Netwerkbekabeling: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mattias.Campe (overleg | bijdragen)
Mattias.Campe (overleg | bijdragen)
Regel 59: Regel 59:


[[Categorie:Informatica]]
[[Categorie:Informatica]]
{{Appendix}}
{{Sub}}
<!-- ----- Hieronder onderhoudsmeldingen, niet verwijderen ----- -->
<!-- ----- Hieronder onderhoudsmeldingen, niet verwijderen ----- -->
{{fase2}}
{{fase2}}

Versie van 5 jan 2020 19:37

Doelstellingen

Onderstaande doelstellingen komen in meer of mindere mate aan bod. Ze komen uit het leerplan Toegepaste Informatica van de richting informaticabeheer[1]. De cijfers verwijzen naar dit leerplan.

  • 3.1.4 De soorten transportmedia van een netwerk beschrijven en de eigenschappen met elkaar vergelijken, onder meer coax, utp, stp, glasvezelkabel, datatransport over het elektriciteitsnet en draadloze connectie.
  • 3.1.5 Kenmerken van een actuele netwerkarchitectuur toelichten.
  • 3.1.14 De functie van de belangrijkste componenten van een netwerk toelichten, onder meer werkstation, server, repeater, access point, switch, router, gateway, noodbatterij, backbone, SAN, NAS.
  • 3.2.9 De oorzaken en gevolgen van elektromagnetische interferentie toelichten.

Inleiding

Soorten

De meest bekende soorten netwerkkabels (een passieve netwerkcomponent, als onderdeel van de IT-infrastructuur) zijn:

  • Twisted Pair (TP) wordt heel vaak gebruikt in LAN omgevingen, maar ook bij de ISP Proximus.
  • Glasvezel heeft de hoogste snelheid, maar is nog niet voor ín huizen van particulieren en KMO's. Toch kan je er onrechtstreeks mee te maken hebben, door de ISP die er in zijn netwerk gebruik van maakt.
  • Coaxiale kabel heeft in een LAN geen toepassingen meer, daar dit werd verdrongen door UTP. Het wordt wel nog gebruikt als netwerkbekabeling door bv. de ISP Telenet, nl. van het wijkcentrum tot aan het toegangsnetwerk van de klant.
  • Elektriciteitsbekabeling kennen we vooral van het voorzien van elektrische energie aan apparaten, maar deze kan ook gebruikt worden om signalen door te sturen. Dit is interessant als UTP-bekabeling ontbreekt of draadloos ongewenst is.

Binnen de werkgroep IEEE 802.3 denken ze na over bedraad Ethernet, met aandacht voor snelheid, zuinigheid en foutcorrectie. Er bestaan verschillende types, zoals 100BaseTX, 1000BaseT, 100BASE-FX, ...:

  • Het eerste gedeelte geeft de basissnelheid aan (bv. 100Base=Fast Ethernet of 1000Base=Gigabit Ethernet): dit is de maximale theoretisch haalbare snelheid in Mbps. Denk dus niet dat je met 1000BaseT ook een daadwerkelijke snelheid van 1000Mbps haalt.
  • Het gedeelte erna duidt op het gebruikte medium en in sommige gevallen ook hoe dit medium aangesloten moet worden. Zo duidt T op getwist paar (twisted pair) en F op glasvezel (fiber).

Standaard voor bedrade netwerken krijgt update

Dankzij nieuwe versies van standaarden kan men over een 'oud' netwerk van telefoon- en tv-lijnen hogere snelheden versturen (wat de verspreiding van glasvezel minder dringend maakt). Zo heeft de standaardenorganisatie IEEE een nieuwe versie voor ethernet goedgekeurd. Deze 2012-revisie blijft backwards compatible deze vanuit 2008, maar het moet snellere en zuinigere bedrade netwerken mogelijk maken. Ook de ondersteuning voor embedded netwerken in auto's moet verbeterd zijn. In de 2012-standaard werd ook Power over Ethernet opgenomen, die vereist dat PoE-hardware tot 25,5W moet kunnen leveren of vragen.

(nl) Sneller vast internet (De lange adem van oude netwerken). tweakers.net (2017-09-21). (nl) Standaard voor bedrade netwerken krijgt update. tweakers.net (2012-09-06).

Gestructureerde bekabeling

Gestructureerde bekabeling (en: structured cabling) is bekabeling in een gebouw of binnen een campus dat bestaat uit verschillende gestandaardiseerde kleinere elementen, subsystemen genoemd. Goed ontworpen en geïnstalleerde, gestructureerde bekabeling zal voorspelbare performantie bieden en heeft de flexibiliteit om om te gaan met wijzigingen en zal toekomstige uitbreidingen mogelijk maken.

Als je niet-gestructureerd te werk gaat, dan zou je bv. rechtstreeks één kabel voorzien vanaf de pc naar een core switch. Zoals je in de tekening merkt worden bij gestructureerde bekabeling hiervoor (minstens) drie kabels met tussenliggende componenten gebruikt. Dit hoofdstuk bespreekt de soorten bekabeling naar functie. In het hoofdstuk over netwerkcomponenten worden de andere zaken (RJ-45, netwerkaansluiting,...) aangekaart.

Schematisch voorgesteld zijn er de volgende soorten kabels:

PC ----- 1 ----- outlet ----- 2 ----- patchpanel ----- 3 ----- switch ----- 4 ----- core switch
  1. User cord: het gedeelte van de netwerkkabel dat van jouw host (pc, tv,...) naar de netwerkaansluiting (in de muur of kabelgoot) gaat. Bijna altijd soepele UTP-draad (stranded wire).
  2. Horizontal run: het gedeelte van de netwerkkabel dat van de netwerkaansluiting tot het patchpanel gaat. Meestal gelegd in muren of kabelgoten (niet zichtbaar). Meestal niet-soepele UTP-draad (solid wire). Ze is, volgens de standaarden, gelimiteerd tot een maximale lengte van 90m. Maar: hoe korter, hoe beter.
  3. Patch cord (of patch cable): de netwerkkabel die het patchpanel met de switch verbindt. Het is in feite een gewone kabel (user cord), hij krijgt hier enkel een andere naam om ook zijn functie aan te duiden.
  4. Backbone (letterlijk: ruggengraat): een stelsel van zeer snelle netwerkverbindingen (bv. via glasvezel). Zeker bij ISP's heb je een backbone, maar ook grotere bedrijven of scholen zullen vaak de gebouwen op hun campus onderling met een backbone verbinden.

TP-kabel

Glasvezel

Coaxkabel

Elektriciteitsbekabeling (PLC)

  1. Inleiding
  2. Bekabeling
  3. Glasvezel
  4. Coaxkabel
  5. Elektriciteitsbekabeling (Power Line Communication)
  1. Meer informatie op leerplan D/2015/7841/003

[[Categorie:Netwerkbekabeling - inhoud|]]

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.