Onderwijs in relatie tot P2P/Arbeid: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
P2p-in-leuven (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
P2p-in-leuven (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 23: Regel 23:
Een kenmerk van de peer-productie is ‘holoptisme’, dit is de eigenschap dat alles van het project voor iedereen open, zichtbaar en transparant is. Dat betekent natuurlijk niet dat je altijd alles kunt weten wat er gaande is in een peer-project, maar je hebt alle middelen om het te weten te komen.
Een kenmerk van de peer-productie is ‘holoptisme’, dit is de eigenschap dat alles van het project voor iedereen open, zichtbaar en transparant is. Dat betekent natuurlijk niet dat je altijd alles kunt weten wat er gaande is in een peer-project, maar je hebt alle middelen om het te weten te komen.
Doordat dit systeem transparant is kan de gemeenschap het werk dat geleverd wordt controleren.
Doordat dit systeem transparant is kan de gemeenschap het werk dat geleverd wordt controleren.
Binnen een peerproductie wordt modulair gewerkt. Men werkt aan de module waar hij of zij het beste in beslagen is. De gebruikers van het product zijn minstens even belangrijk als de makers. Het ontwerp kan voortdurend bijgespijkerd worden door de gebruikers waardoor er een permanent verbeteringsproces ontstaat ( Bauwens & Lievens, 2013).
Binnen een peerproductie wordt modulair gewerkt. Men werkt aan de module waar hij of zij het beste in beslagen is. De gebruikers van het product zijn minstens even belangrijk als de makers. Het ontwerp kan voortdurend bijgespijkerd worden door de gebruikers waardoor er een permanent verbeteringsproces ontstaat (Bauwens & Lievens, 2013).


Zoals hierboven aangegeven valt de klassieke rolverdeling tussen arbeid en management en de relatie tussen producent en consument weg (Bauwens & Lievens, 2013).
Zoals hierboven aangegeven valt de klassieke rolverdeling tussen arbeid en management en de relatie tussen producent en consument weg (Bauwens & Lievens, 2013).
Regel 39: Regel 39:
De veranderingen in arbeidsvormen zijn geen nieuw fenomeen. Eigenlijk kan men stellen dat het een herhaling van de geschiedenis is. Een voorbeeld hiervan is de overschakeling van het Romeinse Rijk naar het feodalisme. Het Romeinse Rijk kan niet meer groeien omdat de kosten voor de aanvoer van nieuwe slaven en goud te hoog zijn geworden. Je krijgt een crisis en er komt een exodus op gang, slaven en boeren worden lijfeigenen en een deel van de slavenhouders wordt domeinhouders.
De veranderingen in arbeidsvormen zijn geen nieuw fenomeen. Eigenlijk kan men stellen dat het een herhaling van de geschiedenis is. Een voorbeeld hiervan is de overschakeling van het Romeinse Rijk naar het feodalisme. Het Romeinse Rijk kan niet meer groeien omdat de kosten voor de aanvoer van nieuwe slaven en goud te hoog zijn geworden. Je krijgt een crisis en er komt een exodus op gang, slaven en boeren worden lijfeigenen en een deel van de slavenhouders wordt domeinhouders.
Een ander voorbeeld is de overgang van het feodalisme naar het kapitalisme. Aan het einde van het feodale tijdperk woeden er veel burgeroorlogen. Opnieuw ontstaat er een exodus: lijfeigenen slaan op de vlucht of worden weggejaagd en trekken naar de steden. De kapitaalkrachtige landeigenaars en kooplieden beginnen hun kapitaal te ‘investeren’ in die surplusbevolking die naar de steden trekt door hen tewerk te stellen in fabrieken. Hier zien we dus een transformatie van lijfeigenen naar arbeiders en van een feodale heer naar een (proto)kapitalist (Bauwens & Lievens, 2013)
Een ander voorbeeld is de overgang van het feodalisme naar het kapitalisme. Aan het einde van het feodale tijdperk woeden er veel burgeroorlogen. Opnieuw ontstaat er een exodus: lijfeigenen slaan op de vlucht of worden weggejaagd en trekken naar de steden. De kapitaalkrachtige landeigenaars en kooplieden beginnen hun kapitaal te ‘investeren’ in die surplusbevolking die naar de steden trekt door hen tewerk te stellen in fabrieken. Hier zien we dus een transformatie van lijfeigenen naar arbeiders en van een feodale heer naar een (proto)kapitalist (Bauwens & Lievens, 2013).
We kunnen vaststellen dat er telkens een zelfde patroon volgt:
We kunnen vaststellen dat er telkens een zelfde patroon volgt:
- Ten eerste is er een crisis van het oude systeem.
- Ten eerste is er een crisis van het oude systeem.

Versie van 18 dec 2014 22:34

← Anticredentialisme Onderwijs in relatie tot P2P Authority ranking →

Bauwens en Lievens (2013) leggen in hun boek de focus op economische '’’arbeid’’’. Arbeid is het verrichten van bezigheden die nut hebben voor diegene die de arbeid verricht, voor zijn of haar naaste omgeving en/of voor de maatschappij als geheel.


Arbeid en P2P

Het hoofdstuk ‘De economie van peer to peer’ geeft aan hoe onze manier van arbeid leveren zou kunnen veranderen met de visie op een peer to peer samenleving. Hieronder worden enkele grote verschillen tussen arbeid binnen het kapitalisme en arbeid in een peer to peer samenleving aangetoond.

Bij arbeid binnen het kapitalisme is de uitwisseling van arbeid tegen een loon en van geld tegen goederen in theorie altijd neutrale transacties. Dit wordt ook wel eens een win-win transactie genoemd, beide partijen zijn tevreden (Bauwens & Lievens,2013). Om een bepaald soort arbeid te kunnen uitvoeren moet men bepaalde referenties of diploma’s hebben. Binnen het kapitalisme heerst het ‘pantonisme’: alleen de top kan alles zien, de rest weet alleen wat hij of zij moet weten. Alles is gesloten tenzij het anders bepaald wordt binnen de organisatie. Men heeft toestemming nodig om een taak te kunnen uitvoeren of men voert ze uit op bevel. Taken zijn moeilijk veranderbaar doordat de grote lijnen van het product vastliggen (zie voorbeeld wikispeed-auto). De taken die men uitvoert hebben enkel betrekking op het ‘maken van het product’ (Bauwens & Lievens,2013)

De economie en de arbeid die men levert in een kapitalistisch systeem is gebaseerd op groei en winst. Oneindige groei is onmogelijk in een eindige omgeving, en de grenzen van de groei zijn bereikt. Dat betekent dat het voor het kapitalisme alsmaar moeilijker wordt om zijn problemen op te lossen via groei (Lievens, 2012). Bauwens biedt een alternatief, namelijk een economie binnen de visie van een peer to peer samenleving, hierbij gaat echter ook de manier van arbeid leveren aangepast worden.

Binnen een peer to peer samenleving werken mensen samen op vrijwillige basis aan een sociaal doel. Men streeft eenzelfde ideaal na en het is gericht op het produceren van directe nuttige gebruikswaarde voor de maatschappij. Niet enkel de partijen die bijdragen winnen (win-win), maar ook de groep (win-win-win) en de hele samenleving (win-win-win-win) (Bauwens & Lievens, 2013, p.28). Men heeft geen referenties of diploma’s nodig hebt om een taak te mogen uitvoeren, men werkt mee aan een sociaal doel vanuit een intrinsieke motivatie. Een kenmerk van de peer-productie is ‘holoptisme’, dit is de eigenschap dat alles van het project voor iedereen open, zichtbaar en transparant is. Dat betekent natuurlijk niet dat je altijd alles kunt weten wat er gaande is in een peer-project, maar je hebt alle middelen om het te weten te komen. Doordat dit systeem transparant is kan de gemeenschap het werk dat geleverd wordt controleren. Binnen een peerproductie wordt modulair gewerkt. Men werkt aan de module waar hij of zij het beste in beslagen is. De gebruikers van het product zijn minstens even belangrijk als de makers. Het ontwerp kan voortdurend bijgespijkerd worden door de gebruikers waardoor er een permanent verbeteringsproces ontstaat (Bauwens & Lievens, 2013).

Zoals hierboven aangegeven valt de klassieke rolverdeling tussen arbeid en management en de relatie tussen producent en consument weg (Bauwens & Lievens, 2013).


Voorbeeld

Een voorbeeld van een materiële samenwerking met een peer to peer visie is de wikispeed-auto. Een auto ontwikkeld door peers die allen gepassioneerd zijn door de uitdaging om de ‘ultieme’ auto te bouwen. Samen hebben ze, een auto ontwikkeld die mooier, goedkoper en veel milieuvriendelijker is dan het gemiddelde toonzaalmodel (Stouthuysen, 2013). Voor de productie van de wikispeed-auto zijn geen peperdure machines nodig zoals deze wel nodig zouden zijn binnen het klassieke productiemodel van de auto-industrie. Daar heeft men één lineaire assemblagelijn, aanpassingen aan deze lijn vragen veel tijd en geld. Het is al mogelijk om een wikispeed-auto te produceren in een kleine garage uitgerust met een aantal micromachines. De productie verloopt dus gedistribueerd in microfabrieken. Zowel het design als de productie is modulair. Het wiel, de motor, het dashboard, de carrosserie, enzovoort worden apart gemaakt door diegene die het best beslagen is in die module. Het gevolg is dat elk onderdeel van de wagen de beste deskundigen aantrekt. De auto wordt als legoblokjes in elkaar geknutseld en elk blokje is vervangbaar, wat de duurzaamheid onderstreept. Dit wordt ook wel eens de ‘lego-logica’ genoemd (Bauwens & Lievens, 2013).

Een ander voorbeeld van een peerproductie is Curto Café. Dit is een koffieproducerende gemeenschap in de voorstad van Rio de Janeiro, opgericht door Sergio Venuto. Hier werd de beste koffie naar de rijke westerse landen geëxporteerd, terwijl de koffieboeren nauwelijks geld verdienden en in grote ellende leefde. Sergio Venuto heeft dit probleem aangepakt door op koffie te produceren zonder er winst op te maken maar waarvan de boeren op een ethisch verantwoorde manier kunnen van leven. Dit heeft hij gedaan door de boeren zelf te leren hoe ze hun koffie moeten branden waardoor ze drie keer meer verdienen dan vroeger. Klassieke bedrijven zouden deze kennis zorgvuldig beschermen en niet delen (Bauwens & Lievens,2013).


Theoretische duiding

De veranderingen in arbeidsvormen zijn geen nieuw fenomeen. Eigenlijk kan men stellen dat het een herhaling van de geschiedenis is. Een voorbeeld hiervan is de overschakeling van het Romeinse Rijk naar het feodalisme. Het Romeinse Rijk kan niet meer groeien omdat de kosten voor de aanvoer van nieuwe slaven en goud te hoog zijn geworden. Je krijgt een crisis en er komt een exodus op gang, slaven en boeren worden lijfeigenen en een deel van de slavenhouders wordt domeinhouders. Een ander voorbeeld is de overgang van het feodalisme naar het kapitalisme. Aan het einde van het feodale tijdperk woeden er veel burgeroorlogen. Opnieuw ontstaat er een exodus: lijfeigenen slaan op de vlucht of worden weggejaagd en trekken naar de steden. De kapitaalkrachtige landeigenaars en kooplieden beginnen hun kapitaal te ‘investeren’ in die surplusbevolking die naar de steden trekt door hen tewerk te stellen in fabrieken. Hier zien we dus een transformatie van lijfeigenen naar arbeiders en van een feodale heer naar een (proto)kapitalist (Bauwens & Lievens, 2013). We kunnen vaststellen dat er telkens een zelfde patroon volgt: - Ten eerste is er een crisis van het oude systeem. - Daarop volgt een exodus van een deel van de managementklasse en de producerende klasse naar het nieuwe prototype. - En als laatste vindt er een omwenteling en reorganisatie van de productie plaats (Bauwens & Lievens, 2013).

Hier zijn echter enkele kanttekeningen bij te maken. Het nieuwe systeem vertoont nieuwe elementen, maar is niet onafhankelijk aangezien het nog volledig verboden en gedomineerd wordt door het oude systeem. Ook kan je stellen dat het nieuwe systeem juist het oude versterkt. Dankzij de aanpassingen houden de oude systemen het nog een paar 100 jaar vol. Dit betekent ook dat de middelen die het nieuwe systeem nodig heeft om verder te kunnen ontwikkelen afkomstig zijn van het oude systeem (Bauwens & Lievens, 2013).

Bauwens’ boek (2013) geeft aan dat de huidige samenleving zich klaarmaakt voor opnieuw een kantelmoment. Hierbij kan men niet voorbijgaan aan de analogie van Bauwens theorie met het marxisme. Beiden willen ze streven naar een klasseloze samenleving. Toch wil Bauwens aanstippen dat hij de faseovergang van het kapitalisme naar het socialisme zoals Marx het voorstelt problematisch vindt. Het kapitalistisch systeem creëert een nieuwe klasse, de arbeidersklasse. In het socialisme zal deze klasse de macht overnemen en een nieuw systeem invoeren gebaseerd op de socialisatie van productiemiddelen. Marxisten gaan er dus van uit dat ze een nieuw systeem kunnen bouwen door de kapitalistische productiewijze en arbeidsvormen over te nemen. Bauwens stelt daar tegenover dat zijn methodologie integraal is en een volledige nieuwe samenleving creëert met andere productiewijze, vormen van arbeid leveren,… (Bauwens & Lievens, 2013)

Dat een kantelmoment in de samenleving nadert geeft Bauwens met het voorbeeld van de genetwerkte kenniswerkers. Vandaag de dag zitten kenniswerkers zitten niet langer heel hun carrière fysiek samen in grote werkplaatsen, maar veranderen gemiddeld om de achttien maanden van baan en opereren vooral in netwerken. Ze hebben hun bestaanszekerheid verlorenen bevinden zich in een precaire situatie. Ze zoeken naar oplossingen maar vinden deze niet bij de traditionele samenleving omdat ze onvoldoende aandacht heeft voor de problematiek van de kenniswerkers. Vandaag heeft de moderne kenniswerker de ideologie van peer to peer nodig om een goed en gelukkig leven te leiden. Ze bouwen hun eigen instituties die een uitdrukking zijn van hun noden als nieuwe sociale groep (Bauwens & Lievens, 2013, p.54).


Externe links

Voor meer informatie omtrent het verschil tussen klassieke productie en peer to peer productie, zie http://www.plan-c.eu/2013/06/14/product-dienst-combinaties-en-peer-to-peer/

Voor meer informatie omtrent Curto Café, zie http://p2pfoundation.net/Curto_Caf%C3%A9

Voor meer informatie omtrent de wikispeed-auto, zie http://wikispeed.org/

Voor meer informatie over Karl Marx en het marxisme, zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Marxisme

Voor meer informatie omtrent de p2p foundation en het concept arbeid, zie http://blognl.p2pfoundation.net/?cat=185


Referenties

Arbeid. (n.d.). Retrieved December 17, 2014, from :http://nl.wikipedia.org/wiki/Arbeid_(economie)

Bauwens, M. en Lievens, J. (2013). De wereld redden met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerpen: Houtekiet.

Lievens, J. (2012, 6 januari). #Occupy, Peer-to-peer en marxisme: overeenkomsten en verschillen. Retrieved from: http://www.dewereldmorgen.be/blogs/jean-lievens/2012/01/06/occupy-peer-peer-en-marxisme-overeenkomsten-en-verschillen

Stouthuysen, P. ( 2013, 14 juni ). Krachtige koppeling: peer-to-peer en product-dienst combinaties. Retrieved from: http://www.plan-c.eu/2013/06/14/product-dienst-combinaties-en-peer-to-peer/

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.