Maatschappijleer/Schrijfplan Appen op de fiets?: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Pbuddenberg (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
Je gaat een kort betoog schrijven over appen op de fiets. Volg de stappen/vragen hieronder. Je kunt steeds afvinken welke keuzes je maakt en begrippen je gebruikt. Uiteindelijk is je betoog 250-300 woorden lang. Het geheel bestaat uit een inleiding, kern en slot/conclusie. Gebruik in de tekst ook een aantal signaalwoorden en verwijswoorden.
Je gaat een kort betoog schrijven over appen op de fiets. Volg de stappen/vragen hieronder. Je kunt steeds afvinken welke keuzes je maakt en begrippen je gebruikt. Uiteindelijk is je betoog 250-300 woorden lang. Het geheel bestaat uit een inleiding, kern en slot/conclusie. Gebruik in de tekst ook een aantal signaalwoorden en verwijswoorden.


{| class="wikibooks"
{| class="wikitable"
| ▢ eerst || ▢ daarna || ▢ ondertussen || ▢ terwijl
| ▢ eerst || ▢ daarna || ▢ ondertussen || ▢ terwijl
|-
|-

Versie van 18 apr 2018 17:50

Schrijfplan

Je gaat een kort betoog schrijven over appen op de fiets. Volg de stappen/vragen hieronder. Je kunt steeds afvinken welke keuzes je maakt en begrippen je gebruikt. Uiteindelijk is je betoog 250-300 woorden lang. Het geheel bestaat uit een inleiding, kern en slot/conclusie. Gebruik in de tekst ook een aantal signaalwoorden en verwijswoorden.

▢ eerst ▢ daarna ▢ ondertussen ▢ terwijl
▢ maar ▢ echter ▢ omdat ▢ want

Inleiding (max. 60 woorden)

1. De inleiding begin je op één van de volgende manieren:

▢ In Nederland fietsen we graag en iedereen gebruikt zijn telefoon wel eens op de fiets ...
▢ Net als in de auto is het gebruik van een mobiele telefoon op de fiets er gevaarlijk ...
▢ Als je goed oplet in het verkeer, kun je tijdens het fietsen ...

2. In de inleiding beschrijf je wat jouw ervaringen zijn met het gebruik van een mobiele telefoon op de fiets. Gebruik twee of drie van onderstaande woorden en ook een paar signaalwoorden.

▢ rechtsstaat
▢ wetten, regels
▢ volkssoevereiniteit
▢ mening geven, kiezen
▢ vrijheid
▢ gelijkheid



3. Sluit de inleiding af met een voorbeeld van een dilemma: een lastige keuze.

▢ algemeen belang
▢ deelbelang
▢ persoonlijk belang
▢ voordelen, nadelen
▢ afwegen

Kern (max. 100 woorden)

4. Beschrijf twee vrijheden die je belangrijk vindt en bij welke politieke stromingen deze horen.

▢ vrijheid van mening
▢ vrijheid van geloof
▢ vrijwaring van vrees/gebrek
▢ vrijwaring van discriminatie
▢ liberalisme
▢ sociaal-democratie
▢ christen-democratie
▢ populisme

5. Onderbouw wat maakt dat je deze vrijheden belangrijk vindt. Geef ook een voorbeeld.

▢ democratie
▢ autocratie
▢ (sociale) ongelijkheid
▢ veiligheid
▢ solidariteit
▢ respect
▢ eigen verantwoordelijkheid
▢ demonstratie

Slot (max. 75 woorden)

6. Leg uit welke politiek partij het beste jouw visie vertegenwoordigt en waarom.

▢ VVD
▢ CDA
▢ PvdA
▢ zonnepanelen
▢ gezin
▢ belasting
▢ Europa
▢ grenzen
▢ ontwikkelingshulp

7. Sluit af op één van de volgende manieren:

▢ Uiteindelijk heeft volgens mij de burger de meeste/minste macht, omdat ...
▢ Uiteindelijk hebben volgens mij de volksvertegenwoordigers de meeste/minste macht, omdat ...
▢ Uiteindelijk hebben volgens mij de ministers en staatssecretarissen de meeste/minste macht, omdat ...

Beoordeling

Onderdeel Waar moet het aan voldoen? Te behalen punten Toegekende punten
Zinsbouw en spelling De tekst is goed leesbaar en voldoet aan de spellingsregels. 15
Opbouw De opbouw is duidelijk en overzichtelijk. 15
Opmaak en verzorging Het geheel ziet er netjes uit en de alinea-indeling klopt. 15
Inhoud Er is goed gebruik gemaakt van de beschikbare begrippen en voorbeelden. 15
Uitleg, argumenten Meningen worden duidelijk uitgelegd. 15
Voorbeelden Meningen worden ondersteund door goede voorbeelden. 15
TOTAAL 90
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.