Afrikaans/Gevaarlijke woorden: verschil tussen versies
Regel 36: | Regel 36: | ||
:'''Sy''' het gesê dat ... -- '''Zij''' zei dat ... |
:'''Sy''' het gesê dat ... -- '''Zij''' zei dat ... |
||
De Nederlandse verleden tijd |
De Nederlandse verleden tijd '''zei''' bestaat niet. |
||
In het meervoud wordt voor '''zij''' '''hulle''' gebruikt: |
In het meervoud wordt voor '''zij''' '''hulle''' gebruikt: |
Versie van 7 mrt 2016 20:33
Er zijn een hoop woorden die Nederlandstaligen geneigd zijn te gebruiken, maar die in het Afrikaans òfwel niet gebruikt worden òfwel een andere betekenis hebben. Hier volgen er een aantal.
Het
In het Afrikaans is dit uitsluitend een werkwoord, dat overeenkomt met het Nederlandse hebben:
- Ek het dit gesien -- ik heb het gezien.
Het Nederlandse lidwoord wordt altijd die in Afrikaans:
- Het land -- Die land.
Het Nederlands voornaamwoord wordt dit:
- Het gaat goed -- Dit gaan goed.
Dat
In het Afrikaans is dit uitsluitend een voegwoord:
- Ek sê dat ... -- Ik zeg dat
Het aanwijzend voornaamwoord is dié of daardie:
- Dat boek --- Dié boek, daardie boek
Dié verwijst gewoonlijk terug naar iets dat al genoemd is.
Zelfstandig wordt dit gebruikt:
- Dat is prachtig -- Dit is pragtig
Als betrekkelijk voornaamwoord wordt wat gebruikt:
- Die boek wat ek gekoop het -- Het boek dat ik gekocht heb
Werd
De vorm werd bestaat niet in het Afrikaans, evenmin als vrijwel alle verleden tijden. Het wordt meestal weergegeven met is.
Zij en zijn
Zij komt alleen overeen met sy als het over een enkele vrouwspersoon gaat
- Sy het gesê dat ... -- Zij zei dat ...
De Nederlandse verleden tijd zei bestaat niet.
In het meervoud wordt voor zij hulle gebruikt:
- Hulle het gesê dat ... -- Zij zeiden dat ...
Sy kan echter wel met zijn overeenkomen als bezittelijk voornaamwoord:
- In sy hande -- In zijn handen
Het werkwoord zijn is gewoonlijk wees:
- Ek sal daar wees -- Ik zal er zijn
De vorm syn is in het Afrikaans volledig verouderd.