Geo-visualisatie/Deel A: Theorie: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nijeholt (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Nijeholt (overleg | bijdragen)
Stuk over belangrijke gebeurtenissen
Regel 177: Regel 177:
</div>
</div>


==Over het gevaar van de kaart==
==De kracht van een kaart bij grote gebeurtenissen==
[[Image:2004 Indonesia Tsunami Complete.gif|frame|right|Een animatie gemaakt van de tsunamie in de Indische Oceaan, tweede kerstdag 2004. Deze gebeurtenis is maandenlang wereldwijd nieuws geweest.]]
[[Image:Deventer mast fictief vals voorbeeld.JPG|thumb|right|500px|'''De macht van een GIS-specialist / cartograaf.''' Hoe zou deze kaart overkomen in een nieuwsbrief aan alle bewoners van deze wijk? Dit (fictieve) voorbeeld laat zien hoe met wat verzonnen afstanden en effecten, een GIS en wat mooie cartografische principes bewoners goed op stang kunnen jagen. Zo'n kaart komt zeker niet van de gemeente...]]


Niet alleen bij moeilijke of specialistische onderwerpen kunnen kaarten als goede illustratie dienen. Juist bij belangrijke evenementen en bijzondere gebeurtenissen zie je in de krant ook prachtige (GIS) kaarten. De Olympische Spelen, de instorting van de WTC-torens in New York, de opmars van de Amerikanen in Irak, dodelijke slachtoffers in Afghanistan, een tsunami. Het zijn allemaal voorbeelden van aangrijpende gebeurtenissen. Ze krijgen vaak een (GIS) kaart als illustratie mee, of dat nu op internet is of in een krant. De illustratieve waarde is dan vaak enorm, niet alleen door de kracht van de kaart, maar ook door het onderwerp zelf. Een groot en breed publiek zal een dergelijke kaart dan zien én nodig hebben. De eenvoud van de kaart en een aantrekkelijk, visueel overzichtelijk beeld zijn dan (nog) belangrijker dan bij andere kaarten. Zo'n kaart dient dan soms als visueel lekkermakertje, maar net zo goed (zie het voorbeeld van de Tsunami) is de kaart bij die plotselinge gebeurtenis broodnodig om uit te leggen wat er gebeurd is, zonder dat daar al te veel woorden bij te pas komen. En waar al die landen nu precies liggen is ook te zien. Dankzij zo'n kaart komt de wereld plotseling veel dichterbij.

==Over het gevaar van de kaart==
"Een plaatje zegt meer dan duizend woorden", "Kennis maakt macht" en "Het is digitaal dus zal het is waar en onderzocht".
"Een plaatje zegt meer dan duizend woorden", "Kennis maakt macht" en "Het is digitaal dus zal het is waar en onderzocht".


Regel 185: Regel 188:


We kunnen deze principes en middelen te goeder trouw aanwenden. Zoals:
We kunnen deze principes en middelen te goeder trouw aanwenden. Zoals:
:* lichtgroene kleuren voor bossen, en nog mooier groene bossen als die worden beheerd door Staatsbosbeheer, ook al zijn die net zo mooi als gewone bossen. Cartografisch slim, maar er wordt ''níet'' vals gespeeld. Niets mis mee. Een ander voorbeeld is - zie ook de figuur rechtsboven -
:* lichtgroene kleuren voor bossen, en nog mooier groene bossen als die worden beheerd door Staatsbosbeheer, ook al zijn die net zo mooi als gewone bossen. Cartografisch slim, maar er wordt ''níet'' vals gespeeld. Niets mis mee. Een ander voorbeeld is - zie ook de figuur rechts -[[Image:Deventer mast fictief vals voorbeeld.JPG|thumb|right|500px|'''De macht van een GIS-specialist / cartograaf.''' Hoe zou deze kaart overkomen in een nieuwsbrief aan alle bewoners van deze wijk? Dit (fictieve) voorbeeld laat zien hoe met wat verzonnen afstanden en effecten, een GIS en wat mooie cartografische principes bewoners goed op stang kunnen jagen. Zo'n kaart komt zeker niet van de gemeente...]]
:* gevaar rood weergegeven
:* gevaar rood weergegeven
:* onder een gevarenzone datgene afbeelden waar het gevaar op van invloed is, huizen / adressen. Ook goed:
:* onder een gevarenzone datgene afbeelden waar het gevaar op van invloed is, huizen / adressen. Ook goed:

Versie van 14 jan 2008 20:32

HANDBOEK GEO-VISUALISATIE
Kaarten maken met een GIS
Deel A: Theorie
Bestand:Boek.gif Doelstellingen van deze module 'Deel A: Theorie': Na het lezen van deze module kent de lezer de noodzaak van het behandelen van theorie over GIS, cartografie en de communicatietheorie. Hij kent de rol van een GIS-specialist bij de informatievoorziening en is bekend met de kracht (en het gevaar) van het maken van kaarten. Hij kan de stappen noemen om tot een goede kaart te komen. Met een aantal voorbeelden in deze module wordt de kracht van GIS en het gecombineerd in kaart brengen van gegevens geïllustreerd.

Modules Handboek Geo-visualisatie:
Startpagina Handboek Geo-visualisatie Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 19 januari 2008
Inleiding Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 18 februari 2008

Deel A: Theorie Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 6 februari 2008
Inleiding GIS Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 10 april 2008
Vervolg GIS Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 10 februari 2008
Inleiding Cartografie Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 13 februari 2008
Vervolg Cartografie Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 6 februari 2008
Communicatie Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 6 februari 2008
Deel B: Geo-visualisatie Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 6 februari 2008
Classificatie Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 18 februari 2008
Symbologie Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 10 april 2008
Deel C: Kaartopmaak Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 10 april 2008
Labels Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 10 april 2008
Oplevering van de kaart Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 10 april 2008

Vragen en opdrachten Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 10 april 2008
Woordenlijst Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 10 april 2008
Overige informatie en links Zeer goed ontwikkeld. Revisiedatum: 10 april 2008

De rol van een GIS-specialist

De informatie 'vandaag de dag'

De huidige dynamische informatiemaatschappij kan geschetst worden met kreten als

  • globalisering
  • 24-uurs economie
  • hevige concurrentie
    De informatiemaatschappij. Dagelijks bewegen we ons -bewust of onbewust- tussen veel, veelsoortige en veranderlijke informatie, van wisselende kwaliteit
  • slimme marketingtechnieken
  • on-line diensten
  • en een wereldwijde beschikbaarheid van informatie over alles en iedereen, altijd en op elke plek, thuis, op het werk, op straat, op vakantie op het strand en op PC, laptop, autonavigatiesysteem of PDA.
  • een schier onuitputtelijke hoeveelheid digitale data. Schattingen hebben het over een wereldwijde hoeveelheid opgeslagen informatie gelijk aan vele exabytes (109 Gigabytes), een aantal dat elk jaar met 50% groeit [1].

Volop rijkdom en kansen dus. Bewijzen dat deze informatiemaatschappij voor de praktijk ook zo zijn schaduwkanten kent zijn er legio:

  • lange wachtrijen bij 'service'providers
  • klantloketten van 'one-system-companies' - met het adagio 'one-stop-shop'- die intern het aanwezige antwoord niet kunnen vinden
  • zoekmachines die met miljoenen onzinnige 'treffers' komen, zelfs bij foute spelling
  • totaal verschillende sites staan door elkaar heen in de top 10 van een Google-zoekactie: gesponsord of niet, betrouwbaar of niet, van enthousiaste individuen, wetenschappers of bedrijven. Met of zonder fouten of virussen
  • mailboxen vol met (cc-) mails en belangrijke mail die niet aankomt door een spam-filter of een secretaresse die iets te voortvarend de mailbox schift
  • de aanstaande oprichting van het 'web 3.0' als reactie op het 'web 2.0', met zijn "onbetrouwbare user generated content"
  • geen vierkante centimeter en geen seconde zendtijd wordt onbenut gelaten om reclameboodschappen af te vuren van reclamezuil tot spam, van broad- tot narrow-casting, van melkpak tot soapserie, overal strijden rode en gele kleuren om de aandacht
  • beslissers willen een 'managementsamenvatting', er is geen tijd meer voor het rapport, laat staan de bijlagen.
  • particulieren kunnen niet meer kiezen tussen al die verschillende ziektekostenverzekeringen, telefonieabonnementen en energieleveranciers

Kortom, we moeten met z'n allen nog leren om te gaan met die informatiemaatschappij.

Binnen elk bedrijf, onderzoek of bij elke particulier is het juist vandaag de dag de kunst om dié informatie te kiezen en over te brengen op anderen die er ook toe doet. Als informatieconsument (beslissers, onderzoekers, particulieren) hebben we immers nog maar weinig tijd. We worden gedwongen - en inmiddels ook opgeleid - om zoveel mogelijk stortvloed aan informatie en reclame naast ons te leggen.

Want zonder betrouwbare informatie is geen outputsturing mogelijk. Er kan geen enkele beslissing gemaakt worden. En zonder beslissing is er weer geen productie, geen vooruitgang, geen overstap naar de concurrent. Althans, niet snel genoeg.

De informatieconsument is door de steeds verdere automatisering en specialisering afhankelijker geworden dan ooit van (andermans) informatie. Toch geldt 'kennis is macht' nog steeds. Vroeger was kennis vaak voorbehouden aan de directeur; het 'werkvolk' zei ja en amen. Maar inmiddels is vrijwel iedereen hoogopgeleid en/of gespecialiseerd. Nu lijkt het overzicht voorbehouden aan (management)adviseurs, de details kennen alleen de specialisten. Het is dan ook niet vreemd dat bij fusies en overnames het management nu grof geld moet spenderen aan extern advies over hun eigen bedrijf. Bij de overnameslag rondom ABN Amro bijvoorbeeld betaalt deze bank 100 miljoen euro voor de verklaring dat een overnamebod van Barclays adequaat is [2].

Het gaat er in deze dynamische wereld dus om wie het eerst beschikt over de juiste informatie, onderzoeksrapporten, managementinformatie als kritische performance indicatoren, afzetvoorspellingen of de kosten van een nieuwe productielijn. Die heeft het eerste een opdracht binnen.

Het verschil tussen data en informatie: Data is een lijst met ruwe gegevens. Informatie (zie inzet) is een selectie daarvan, afgestemd op het doel, de persoon of - in dit geval - het tijdstip.
Bestand:Wijsheid.png
Informatie kan gezien worden als een intelligente samenvatting van data; kennis als een slimme combinatie van informatie en wijsheid kan vervolgens weer gezien worden als door ervaring toepasbaar gemaakte kennis. De kunst is data om te zetten in kennis, en liever nog wijsheid.

Echter, het vinden van de juiste informatie in de hierboven geschetste maatschappij is, hoe je het ook wendt of keert, verheven tot een kunst. Er zijn opleidingen voor. In de ICT-hoek wordt geroepen dat technieken als SOA en BI-tools (OLAP) hier verbetering in kunnen brengen. Managers laten nieuwe informatieadviseurs, informatieanalisten, informatiearchitecten, dataverkenners of gegevensbeheerders invliegen. Stuk voor stuk zijn het allemaal 'informatiedealers' of 'informatiemakelaars'.

CONCLUSIE:
Informatie is er in overvloed. Informatie lijkt gedemocratiseerd. Het zou iedereen moeten kunnen helpen aan snelle en juiste beslissingen. Het is eenvoudig en snel mogelijk om aan veel informatie te komen. Maar is deze betrouwbaar, relevant en to-the-point? De uitdaging zit 'm dus niet in het verkrijgen van informatie, maar in de toegankelijkheid van díe informatie waar het écht om gaat.

De GIS-specialist 'van vandaag'

Wat heeft het hierboven geschetste beeld met een GIS-specialist te maken?

Een GIS specialist 'dealt' in een bepaald soort informatie: geo-informatie, oftewel locatie-gerelateerde informatie. Zijn rol verschilt dus niet wezenlijk van die van de eerder genoemde (niet-geo) dealers in informatie. Althans, niet als het gaat om zijn rol, misschien wel als het gaat om de technieken die hij aanwendt en de oplossingen die hij aandraagt.

Een GIS-specialist kan adviseur zijn, maar ook analist, gegevensbeheerder, functioneel beheerder, cartograaf, of onderzoeker. De rol die jij als GIS-specialist hebt - laat ik jou als lezer in dit handboek zo maar aanspreken - kent altijd het doel om anderen te ondersteunen in het verkrijgen van de juiste informatie. Maar het gaat verder. Het gaat om inzicht: kennis en wijsheid. Dit geldt zowel in het onderzoek als in de commerciële wereld. De figuur hiernaast laat dit zien.

Naarmate de data meer wordt samengevat, geïnterpreteerd en bewerkt, is er sprake van een verrijking. De samenhang wordt duidelijk en er ontstaat begrip over de materie.

Hieronder een tabel met voorbeelden, om de figuur te kunnen begrijpen.

omschrijving te verkrijgen door * voorbeeld 1: windsnelheid
* voorbeeld 2: erosie
data ruwe ingewonnen gegevens inkoop, inwinning 'in het veld' * alle plaatsen in Nederland waarvan de gemiddelde windsnelheid bekend is
* kaart met puntmetingen van bodemerosie in een bepaald gebied
informatie geabstraheerde (samengevatte, geselecteerde, geclassificeerde) data het begrijpen van relaties * een kaart van Nederland met de gemiddelde windsnelheid ingedeeld in een aantal klassen; aan de kust, op het IJsselmeer en in open landschappen blijkt de gemiddelde windsnelheid hoger te zijn
* kaart met puntmetingen van bodemerosie in een bepaald gebied met een bodemgebruikskaart op de achtergrond; een akker ondervindt meer erosie dan een weiland
kennis gecombineerde informatie het begrijpen van patronen * een kaart met Nederland verdeeld in gebieden met windsnelheden die groter zijn dan een bepaalde drempelwaarde, en gebieden die kleiner zijn. Hiermee is direct te zien of het bouwen van bepaalde windmolen daar rendabel zal zijn of niet. Er is materiekennis toegevoegd. De kaart bevat minder informatie en is eenvoudiger te interpreteren
* kaarten met puntmetingen van bodemerosie in een bepaald gebied, per soort bodemgebruik apart, met een hellingklassenkaart op de achtergrond
wijsheid toegepaste kennis het begrijpen van principes * het kunnen voorspellen van rendabele windmolenlocaties elders, gezien de kennis van het landschap en windrichting
* erosiegevoeligheidskartering; op basis van eerdere puntmetingen in verschillende bodemgebruiksklassen en hellingklassen is de erosie voor plekken waar niet gemeten is voorspeld. Deze voorspelde waarde is gekarteerd (dit voorbeeld wordt later uitgewerkt)

De minimum rol die een GIS-specialist moet zien te spelen is data om te zetten in goede informatie. Hoe dat kan, wordt in dit handboek zo goed mogelijk ondersteund.

Informatie alleen is niet genoeg. De ideale rol die een GIS-specialist zou moeten zien te spelen gaat verder (maar is soms lastig). De informatie die hij weet te produceren van ruwe data, moet zodanig van kwaliteit zijn, dat de kaarten(serie) of de analyses die hij heeft gemaakt, kennis opleveren, en liefst ook wijsheid.

Een GIS-specialist produceert informatie door analyses en maakt van informatie analyses en kaarten. De lezer / onderzoeker / beslisser - dat kan overigens de GIS-specialist zelf zijn! - dient aan de hand van deze kaarten patronen te kunnen herkennen. De GIS-specialist dient zich te kunnen verplaatsen in de onderzoeker en de materie. Alleen dan kan hij de juiste analyses en kaart(serie)s maken, die de juiste relaties leggen, en die absoluut een meerwaarde kennen. Niet alleen omdat hij de cartografische technieken kent en goed kan toepassen, maar ook omdat hij steeds meer de ervaring krijgt hoe die bak data om te zetten naar méér dan informatie.

Een plaatje zegt meer dan duizend woorden. Dat geldt ook voor een kaartje. Hiertoe is een groot arsenaal aan cartografische mogelijkheden voorhanden. Dit handboek behandelt die mogelijkheden. Binnen de huidige generatie commerciële GIS-pakketten is dat hele arsenaal (op Virtual Reality na misschien) voorhanden.

Succes, je missie als GIS-specialist is bekend! Stroop de mouwen maar op!

SAMENVATTING:
Een GIS-specialist heeft met zijn GIS-tools en geo-informatiekennis in handen, een broodnodige rol als informatiemakelaar; hij dient de kracht de kaart te kunnen benutten en op die manier analyses en (geo-) data zodanig te ontsluiten dat zijn klanten niet alleen eenvoudig overzichtelijke informatie zien, maar deze liefst ook direct als kennis en zelfs wijsheid tot zich kunnen nemen.

Kaarten maken: alle stappen op een rij

Na het idee / de opdracht zijn dit de stappen om tot een goede kaart te komen:

  1. Verken de opdracht, zorg voor terugmelding aan de opdrachtgever met behulp van eigen woorden en een voorstel voor een GIS-model / de kaart
  2. Zorg voor technische randvoorwaarden:
    1. Selecteer benodigde geo-informatie (inkoop en inwinning), terugmelding kosten.
    2. Selecteer benodigde GIS-pakketen (gratis verkrijgbaar / commercieel pakket). Meestal is dit van te voren bepaald of al aanwezig.
  3. Verzamel geo-informatie (inkoop en inwinning)
  4. Controleer kwaliteit geo-informatie
  5. Maak de eerste concept kaart(en). Dit gaat door deze twee stappen:
    1. Breng geo-visualisatie op orde. Dat wil zeggen, maak de kaart op basis van de data. Hieronder vallen: bepaling kaartsoort, juist aantal klassen, bepaling kleuren, bepaling (beter: beperking!) van het aantal informatiesoorten dat per kaart wordt gecombineerd
    2. Breng kaartopmaak op orde; zoals visuele hiërarchie, labels, lettertype & -grootte, legenda, titel, eventuele figuren, tabellen, eventuele huisstijl, cartografische huisstijl, et cetera
  6. Houd bij dit concept al direct rekening met:
    1. het doel (digitaal? beamer? formaat A4 of A0? drukwerk, plot of rapport) en
    2. de doelgroep (inhoudelijk bekend met de materie / of een 'Spits'-lezer).
  7. Verzoek om terugkoppeling opdrachtgever
  8. Maak tweede concept bij opdrachtgever en doelgroep testen
  9. Maak de definitieve kaart.

Geo-visualisatie en kaartopmaak komen hierna aan de orde in Deel B: Geo-visualisatie en Deel C: Kaartopmaak.

SAMENVATTING:
Het maken van een kaart is simpel door het aanhouden van een vast aantal stappen. Met dit stramien wordt onder andere geborgd dat het doel (te checken bij de opdrachtgever), de inhoudelijke juistheid (bij de vakspecialist) en de leesbaarheid (te checken bij de doelgroep / de uiteindelijke kaartlezer) van de op te leveren kaart in orde zijn.

De kracht van de kaart richting de kaartlezer

Kaarten zijn subjectieve voorstellingen van hoe een individu - de GIS-specialist of de onderzoeker - de wereld in beeld brengt. Gezien de kracht van een kaart en de potentie om met dit medium grote groepen te bereiken en daardoor beslissingen te beïnvloeden, mag deze subjectiviteit niet onderschat worden.

De keuze van de data, selecties daaruit, de manier waarop de data gevisualiseerd wordt met bepaalde opvallende of juist wegvallende kleuren, kleine of juist grote symbolen, de klassegrenzen die gehanteerd worden bij de legenda; dit alles beïnvloedt de kaartlezer. Deze keuze kan bewust of onbewust gemaakt worden. Misschien is het wel erger als er keuzes per ongeluk of onbewust gemaakt worden.

De kaart is door zijn sterke visuele kracht niet alleen een effectieve en plezierige manier van informatieoverdracht. Het is een manier om de opinie in beweging te brengen, om mensen en beslissingen te beïnvloeden. De GIS-specialist heeft de plicht om die kaart als communicatiemiddel zeer zorgvuldig samen te stellen. Verkeerde of onbewust gekozen kleuren, klassenindeling, het wel of niet toevoegen van kaartlagen en de kwaliteit van de kaartlagen kunnen tot totaal verkeerde conclusies leiden. Omdat alléén de GIS-specialist toegang heeft tot het GIS als 'kaartengenerator', en omdat de GIS-specialist - en niemand anders - geacht worden de eigenschappen van de (geo-)informatie te kennen, heeft hij de verantwoordelijkheid om goede keuzes te maken. Anders wordt het GIS een machtsmiddel. In de praktijk betekent deze verantwoordelijkheid zorgen voor veel ervaring, het testen van kaarten en - vooral - meerdere kaartseries maken, opdat de enige juiste er uit gekozen kan worden. Dit geldt zeker wanneer het om gevoelige, politieke of wetenschappelijk vernieuwende onderwerpen of inzichten gaat.

Zonder deze morele aspecten en het besef van de kracht van een kaart, verwordt een GIS-specialist en zijn GIS tot een perfect en gevaarlijk duo met als eindproduct onbetrouwbare, amateuristische, propagandistische, gekleurde of onoverzichtelijke kaarten.

Een goed (geen slecht!) voorbeeld van de kracht die een kaart in zich heeft wordt hieronder besproken.

Ruimtelijk economisch kerngebied van NW-Europa, naar de originele afbeelding
Ruimtelijk economisch kerngebied van NW-Europa, nu met meer details (zie tekst)

Links staat een kaart zoals die verschenen is in een publicatie van het NIROV[3] over de ruimtelijke ordening in Nederland ten opzichte van Europese ontwikkelingen. Er zijn twee verschillende opmerkingen over deze kaart te noemen:

  • De kaart geeft goed weer wat onder het 'ruimtelijk economisch kerngebied van NW-Europa' wordt verstaan. Het is een krachtige illustratie, omdat het to-the-point is. Geen overbodige details, geen labels, en alléén die steden en agglomeraties die vallen onder dit kerngebied. Gezien de doelgroep is het ook niet verkeerd dat er géén namen als Londen en Parijs in worden genoemd.
  • De kaart laat geen ruimte voor discussie, sterker het zet de lezer niet aan tot nieuwe vragen. Hier kan bewust voor gekozen zijn, om het hierboven genoemde positieve punt van de kaart verder te versterken. Zouden er namelijk meer objecten (steden en agglomeraties die buiten dit kerngebied vallen) op de kaart gestaan hebben (zoals in de tweede kaart), dan hadden we kunnen oordelen of de grenzen van het kerngebied terecht zijn gekozen. En of er misschien niet andere mogelijkheden zouden zijn geweest. We zouden als kaartlezer door de extra informatie de bedenkers van de grenzen kunnen bijvallen of juist tegen spreken. Bijvoorbeeld: waarom is de Brabantse Stedenrij en Hamburg niet meegenomen? Waarom is Bremen überhaupt meegenomen, en had deze 'slurf' naar Bremen niet via andere agglomeraties kunnen lopen? (Overigens, in het origineel stonden ook verbindingswegen, voorzover deze binnen het kerngebied liggen, aangegeven.)

Het is de vraag of het weglaten van die (belangrijke!) details bewust door de kaartmaker gemaakt is, of onbewust. Beide is mogelijk. De keuze is niet goed of fout, maar hangt af van het doel van de kaart. Zou dit doel zuiver informatief zijn, is de uitleg bij de aangegeven grenzen in het boek inhoudelijk verantwoord, of staat er verder een uitgebreidere kaart in de publicatie, dan is er niets mis mee. Zou de illustratie de enige zijn, en wordt er niet ingegaan op de keuze van die grenzen, dan lijkt een dergelijke kaart - voor insiders althans - op een dictatuur van het beeld; de kaartlezer heeft wellicht niet door dat hem essentiële informatie onthouden wordt! De tweede versie toont aan dat het weergeven van dergelijke grenzen meer een kwestie is van het weergeven van een (niet als negatief te beoordelen) ideeënwereld, als dat deze grenzen keihard zijn! Misschien is het wel zo eerlijk (en sterker!) wanneer complete en niet halve informatie wordt overgedragen.

SAMENVATTING:
Door het bewust weergeven of weglaten van kaartlagen of bepaalde objecten uit kaartlagen, is het mogelijk de denkwereld van de kaartlezer te leiden. Meer informatie kan informatief zijn, en geeft meer openheid en gelegenheid tot verificatie of alternatieve denkwijzen. Afhankelijk van het doel is het soms verstandig extra informatie (zoals steden e/o verbindingswegen) toe te voegen. Minder informatie kan helderder en illustratiever zijn. Echter, het kan de kaartlezer - bewust of onbewust - beperken in zijn mogelijkheden anders, of objectief te denken. Of het beperkt bij hem de mogelijkheden om extra informatie - waar hij over wenst te beschikken bij het zien van het kaartje - wil kunnen aflezen. De kracht die de kaart heeft, geeft de kaartmaker veel macht en verantwoordelijkheid mee.

De kracht van het combineren van gegevens

Originele kaart van John Snow, waarop de clustering van cholera-gevallen is te zien tijdens de Londense Epidemie van 1854. Bij inzoomen zijn de waterpompen eveneens te zien.

In 1854 ontdekte John Snow, een Engelse arts, de werkelijke oorzaak van cholora. Voorheen werd algemeen aangenomen dat cholera door het inademen van 'slechte' lucht verspreid werd. Snow heeft dit kunnen weerleggen, waardoor cholera in de westerse wereld inmiddels vrijwel is uitgebannen. Hoe hij er toe gekomen is, kennen we nu als waarschijnlijk één van de eerste - en één van de bekendste en misschien wel belangrijkste - voorbeelden van het gebruik van ruimtelijk onderzoek[4].

Snow begon door simpelweg de choleragevallen - woonplaatsen van de getroffenen - in kaart te brengen. Daardoor viel het hem op dat deze gevallen geclusterd waren; de gevallen waren geconcentreerd rondom één bepaalde plek. Hij ging daarom op zoek naar een lokale bron, iets dat in die omgeving - en dan alléén die omgeving - voor de uitbraak zorgde. Door de ziektegevallen te combineren met de locaties van grondwaterpompen (zie figuur) vond hij uiteindelijk die oorzaak. De gevallen lagen exact geconcentreerd rond één pomp. Iedereen haalde meestal het drinkwater bij de dichtstbijzijnde waterpomp. Daarnaast viel het Snow op dat bewoners die dichter bij andere pompen woonden, vrijwel géén cholera kregen. Door beide constateringen kreeg hij sterke vermoedens dat die éne waterpomp de besmettingsbron was. Door de pomp vervolgens te sluiten is deze hypothese getest: er kwamen géén nieuwe choleragevallen bij. Dankzij dit systematische, ruimtelijke onderzoek is een epidemie vrijwel volledig een halt toegeroepen, en weten we nu hoe te handelen bij nieuwe uitbraken in ontwikkelingslanden.

Snow gebruikte - al bestaande - cartografische methoden, maar nieuw was dat hij nieuwe gevallen kon voorspellen en voorkomen, door - voor het eerst - onderling geografisch van elkaar afhankelijke kaartlagen (pompen en choloragevallen) te combineren en in samenhang te analyseren. Deze 'overlay-techniek' (zoals deze exercitie in hedendaagse GIS-software genoemd wordt) is in de hedendaagse praktijk van het gebruik van kaarten misschien wel de belangrijkste techniek die er is. Voor het wetenschappelijk onderzoek, maar nog meer voor het simpel overdragen van hypotheses en het beschrijven van de werkelijke situatie zoals die zich ergens voordoet.

SAMENVATTING:
Het geografisch combineren van verschillende datasets levert nieuwe informatie; door geografisch van elkaar afhankelijke kaartlagen te koppelen is dit visueel (op een kaart) of middels ruimtelijke analyses (met een GIS) aan te tonen of de ontkrachten. De ontdekking van de oorzaak van cholera is hiervan een goed voorbeeld.

TIPS:
Met een GIS en met de huidige enorme hoeveelheid aan beschikbare (geo-)informatie is er voor een GIS-specialist een hoop werk te doen.

  • Wélke kaartlaag in welk geval moet worden toegevoegd is uiteraard de uitdaging. Hiervoor is van belang het hebben van enige bekendheid met beschikbare geo-informatie én het probleem in kwestie. (Het is niet voor niets dat veel GIS-sers breed georiënteerd en over het algemeen hoog opgeleid zijn.) Denk aan het toevoegen van een kaartlaag met het aantal auto's per etmaal een een verkeersongevallenkaart. Wellicht zie je daardoor straten waar - logisch - veel ongevallen plaatsvinden waar het druk is, en weinig ongevallen waar het niet druk is. Het bijzondere is dat je op zo'n kaart ook kan zien waar veel ongevallen zijn waar het niet druk is! Wellicht moet naar die plek maar eens gekeken worden. En andersom: Op welke drukke plekken zijn weinig ingelukken? Waarom zijn daar weinig ongelukken? Misschien kan van die situaties geleerd worden. En misschien moet er een derde kaartlaag worden toegevoegd: de gemiddelde of toegestane snelheid.
  • Ook op de kaart van John Snow zijn - naast het stratenpatroon - twee kaartlagen te zien: choleragevallen, en drinkwaterpompen. Wat van belang is bij deze kaart is dat óók gebieden in kaart zijn gebracht waar géén choleragevallen zijn (en wel waterpompen). Zou er zijn ingezoomd op alléén het probleemgebied, dan zou wellicht niet geconstateerd kunnen worden dat er géén choleragevallen zijn in de woonwijken rondom de andere waterpompen. Bij onderzoeksdoeleinden, zoals bij de hierboven genoemde verkeersongevallenkaart als de choleragevallenkaart, geldt dat 'géén informatie' (geen gevallen / witte gebiden) ook belangrijk zijn!

De kracht van een kaart bij grote gebeurtenissen

Een animatie gemaakt van de tsunamie in de Indische Oceaan, tweede kerstdag 2004. Deze gebeurtenis is maandenlang wereldwijd nieuws geweest.

Niet alleen bij moeilijke of specialistische onderwerpen kunnen kaarten als goede illustratie dienen. Juist bij belangrijke evenementen en bijzondere gebeurtenissen zie je in de krant ook prachtige (GIS) kaarten. De Olympische Spelen, de instorting van de WTC-torens in New York, de opmars van de Amerikanen in Irak, dodelijke slachtoffers in Afghanistan, een tsunami. Het zijn allemaal voorbeelden van aangrijpende gebeurtenissen. Ze krijgen vaak een (GIS) kaart als illustratie mee, of dat nu op internet is of in een krant. De illustratieve waarde is dan vaak enorm, niet alleen door de kracht van de kaart, maar ook door het onderwerp zelf. Een groot en breed publiek zal een dergelijke kaart dan zien én nodig hebben. De eenvoud van de kaart en een aantrekkelijk, visueel overzichtelijk beeld zijn dan (nog) belangrijker dan bij andere kaarten. Zo'n kaart dient dan soms als visueel lekkermakertje, maar net zo goed (zie het voorbeeld van de Tsunami) is de kaart bij die plotselinge gebeurtenis broodnodig om uit te leggen wat er gebeurd is, zonder dat daar al te veel woorden bij te pas komen. En waar al die landen nu precies liggen is ook te zien. Dankzij zo'n kaart komt de wereld plotseling veel dichterbij.

Over het gevaar van de kaart

"Een plaatje zegt meer dan duizend woorden", "Kennis maakt macht" en "Het is digitaal dus zal het is waar en onderzocht".

We zullen in dit handboek zien hoe we de juiste doelgroep met de juiste cartografische principes en met behulp van GIS goede kaarten kunnen maken.

We kunnen deze principes en middelen te goeder trouw aanwenden. Zoals:

  • lichtgroene kleuren voor bossen, en nog mooier groene bossen als die worden beheerd door Staatsbosbeheer, ook al zijn die net zo mooi als gewone bossen. Cartografisch slim, maar er wordt níet vals gespeeld. Niets mis mee. Een ander voorbeeld is - zie ook de figuur rechts -
    De macht van een GIS-specialist / cartograaf. Hoe zou deze kaart overkomen in een nieuwsbrief aan alle bewoners van deze wijk? Dit (fictieve) voorbeeld laat zien hoe met wat verzonnen afstanden en effecten, een GIS en wat mooie cartografische principes bewoners goed op stang kunnen jagen. Zo'n kaart komt zeker niet van de gemeente...
  • gevaar rood weergegeven
  • onder een gevarenzone datgene afbeelden waar het gevaar op van invloed is, huizen / adressen. Ook goed:
  • er is flink ingezoomd op het probleemgebied. Alleen ontbreken de doodskoppen nog boven woonwijk de Hoven... En die rode pijlen hadden in plaats van naar het zuidoosten, misschien nog dikker moeten zijn en naar de woonwijk moeten wijzen!

De vraag is echter of we als GIS-specialist moeten inlaten met voorbeelden als deze. Duidelijk is dat hier op emotie wordt ingespeeld. Wanneer de GIS-specialist dit maakt voor de opdrachtgever 'Stichting weg met de UMTS-mast en wel meteen', is dit - cartografisch gesproken - een heel goede kaart. Echter, het staat bol met de inhoudelijke fouten; geen bronverwijzing, geen uitleg wat nu die 200 en 400 meter zones precies betekenen. De kaart toont géén nieuws. Sterker, dit is rechtstreeks verzonnen. Het betreft valse informatie. Door de meeste kenners, zowel daartoe door de overheid ingetelde organen, als door wetenschappers, is van problemen met UMTS niets gebleken. Er duiden toch zo af en toe onderzoeken op die het tegendeel beweren. Zelfs uit wetenschappelijke kringen. Dan nog dient - gezien de kracht van het medium kaart - een GIS-specialist deze bron te verifiëren. Is het een enkeling die dit beweerd? Misschien is het echter een doorbraak, is het de eerste onderzoeker die schade aantoont. Zelfs in dat geval geldt; noem dat in de kaart! Stem de onzekerheid die er geld of op de symbologie. Gebruik dan geen rood, kleur de cirkels niet in. Gebruik stippellijnen voor cirkels. Enzovoort. Naast dat de bewoners onterecht bespeeld worden (zie de uitroeptekens en het woord families!), is de informatie overigens in dit voorbeeld vals! Jij als GIS-specialist dient je eigen moraal te hebben. De geo-informatie en de visualisatie ervan dienen goed en eerlijk te zijn. Dat wil zeggen dat de visualisatie in overeenstemming moet zijn met de informatie. Misbruik je kennis niet, ook als er een opdrachtgever is die er anders over denkt!

Daarom de volgende opmerkingen vooraf:

  • Lezers zien een digitale kaart vaak voor 100% waar. Zorg dus voor kloppende informatie.
  • Besef dat de doelgroep vaak onkundig is; soms op het gebied van 'kaartlezen'. De legenda of de locatie is onduidelijk; de boodschap zoals zij die denken te lezen wordt dan rondgebazuind!
  • Soms is de doelgroep echter onkundig op het inhoudelijk vlak; zoals hier: over straling. Lezers zijn dus in staat - zeker bij mooi gemaakte kaarten - jouw kaart klakkeloos te geloven...
  • Test kaarten bij het publiek. En belangrijker;
  • Voor wie je de kaart dan ook maakt, welke politieke achtergrond jij hebt, en voor welke opdrachtgever jij werkt, zorg altijd voor juiste informatie. Maak geen misbruik van jouw 'machtspositie' als jij die kennis hebt en die kaart gaat maken! Besef welke rol je speelt. (In het hoofdstuk over doelgroep, verderop in dit deel A, komt dit communicatieve aspect terug).
  • Produceer je een gevoelige kaart, die verkeerd kán worden uitgelegd? Zorg dan dat óp de kaart een uitleg of een conclusie staat. Een kaart wordt vaak gepubliceerd in een nieuwsbrief, krant of op een website. De kaart hoort in die context thuis, maar kopiëren zorgt er voor dat die begeleidende tekst of waarschuwing bij de kaart kan verdwijnen. Zorg in die gevallen dus voor tekst 'in' de kaart zelf, of verwijs in de kaart expliciet naar de tekst.

Ongetwijfeld zou jij bovenstaande al als vanzelfsprekend zelf goed doen. Gelukkig zijn er voor jou in dit handboek dan ook veel minder vanzelfsprekende tips en trucs.

SAMENVATTING:
Een kaart maakt bij veel mensen een grote, visuele indruk, en bepaalt voor een groot deel de denkrichting van de kaartlezer; wat er niet staat, ziet hij niet, wat je laat zien is waar hij aan denkt. Daarnaast zien ze de (digitale) kaart, met alle zijn harde grenzen en mooie symbolen vaak aan voor 100% actueel, compleet en nauwkeurig. Hiervan kan bewust en onbewust, in positieve zin en in negatieve zin gebruik gemaakt worden door de GIS-specialist.

Wat heb ik nodig in de praktijk?

Wereldhandel in hout richting de EU. Deze kaart is gemaakt met simpele hulpmiddelen, zonder GIS, in dit geval Microsoft Powerpoint. De achtergrondkaart is als plaatje (bitmap) binnen geladen, waarna alle overige lijnen/teksten er met Powerpoint in zijn gezet. De kaart is voor een brede doelgroep bedoeld, namelijk voor een website of krant.

In de vorige paragraaf werden een GIS-pakket en de juiste geo-informatie als benodigde randvoorwaarde genoemd. In Deel A: Inleiding GIS is te zien hoe aan geo-informatie (betaald of gratis) gekomen kan worden. In Overige informatie en links worden specifieke locaties voor geo-informatie en GIS-pakketten genoemd.

In sommige gevallen is geen enkel GIS-pakket nodig. Voor lokale nieuwsbrieven, maar net zo goed voor professionele websites of landelijke kranten zijn zonder GIS-software goede kaarten te maken. Dit geldt in ieder geval voor die kaarten waarbij geen zware analyses of véél objecten betrokken zijn.

Hieronder een mogelijke werkwijze zonder GIS op jouw PC:

  • Via on-line GIS-viewers / of rechtstreeks plaatjes zoeken op internet is de geo-informatie vaak wel te vinden. Let wel op copyright en/of juiste bronvermelding - en uiteraard de betrouwbaarheid en juistheid van de gegevens.
  • Met een snapshot van het scherm, juist ingezoomd op de plek die jij nodig hebt, kan je deze in een grafisch tekenpakket (Paint, Microsoft Picture It, Adobe Photoshop, Powerpoint, et cetera) inladen.
  • Alleen de details die jij nodig hebt voor je doel, dus een beperkt aantal objecten en lijnen en vlakken, neem jij over.
  • Deze kan je met lokale informatie en kennis uit andere (Internet) bronnen of actuele plaatselijke ontwikkelingen verrijken.
  • Je kan hierbij eigen symbolen gebruiken, zodat die symbolen die echt moeten opvallen voor jouw doel, visueel naar de voorgrond treden. Laat vooral weg wat niet relevant is.
  • Plaats teksten voor de houvast van de lezer (ook wel de 'geografische context' genoemd, enkele wegen, de omtrek van de wijk of land, een plaatsnaam).
  • Houd je ondertussen wel aan de cartografische regels. Dat zijn aspecten als lijndikte, volgorde van kaartlagen, visuele hiërarchie, aantal klassen, kleuren, legenda, enzovoorts (zie Deel B: Geo-visualisatie en Deel C: Kaartopmaak.)

Een voorbeeld van een kaart die op een dergelijke wijze, dus zonder GIS-pakket, gemaakt is, is het kaartje over de wereldwijde houthandel.

SAMENVATTING:
Met dit simpele, praktische voorbeeld van de 'Wereldhandel in hout richting de EU' is aangetoond dat het maken van kaarten simpel kan zijn en dat iedereen er mee kan starten. Iedereen kan het. En iedereen kan het goed, mits voorzien van de juiste kennis en ervaring.

TIP:
Nog één relativerende opmerking. Er zijn véél cartografische eisen, voorkeuren en tips. Bedenk echter dat in deze snelle wereld, met internet en razendsnel veranderende informatie, interesses en meningen, misschien nog steeds te vaak gestreefd wordt naar de ideale kaart. Misschien bestaat die niet. En misschien moeten we die al helemaal niet willen produceren. Niet niet elke kaart hoeft perfect te zijn. Gebruik vooral GIS en geo-informatie. Dat ene 'foutje' dat er misschien nog in zit mag géén beletsel zijn om die kaart niet te publiceren. Laten we hooguit streven naar een ideale kaart. De kracht en de visuele waarde van een kaart is te groot om dit communicatiemiddel niet te gebruiken!

Waarom de theorie hierna ruimschoots aan bod komt

Het vervolg van dit Deel A:

  • Het is noodzakelijk om te weten wat GIS is. Een inleiding in de GIS is nodig voor het kunnen hanteren van een GIS-pakket en dus ook voor het kunnen maken van kaarten met die GIS. Dit wordt behandeld in de module Inleiding GIS.
  • Het vervolg hierop, de module Vervolg GIS gaat wat verder op de zaken in, is grotendeels facultatief en niet strikt noodzakelijk voor het kunnen volgen van de rest van dit handboek.
  • De Cartografie kent, net zoals GIS, een theoretische basis. Zonder deze basis zijn geen goede keuzes te maken bij het visualiseren. GIS-sers en kaartenmakers zonder cartografische kennis, dienen daarom de module Inleiding Cartografie te raadplegen.
  • De module daarna Vervolg Cartografie bevat voornamelijk facultatieve hoofdstukken, waaronder veel informatie en tips over projecties.
  • Tot slot is er in deel A de module Communicatie voor Cartografen. Cartografie is een communicatieve wetenschap. Dat betekent dat cartografie niet alleen een bèta-kant heeft, maar ook een alfa-kant. Zonder kennis van de communicatietheorie en gevoel voor de 'ontvangende kant' zou een cartograaf of GIS-ser zijn boodschap wel eens totaal verkeerd over kunnen brengen. Vandaar dat hier extra aandacht aan moet worden geschonken.

De Delen B en C gaan vervolgens in op de daadwerkelijke geo-visualisatie- en kaartopmaaktips.

Referenties

  1. Big Brother is watching you; P. De Maeyer, in Geo-Info, nummer 11, 2007, pag 411
  2. NRC Handelsblad; ABN Amro besteedt 100 mln aan advies, 12-7-2007, pag 1
  3. Europa in stad en land; NIROV (Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting) en NIROV-Europlan), F. Evers, B. Waterhout en W. Zonneveld (red), 1999, pag 86
  4. Zie [GIS] en [John Snow], beide op de Engelse Wikipedia.

Literatuur

Zie voor literatuur: het laatste deel van dit handboek.


Ga verder met de module 'Inleiding GIS'.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.