Afrikaans/Afrikaanse bijvoeglijke naamwoorden: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jcwf (overleg | bijdragen)
Jcwf (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8: Regel 8:
Indien een bijvoeglijk naamwoord een verbogen vorm heeft -en dat is niet voor alle het geval- wordt de verbogen vorm gebruikt voor attributief en de onverbogen vorm voor predicatief:
Indien een bijvoeglijk naamwoord een verbogen vorm heeft -en dat is niet voor alle het geval- wordt de verbogen vorm gebruikt voor attributief en de onverbogen vorm voor predicatief:


:''predicaat'': die huis is pragtig.
:''predicaat'': die huis is pragtig. -- het huis is prachtig
:''attribuut'': dis 'n pragtig'''e''' huis
:''attribuut'': dis 'n pragtig'''e''' huis -- het is een prachtig huis


Afrikaans kent geen woordgeslacht meer en maakt dus geen verschil tussen onzijdige woorden en die van mannelijk of vrouwelijk geslacht.In het Nederlands vervalt de uitgang bij een onbepaald onzijdig woord. Dit geldt dus niet voor het Afrikaans:
Afrikaans kent geen woordgeslacht meer en maakt dus geen verschil tussen onzijdige woorden en die van mannelijk of vrouwelijk geslacht.In het Nederlands vervalt de uitgang bij een onbepaald onzijdig woord. Dit geldt dus niet voor het Afrikaans:


:'n '''wilde''' perd - een '''wild''' paard
:'n '''wilde''' perd -- een '''wild''' paard


==Onverbogen bijvoeglijke naamwoorden==
==Onverbogen bijvoeglijke naamwoorden==
Regel 20: Regel 20:
De algemene regel is dat meerlettergrepige adjectieven wél en éénlettergrepige adjectieven soms niet verbogen worden,
De algemene regel is dat meerlettergrepige adjectieven wél en éénlettergrepige adjectieven soms niet verbogen worden,


:Die groot huis.
:die groot huis -- het grote huis
:Die pragtige huis.
:die pragtige huis -- het prachtige huis


Eénlettergrepige adjectieven op medeklinkers als -k, -t, -p worden gewoonlijk niet verbogen, tenzij de laatste in overdrachtelijke zin gebruikt worden.
Eénlettergrepige adjectieven op medeklinkers als -k, -t, -p worden gewoonlijk niet verbogen, tenzij de laatste in overdrachtelijke zin gebruikt worden.


:'n '''ryp''' peer - een rijpe peer
:'n '''ryp''' peer -- een rijpe peer
:na '''rype''' beraad - na rijp beraad
:na '''rype''' beraad -- na rijp beraad


Liquida zoals -l krijgen wel een buigings-e:
Liquida zoals -l krijgen wel een buigings-e:
Regel 37: Regel 37:
Woorden op meer dan een medeklinker, zoals -rd worden vaak wel verbogen:
Woorden op meer dan een medeklinker, zoals -rd worden vaak wel verbogen:


:die grond is hard
:die grond is hard -- de grond is hard
:die harde grond
:die harde grond -- de harde grond


Een adjectief als '''sag''' (op -g) wordt wel verbogen en verraadt dan zijn Nederlandse afkomst:
Een adjectief als '''sag''' (op -g) wordt wel verbogen en verraadt dan zijn Nederlandse afkomst:


:die grond is sag
:die grond is sag -- de grond is zacht
:die sag'''t'''e grond.
:die sag'''t'''e grond. -- de zachte grond




Er zijn ook eenlettergrepige adjectieven die een andere vorm hebben bij predicatief en attributief gebruikt:
Er zijn ook eenlettergrepige adjectieven die een andere vorm hebben bij predicatief en attributief gebruikt:


:'n ou man - die man is ou'''d'''.
:'n ou man - die man is ou'''d''' -- een oude man - de man is oud
:'n lang pad - die pad is lan'''k'''. -- een lange ''weg'' - de weg is lang
:'n lang pad - die pad is lan'''k'''. -- een lange ''weg'' - de weg is lang


Regel 68: Regel 68:


:Nld. gaaf - gave
:Nld. gaaf - gave
:Afr gaaf - gawe
:Afr gaaf - ga'''w'''e


Dit kan ook gebeuren met ''ff'':
Dit kan ook gebeuren met ''ff'':
Regel 81: Regel 81:
Gesubstantiveerd volgt Afrikaans het Engelse voorbeeld (the big ''one'') en voegt ''een'' toe:
Gesubstantiveerd volgt Afrikaans het Engelse voorbeeld (the big ''one'') en voegt ''een'' toe:


:Dis die groot ''een''. -- dit is de grote
:Dis die groot ''een''. -- Dit is de grote.


Dit gaat echter meestal alleen in het enkelvoud. In het meervoud wordt substantivering vaak vermeden, maar het kan wel:
Dit gaat echter meestal alleen in het enkelvoud. In het meervoud wordt substantivering vaak vermeden, hoewel het wel kan:


:Dit is die groot ''enes'' -- dit zijn de grote
:Dit is die groot ''enes'' -- dit zijn de grote (''Vgl'' Eng.: the big ''ones'')


Wel zijn er zelfstandige naamwoorden die op een Nederlandse substantivering teruggaan, zoals:
Wel zijn er zelfstandige naamwoorden die op een Nederlandse substantivering teruggaan, die echter een meervoud op -s krijgen, zoals:


:die gevangene - die gevangenes
:die gevangene - die gevangene'''s''' -- de gevangene - de gevangenen

==Trappen van vergelijking==
De vergrotende trap heeft in de regel -er en de overtreffende -ste en bij deze vormen is er geen sprake van buigingsverschillen meer (anders dan in het Nederlands).

:die ryper vrugte -- de rijpere vruchten
:die rypste vrugte -- de rijpste vruchten

:hy is ouer -- hij is ouder
:hy is die oudste -- hij is de oudste

De s van -ste wordt ook geschreven als het woord al eindigt op een -s: dwaas, dwaas'''s'''te.


==Deelwoorden==
==Deelwoorden==
Regel 98: Regel 109:
:'''niks-seggend''' - nietszeggend
:'''niks-seggend''' - nietszeggend


Dit is de enige vorm van het werkwoord waar die "g" weer opduikt. De verbuiging is eenvoudig: predicaat zonder en attribuut mèt -e
Dit is de enige vorm van het werkwoord waar die weggevallen "g" weer opduikt. De verbuiging is eenvoudig: predicaat zonder en attribuut mèt -e


:dit is niks-seggend
:dit is niks-seggend -- het is nietszeggend
:dit is 'n klomp niks-seggende snert
:dit is 'n klomp niks-seggende snert -- het is een lading nietszeggende bragel


Er zijn werkwoorden die ontstaan zijn uit een sterke verleden tijd, zoals
Er zijn werkwoorden die ontstaan zijn uit een sterke verleden tijd, zoals
Regel 115: Regel 126:


is de toekomende tijd vreemder dan het onvoltooid deelwoord:
is de toekomende tijd vreemder dan het onvoltooid deelwoord:
:dit sal '''behoort'''
:dit sal tot ... '''behoort''' -- dit zal tot ... behoren
:'n groep '''behorende''' tot ...
:'n groep '''behorende''' tot ... -- een groep behorend tot ..


===Verleden deelwoorden===
===Verleden deelwoorden===
Regel 125: Regel 136:
Maar vooral in staande uitdrukkingen komt soms de sterke oorsprong van het deelwoord om de hoek kijken:
Maar vooral in staande uitdrukkingen komt soms de sterke oorsprong van het deelwoord om de hoek kijken:


:die bedorwe kind.
:die bedorwe kind -- het verwende kind


Attributief gebruikt wordt gewoonlijk -de als verbuiging toegevoegd, ook als een Nederlander het kofschip zou volgen:
Attributief gebruikt wordt gewoonlijk -de als verbuiging toegevoegd, ook als een Nederlander het kofschip zou volgen:


:die bederfde melk
:die bederfde melk -- de bedorven melk
:die gewensde / gewenste plante
:die gewensde / gewenste plante -- de gewenste planten


Soms komen er verschillende vormen voor:
Soms komen er verschillende vormen voor:


:'n gesogte kompetisie
:'n gesogte kompetisie -- een populaire competitie
:die mees gesoekte woorde op die net
:die mees gesoekte woorde op die net -- de meest gezochte woorden op het net
:die lys van die mees gesoekde misdadigers
:die lys van die mees gesoekde misdadigers -- de lijst van de meest gezochte misdadigers


:die geskrewe taal -- de schrijftaal
:die geskrewe taal -- de schrijftaal
Regel 143: Regel 154:
Algemeen gesproken zijn de zwakke vormen in opmars.
Algemeen gesproken zijn de zwakke vormen in opmars.


==Trappen van vergelijking==
De vergrotende trap heeft in de regel -er en de overtreffende -ste en bij deze vormen is er geen sprake van buigingsverschillen meer (anders dan in het Nederlands).

:die ryper vrugte
:die rypste vrugte

:hy is ouer
:hy is die oudste

De s van -ste wordt ook geschreven als het woord al eindigt op een -s: dwaas, dwaas'''s'''te.


<!-- ----------- Hieronder onderhoudsmeldingen -------------- -->
<!-- ----------- Hieronder onderhoudsmeldingen -------------- -->

Versie van 9 mrt 2017 20:07

Afrikaans

  1. Bijvoeglijke naamwoorden
  2. Zelfstandige naamwoorden
  3. Werkwoorden
  4. Voornaamwoorden
  5. Klankveranderingen
  6. Ander woordgebruik
  7. Gevaarlijke woorden
  8. Engelse invloed
  9. Duitse invloed
  10. Andere komaf
  11. Bronnen
Video's
  1. Video 1

Oppervlakkig lijken bijvoeglijke naamwoorden in het Afrikaans vrij sterk op die van het Nederlands, maar schijn kan bedriegen.

Verbogen vorm

Veel bijvoeglijke naamwoorden hebben net als in het Nederlands een verbogen vorm, die uitgaat op -e, maar het gebruik ervan verschilt tamelijk van dat in het Nederlands. Voor een Nederlandstalige is het gevaarlijk op het eigen taalgevoel af te gaan.

Indien een bijvoeglijk naamwoord een verbogen vorm heeft -en dat is niet voor alle het geval- wordt de verbogen vorm gebruikt voor attributief en de onverbogen vorm voor predicatief:

predicaat: die huis is pragtig. -- het huis is prachtig
attribuut: dis 'n pragtige huis -- het is een prachtig huis

Afrikaans kent geen woordgeslacht meer en maakt dus geen verschil tussen onzijdige woorden en die van mannelijk of vrouwelijk geslacht.In het Nederlands vervalt de uitgang bij een onbepaald onzijdig woord. Dit geldt dus niet voor het Afrikaans:

'n wilde perd -- een wild paard

Onverbogen bijvoeglijke naamwoorden

Er zijn ook bijvoeglijke naamwoorden die geen verbogen vorm kennen. Het gebruik ervan is voor Nederlandtaligen niet voor de hand liggend en onderhevig aan veel uitzonderingen.

De algemene regel is dat meerlettergrepige adjectieven wél en éénlettergrepige adjectieven soms niet verbogen worden,

die groot huis -- het grote huis
die pragtige huis -- het prachtige huis

Eénlettergrepige adjectieven op medeklinkers als -k, -t, -p worden gewoonlijk niet verbogen, tenzij de laatste in overdrachtelijke zin gebruikt worden.

'n ryp peer -- een rijpe peer
na rype beraad -- na rijp beraad

Liquida zoals -l krijgen wel een buigings-e:

Vol dankbaarheid -- die volle waarheid

Maar:

dit is klein -- die klein huisie

Woorden op meer dan een medeklinker, zoals -rd worden vaak wel verbogen:

die grond is hard -- de grond is hard
die harde grond -- de harde grond

Een adjectief als sag (op -g) wordt wel verbogen en verraadt dan zijn Nederlandse afkomst:

die grond is sag -- de grond is zacht
die sagte grond. -- de zachte grond


Er zijn ook eenlettergrepige adjectieven die een andere vorm hebben bij predicatief en attributief gebruikt:

'n ou man - die man is oud -- een oude man - de man is oud
'n lang pad - die pad is lank. -- een lange weg - de weg is lang

Soms heeft ook een naamwoord met twee lettergrepen geen buigings-e, met name als het op -er eindigt:

die ander kinders -- de andere kinderen
die helder weer -- het heldere weer

Medeklinkerverandering

In die gevallen waarin de buigings-e in het Nederlands een stemhebbende medeklinker hoor- en zichtbaar maakt, zijn er verschillen:

Ned. dwaas - dwaze
Afr. dwaas - dwase

Afrikaans heeft geen z.

Daar waar in het Nederlands een v opduikt heeft het Afrikaans w:

Nld. gaaf - gave
Afr gaaf - gawe

Dit kan ook gebeuren met ff:

Nld. straf - straffe
Afr. straf - strawwe
Nld. grof - grove
Afr. grof - growwe

Substantivering

Gesubstantiveerd volgt Afrikaans het Engelse voorbeeld (the big one) en voegt een toe:

Dis die groot een. -- Dit is de grote.

Dit gaat echter meestal alleen in het enkelvoud. In het meervoud wordt substantivering vaak vermeden, hoewel het wel kan:

Dit is die groot enes -- dit zijn de grote (Vgl Eng.: the big ones)

Wel zijn er zelfstandige naamwoorden die op een Nederlandse substantivering teruggaan, die echter een meervoud op -s krijgen, zoals:

die gevangene - die gevangenes -- de gevangene - de gevangenen

Trappen van vergelijking

De vergrotende trap heeft in de regel -er en de overtreffende -ste en bij deze vormen is er geen sprake van buigingsverschillen meer (anders dan in het Nederlands).

die ryper vrugte -- de rijpere vruchten
die rypste vrugte -- de rijpste vruchten
hy is ouer -- hij is ouder
hy is die oudste -- hij is de oudste

De s van -ste wordt ook geschreven als het woord al eindigt op een -s: dwaas, dwaasste.

Deelwoorden

Tegenwoordige deelwoorden

De tegenwoordige deelwoorden zijn voor Nederlandstaligen meestal niet zo'n verrassing. Voor sprekers van andere talen zoals Engels ligt dat vaak anders, bijvoorbeeld:

- zeggen
niks-seggend - nietszeggend

Dit is de enige vorm van het werkwoord waar die weggevallen "g" weer opduikt. De verbuiging is eenvoudig: predicaat zonder en attribuut mèt -e

dit is niks-seggend -- het is nietszeggend
dit is 'n klomp niks-seggende snert -- het is een lading nietszeggende bragel

Er zijn werkwoorden die ontstaan zijn uit een sterke verleden tijd, zoals

verloor -- verliezen

Het deelwoord ziet er dan voor Nederlands ogen net zo vreemd uit als de toekomende tijd:

die verlorende party -- de verliezende partij
ek sal verloor -- ik zal verliezen

Bij werkwoorden die uit de derde persoon enkelvoud ontstaan zijn, zoals

behoort -- behoren

is de toekomende tijd vreemder dan het onvoltooid deelwoord:

dit sal tot ... behoort -- dit zal tot ... behoren
'n groep behorende tot ... -- een groep behorend tot ..

Verleden deelwoorden

Voltooide deelwoorden is een wat lastiger probleem, vooral bij werkwoorden die in het Nederlands sterk zijn. In de voltooide tijden is het Afrikaanse deelwoord vrijwel altijd zwak.

dit het bederf -- het is bedorven

Maar vooral in staande uitdrukkingen komt soms de sterke oorsprong van het deelwoord om de hoek kijken:

die bedorwe kind -- het verwende kind

Attributief gebruikt wordt gewoonlijk -de als verbuiging toegevoegd, ook als een Nederlander het kofschip zou volgen:

die bederfde melk -- de bedorven melk
die gewensde / gewenste plante -- de gewenste planten

Soms komen er verschillende vormen voor:

'n gesogte kompetisie -- een populaire competitie
die mees gesoekte woorde op die net -- de meest gezochte woorden op het net
die lys van die mees gesoekde misdadigers -- de lijst van de meest gezochte misdadigers
die geskrewe taal -- de schrijftaal
'n Geskryfde Lewe -- boek van J.M Coetzee

Algemeen gesproken zijn de zwakke vormen in opmars.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.