: "groter".
- de overtreffende trap, de (gradus) superlativus: "grootst".
Ook de comparativus en superlativus richten zich in het Latijn naar het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
Vorming van de comparativus
Voor het mannelijk en vrouwelijk wordt de comparativus gevormd door achter de stam van het adiectivum -ior te plaatsen.
- clarus → clarior
- fortis → fortior
- pulcher → pulchrior
- celer → celerior
Voor het onzijdig plaats men -ius achter de stam.
- clarus → clarius, gen. clarioris
- fortis → fortius, gen. fortioris
- pulcher → pulchrius, gen. pulchrioris
- celer → celerius, gen. celerioris
De comparativa worden verbogen alsof het consonant-stammen zijn:
mannelijk/vrouwelijk onzijdig enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud nom. clarior clariores clarius clariora gen. clarioris clariorum clarioris clariorum dat. clariori clarioribus clariori clarioribus acc. clariorem clariores clarius clarioria abl. clariore clarioribus clariore clarioribus
Vorming van de superlativus
De superlativus wordt gevormd door -issimus, -issima of -issimum achter de stam te plaatsen voor resp. het mannelijk, het vrouwelijk en het onzijdig:
- clarus → clarissimus, clarissima, clarissimum
- fortis → fortissimus, fortissima, fortissimum
Eindigt de stam op -r dan zijn het de uitgangen -rimus, -rima of -rimum:
- pulcher → pulcherrimus, pulcherrima, pulcherrimum
- celer → celerrimus, celerrima, celerrimum'
Een zestal adiectiva dat op -ilis eindigt vormt de superlativus door -limus achter de stam te plaatsen:
- facilis → facillimus, facillima, facillimum
Deze zes zijn facilis (gemakkelijk), dificilis (moeillijk), similis (gelijk), disimilis (ongelijk), humilis (laag) en gracilis (slank).
mannelijk vrouwelijk onzijdig enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud nom. pulcherrimus pulcherrimi pulcherrima pulcherrimae pulcherrimum pulcherrima gen. pulcherrimi pulcherrimorum pulcherrimae pulcherrimarum pulcherrimi pulcherrimorum dat. pulcherrimo pulcherrimis pulcherrimae pulcherrimis pulcherrimo pulcherrimis acc. pulcherrimum pulcherrimos pulcherrimam pulcherrimas pulcherrimum pulcherrima abl. pulcherrimo pulcherrimis pulcherrima pulcherrimis pulcherrimo pulcherrimis voc. pulcherrime pulcherrimi pulcherrima pulcherrimae pulcherrimum pulcherrima
Onregelmatige vormen
De volgende adiectiva hebben onregelmatige trappen van vergelijking:
bonus melior optimus (goed) malus peior pessimus (slecht) magnus maior maximus (groot) parvus minor minimus (klein) vetus vetustior veterrimus (oud)