Afrikaans/Gevaarlijke woorden: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jcwf (overleg | bijdragen)
Jcwf (overleg | bijdragen)
Regel 43: Regel 43:
Het Nederlands voornaamwoord '''het''' wordt '''dit''':
Het Nederlands voornaamwoord '''het''' wordt '''dit''':
:'''Het''' gaat goed -- '''Dit''' gaan goed.
:'''Het''' gaat goed -- '''Dit''' gaan goed.
:'''Het''' regent -- '''Dit''' reën.


==Om==
==Om==

Versie van 7 mrt 2016 21:10

Er zijn een hoop woorden die Nederlandstaligen geneigd zijn te gebruiken, maar die in het Afrikaans òfwel niet gebruikt worden òfwel een andere betekenis hebben. Hier volgen er een aantal.

Dit, dat, deze en die

In het Afrikaans is dat uitsluitend een voegwoord:

Ek sê dat ... -- Ik zeg dat

Zelfstandig (persoonlijk of onpersoonlijk) wordt dit gebruikt, waar Nederlands de keus heeft tussen het, dit of dat. Samen met is wordt dit soms samengetrokken tot dis:

Dat is prachtig -- Dit is pragtig, dis pragtig

Het aanwijzend voornaamwoord is dié of daardie:

Dat boek --- Dié boek, daardie boek

Dié verwijst gewoonlijk terug naar iets dat al genoemd is. In de spreektaal word daardie vaak ingekort tot daai, en soms wordt dit ook zo geschreven.

Dichterbij wordt hierdie gebruikt:

Dit boek -- Hierdie boek
Deze boeken -- Hierdie boeke

Het woord die (zonder accent) komt in het Afrikaans alleen als lidwoord voor:

Die perd -- het perd
Die oes -- de oogst
Die mense -- de mensen.

Als betrekkelijk voornaamwoord wordt wat gebruikt:

Die boek wat ek gekoop het -- Het boek dat ik gekocht heb
Die tafel wat ek gekoop het -- De tafel die ik gekocht heb

Het

In het Afrikaans is dit uitsluitend een werkwoord, dat overeenkomt met de vervoegde vormen van het Nederlandse hebben:

Ek het dit gesien -- ik heb het gezien.

In de onbepaalde wijs heeft Afrikaans

om te -- om te hebben

Het Nederlandse lidwoord het wordt altijd die in Afrikaans:

Het land -- Die land.

Het Nederlands voornaamwoord het wordt dit:

Het gaat goed -- Dit gaan goed.
Het regent -- Dit reën.

Om

In tegenstelling tot het Nederlands mag om bij de uitgebreide onbepaalde wijs niet weggelaten worden

Dis goed om dit te sien -- Het is goed (om) dit te zien

Werd

De vorm werd bestaat niet in het Afrikaans, evenmin als vrijwel alle verleden tijden. Het wordt meestal weergegeven met is.

Zij en zijn

Zij komt alleen overeen met sy als het over een enkele vrouwspersoon gaat

Sy het gesê dat ... -- Zij zei dat ...

De Nederlandse verleden tijd zei bestaat niet.

In het meervoud wordt voor zij hulle gebruikt:

Hulle het gesê dat ... -- Zij zeiden dat ...

Sy kan echter wel met zijn overeenkomen als bezittelijk voornaamwoord:

In sy hande -- In zijn handen

Het werkwoord zijn is gewoonlijk wees:

Ek sal daar wees -- Ik zal er zijn

De vorm syn is in het Afrikaans volledig verouderd.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.