Basisstructuur van de kosmos/Tijd en entropie: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 2: Regel 2:
Het begrip [[w:Entropie|entropie]] kan ruwweg worden gedefinieerd als het aantal mogelijkheden waarop een fysische situatie kan worden gerealiseerd aan de hand van de geldende natuurkundige wetten. Hoe meer mogelijkheden er zijn, des te hoger is de entropie. Iets anders gezegd: een ''hogere'' entropie komt overeen met een ''lagere'' mate van ordening ofwel met meer chaos.
Het begrip [[w:Entropie|entropie]] kan ruwweg worden gedefinieerd als het aantal mogelijkheden waarop een fysische situatie kan worden gerealiseerd aan de hand van de geldende natuurkundige wetten. Hoe meer mogelijkheden er zijn, des te hoger is de entropie. Iets anders gezegd: een ''hogere'' entropie komt overeen met een ''lagere'' mate van ordening ofwel met meer chaos.


Een voorbeeld uit het dagelijks leven om dit wat begrijpelijker te maken. Stel dat je een vaas hebt die heel is, dan noemen we dat in de natuurkunde een toestand van hoge fysische ordening ofwel lage entropie. Laat je die vaas vervolgens stukvallen, dan wordt de entropie hoger omdat de fysische ordening minder wordt.
Natuurkundigen gaan ervan uit dat fysische systemen van nature geneigd zijn steeds meer entropie te ontwikkelen. Dit komt er feitelijk op neer dat de entropie van zichzelf toeneemt naarmate de tijd verstrijkt. Dit betekent ook dat de entropie van het vroege heelal heel laag moet zijn geweest, om daarna steeds groter te worden

Natuurkundigen gaan ervan uit dat fysische systemen van nature geneigd zijn om steeds meer entropie te ontwikkelen, ofwel om over te gaan naar toestanden met een lagere ordening. Dit komt er feitelijk op neer dat de entropie van zichzelf toeneemt naarmate de tijd verstrijkt. Dit betekent ook dat de entropie van het vroege heelal heel laag moet zijn geweest, om daarna steeds groter te worden.
{{sub}}
{{sub}}

Huidige versie van 7 jan 2015 om 23:51

Inhoud[bewerken]

  1. Inleiding
  2. Tijd en entropie
  3. Quantummechanica versus algemene relativiteitstheorie: problemen
  4. De snaartheorie
  5. De M-theorie
  6. Het inflatiemodel en het cyclische model
  7. Het alternatief: kwantumzwaartekrachttheorie en luskwantumzwaartekracht
  8. Geraadpleegde bronnen

Het begrip entropie kan ruwweg worden gedefinieerd als het aantal mogelijkheden waarop een fysische situatie kan worden gerealiseerd aan de hand van de geldende natuurkundige wetten. Hoe meer mogelijkheden er zijn, des te hoger is de entropie. Iets anders gezegd: een hogere entropie komt overeen met een lagere mate van ordening ofwel met meer chaos.

Een voorbeeld uit het dagelijks leven om dit wat begrijpelijker te maken. Stel dat je een vaas hebt die heel is, dan noemen we dat in de natuurkunde een toestand van hoge fysische ordening ofwel lage entropie. Laat je die vaas vervolgens stukvallen, dan wordt de entropie hoger omdat de fysische ordening minder wordt.

Natuurkundigen gaan ervan uit dat fysische systemen van nature geneigd zijn om steeds meer entropie te ontwikkelen, ofwel om over te gaan naar toestanden met een lagere ordening. Dit komt er feitelijk op neer dat de entropie van zichzelf toeneemt naarmate de tijd verstrijkt. Dit betekent ook dat de entropie van het vroege heelal heel laag moet zijn geweest, om daarna steeds groter te worden.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.