Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Sociale controle: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Beetjedwars (overleg | bijdragen)
Beetjedwars (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795}}
{{Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795}}


<big>'''13. Sociale controle'''</big>
<big>'''14. Charivari's in de Nederlanden'''</big>


Een '''charivari''' was een [[ritueel]] waarbij een individu of een stel dat de sociale normen overtrad, werd bespot en bestraft. Er werd een optocht gehouden met "ketelmuziek", spottende toneelstukjes, spottende liederen en gejoel van omstanders.
==Charivari's==
Een '''charivari''' was een spot- en bestraffingsritueel dat vanaf de veertiende eeuw tot in de negentiende eeuw in vele landen van Europa, zoals Frankrijk, Duitsland, Engeland<ref name=Thomas>Religion and the decline of magic, Keith Thomas, ISBN 978-0-14-013744-6</ref> en de Nederlanden werd "gegeven" aan mensen die de fatsoensnormen overtraden. In Frankrijk werden de charivari's georganiseerd door de [[Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Van geestelijke verwantschap naar gezelligheid#Jongerenverenigingen|jongerenverenigingen]]. Het was een vorm van sociale controle die de nodige slachtoffers heeft gemaakt.


De ketelmuziek werd gemaakt met muziekinstrumenten, maar ook met allerlei spullen uit de huishouding en de landbouw zoals ketels en zeisen<ref>Vóór de twintigste eeuw gebruikte men als instrument: hoorns, klarinetten, toethoorns (uitgeholde stokken), bekkens, violen, trommels, ketels, pannen, kruiken, gieters, schoppen en zeisen (of sliepen).</ref><ref>Gedurende de twintigste eeuw gebruikte men ook nog: toeters, ratels, [[w:waldhoorn|waldhoorn]]s, koeiehoorns, bellen, [[w:schalmei|schalmei]]en van opgerolde boombast, deksels, lampeglazen, kruiken, emmers, melkkannen, flessen, kachelpijpen, fietspompen, fietssturen, kettingen, zwepen en blik-en vegers. </ref>. Men speelde waarschijnlijk bewust zo vals mogelijk.
Charivari's werden voornamelijk in de steden gegeven en wel in het milieu van ambachtslieden, winkeliers en kleine klerken, hoewel ze ook in de dorpen op het platteland voorkwamen. Na 1750 begonnen de slachtoffers van deze vorm van sociale controle zich te verzetten en spanden steeds meer rechtszaken aan tegen de aanstichters ervan. Rond 1810 waren ze in de steden verleden tijd. Op het platteland vonden ze nog tot diep in de negentiende eeuw plaats.


Nederlandse synoniemen voor (het maken van) ketelmuziek waren: rammelen, sliepen, uittrommelen, toeten, plakken, pannegatten, een blekslag doen, bellemarkt houden, schavierigheid, strooie kermis en vlekkenmuziek.
Er waren verschillende soorten charivari.


Sommige charivari's waren weinig meer dan een soort volksvermaak, een uitlaatklep, zodat er eens goed gelachen kon worden. Meestal ging het om een tamelijk milde bespotting en werd het slachtoffer daarna weer in de gemeenschap opgenomen. Soms ging men echter net zo lang door tot het slachtoffer zijn biezen pakte. Er werden wel eens bezittingen vernield, mensen gemolesteerd en er vielen zelfs wel eens doden.
===Meiboom===
[[Image:Arbre-Mai-01.jpg|left|thumb|Meiboom tegen gevel]]
Op zich was "de meiboom" geen charivari, het was een tamelijk onschuldig ritueel waarbij de jongens in de buurt aangaven dat ze een meisje huwbaar vonden door in de loop van de nacht van 30 april op 1 mei een [[w:meiboom|meiboom]] tegen de gevel van haar huis te zetten. Deze meiboom was meestal een echt boompje maar het kon met van alles "versierd" zijn. En met deze versieringen wilden de jongens uitdrukken hoe ze over het meisje dachten. Bloemen met doornen als ze het meisje hooghartig vonden, [[w:Vlier (geslacht)|vlier]] als ze haar losbandig vonden. Stinkende [[w:jeneverbes|jeneverbessenolie]] was als belediging bedoeld, net als [[w:mest|mest]]. Soms werden er [[w:Fallussymbool|fallische]] poppen voor de huizen van de meisjes neergezet. Maar het kon erger en dan begon het op een charivari te lijken.


Dit soort rituelen kwam vanaf de veertiende tot in de twintigste eeuw voor in veel landen van Europa, waaronder Frankrijk, Duitsland, Engeland<ref name=Thomas>Religion and the decline of magic, Keith Thomas, ISBN 978-0-14-013744-6</ref>, Spanje, Italië, België en Nederland.
====Een voorbeeld uit 1717====
Een winkelier vond 's ochtends op 1 mei de karkassen van beesten op de straat voor zijn winkel terwijl aan de gevel runderhorens waren vastgemaakt. Dit in plaats van een meiboom. De hele straat was kwaad over deze stinkende smeerboel. Het was waarschijnlijk de wraak van vijf of zes jongens uit dezelfde wijk en hetzelfde milieu die kwaad waren op de dochter van de winkelier. De reden hiervan is niet meer te achterhalen. De jongens hadden de karakassen opgehaald van de vuilstortplaats van de[[w:villen|vilders]], net buiten de muren van de stad. Dit soort dingen werd meestal helemaal niet heimelijk gedaan, de jongens zongen er liederen bij waarbij ze het een of andere schandaal aan de kaak stelden.


==Charivari's in Nederland==
===Dwaze maagd van het jaar===
Charivari's vonden in Nederland voornamelijk op het platteland plaats, terwijl ze in Frankrijk voornamelijk in de steden plaatsvonden.
Tijdens de [[w:carnaval|carnaval]] en dan vooral in de zuidelijke streken, konden de jongeren ook nog op andere manieren blijk geven van hun afkeur. Zo was er de "dwaze maagd van het jaar". Daar werd een meisje voor uitgekozen dat "in de fout" was gegaan. Vaak was dat een dienstmeisje dat seksueel door haar meester gebruikt werd<ref>[[Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Liefde en vriendschap#Liefde en seksualiteit|Veel rijke mannen waren rokkenjagers. Het was beslist niet abnormaal dat zij hun handen onder de rokken van vrouwen staken en vooral dienstmeisjes hadden dat maar te accepteren, anders konden ze ontslagen worden.]]</ref>. Er werd een grote pop gemaakt die dat meisje moest voorstellen.


Veel vaker dan in Frankrijk vonden charivari's in Nederland ook plaats uit onvrede over beslissingen van de autoriteiten. Dit soort "politieke charivari’s"<ref>Het hoogtepunt van de politieke charivari's lag tussen 1820 en 1850.</ref> betwistten nooit het gezag van de overheid op zich, maar waren bedoeld om machtsmisbruik door de overheid aan de kaak te stellen.
De mannen hadden 's winters in een afgelegen hut een lied ingestudeerd waarin al haar avontuurtjes werden opgenoemd. Op de zondag voor de carnaval, bij het uitgaan van de kerk, zongen ze dat lied op het kerkplein rondom die pop. Niet alleen een "overspelig" meisje werd afgekeurd, een meisje kon op deze manier ook kritiek krijgen op haar uiterlijk of taalgebruik, op de manier waarop ze verliefde jongens afwimpelde, op de mate waarin ze vriendelijk was en of ze haar vrienden trouw bleef.
*Vaak waren de [[w:Tiende|tiendheffingen]] (een feodale vorm van belastingen) een steen des aanstoots voor de boeren<ref>Deze tiendheffingen werden per opbod verkocht: de meestbiedende mocht ze gaan heffen.</ref>.
*De invoering van de dienstplicht leidde tot veel politieke charivari's.
*Ook (te) strenge autoriteiten die bijvoorbeeld het "quanselbier" of de dodenmaaltijd probeerden te verbieden, konden een politieke charivari over zichzelf afroepen.


Soms speelden de godsdiensttwisten tussen katholieken en protestanten een rol op de achtergrond. In [[w:protestantisme|protestantse]] streken werden overigens naar verhouding net zoveel charivari's gegeven als in [[w:katholicisme|katholieke.]] Politieke en godsdienstige charivari's konden weken en soms wel eens maanden duren. De overige charivari's duurden zelden langer dan een dag.
De "dwaze maagd" kwam alleen in de stad en de grote dorpen in al zijn hevigheid voor. In de kleine dorpen waren de mensen meer en duurzamer met elkaar verbonden, vaak door familiebanden. Een ongetrouwd meisje stond daar niet zo alleen en zonder steun als in de stad. En als haar gedrag al werd afgekeurd dan ging deze afkeuring eerder voorbij.


Charivari’s in Nederland (en overigens in heel Noordwest-Europa) lijken vaak gewelddadiger te zijn geweest dan die in Frankrijk en de [[w:Middellandse Zeegebied|mediterrane]] landen. Maar dit is mogelijk een vertekend beeld dat is ontstaan doordat veel bronnen verloren zijn gegaan en/of bepaalde charivari's vaker schriftelijk werden vastgelegd dan andere.
===Ezelsrit===
In de Middeleeuwen werden [[w:prostitutie|prostituées]] en overspelige vrouwen eerst met honing ingesmeerd en door een hoop veren gerold en daarna werden ze achterstevoren op een ezel rondgereden met een gevlochten mand over hun hoofd.


Net als in Frankrijk kon men ook in Nederland een charivari vaak gedeeltelijk afkopen: door geld of drank aan de aanstichters ervan te geven bleef de ketelmuziek achterwege, werd er wat minder geschreeuwd en duurde het charivari minder lang.
Al in 1375 was het gebruikelijk dat een man die bij zijn vrouw onder de plak zat of die zich door haar liet slaan, achterstevoren op een ezel werd rondgereden<ref>Ook werd wel eens de vrouw die haar man had geslagen achterstevoren op een ezel rondgereden, terwijl haar man de ezel bij de teugel moest leiden</ref>. De echtelijke strijd moest eerst bij iedereen bekend zijn<ref>[[Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Leven in de absolute monarchie#Het volk|De buren beschermden elkaar door de zwijgplicht, zolang ze het nog maar niet hoorden en zagen, zolang het nog maar niet overal bekend was.]]</ref>, als iedereen het al wist, dan hoefde men er niet meer over te zwijgen.


Vaak was het slachtoffer al langer niet geliefd in de gemeenschap omdat hij afwijkend sociaal gedrag vertoonde of de wederzijdse burenverplichtingen niet nakwam. Soms kwam een charivari ook voort uit reeds lang sluimerende burenruzies en een enkele keer was het zelfs de bedoeling van familie en buren om zich meester te maken van geld en goederen van het slachtoffer.
In de zestiende eeuw werd de ezelsrit vaak uitgevoerd door de jongerenverenigingen. Tot circa 1790 waren er "hoorndragershoven"<ref>Een hoorndrager was een man die door zijn vrouw bedrogen was.</ref>, "ezelgenootschappen", en "carnivore tribunalen" die dit soort rituelen uitvoerden.


Charivari's vonden in de [[Nederlanden]] onder andere plaats in [[w:Limburg (Nederland)|Limburg]], [[w:Vlaanderen|Vlaanderen]], [[w:Noord-Brabant|Noord-Brabant]] en [[w:Gelderland|Gelderland]]. In [[w:Staphorst|Staphorst]] ([[w:Overijssel|Overijssel]]) vonden ze zelfs nog in 1950 plaats. Het onderstaande artikel heeft voornamelijk betrekking op de situatie in het oostelijke deel van [[w:Noord-Brabant|Noord-Brabant]], in de periode van 1750 tot 1950.
Prostituées konden in de achttiende eeuw op straat [[w:Tippelprostitutie|tippelen]], maar er was ook prostitutie in appartementen waar een hoerenmadam de zaken regelde. Als in de achttiende eeuw in Frankrijk een hoerenmadem was aangegeven, werd zij achterstevoren op een ezel rondgereden. Als zij een echtgenoot had, moest die er achteraan rijden.
De overheid greep tot circa 1850 feitelijk alleen in als er doden vielen of een politieke charivari haar gezag ondermijnde. Daarna greep ze steeds vaker in, zij het meestal op een milde manier.


==Redenen voor een charivari==
De hoeren zelf werden vaak op grond van een gerechtelijk bevel in het openbaar kaal geschoren en gevangen gezet. Soms werden ze daarna met geweld op een schip naar de Amerikaanse kolonieën gezet. Soms werd ook het dak van hun huis gesloopt, werden ramen en deuren ingetrapt, hun karren gesloopt, hun waterput verpest, ze werden in het water gegooid enzovoort.
Als men de sociale normen overtrad kon men een charivari krijgen.
*Een van de verloofden verbrak de huwelijksbelofte. In Nederland werden de meeste charivari’s om deze reden gegeven<ref>Nederland had als enige land in Europa tot 1811 een wet die de trouwbelofte afdwingbaar maakte.</ref>. Tot circa 1900 hebben we alleen gegevens over charivari’s tegen vrouwen die de huwelijksbeloften verbraken. Mannen genoten toen blijkbaar meer seksuele vrijheid dan vrouwen. In de twintigste eeuw werd het verbreken van de huwelijksbelofte ook de man aangerekend. In [[w:Drenthe|Drenthe]] en Staphorst kon de gemeenschap de weigerachtige partner dwingen tot een huwelijk. In Noord-Brabant kreeg de weigeraar wel een charivari (het zogenaamde "tafelen") maar werd niet gedwongen om te trouwen.
*De man had een meisje zwanger gemaakt en haar daarna "laten zitten".
*Mishandeling binnen het huwelijk, ofwel van de vrouw door de man ofwel andersom.
*Doorlopende ruzie binnen het huwelijk. Vooral in de Meierij werd voor "huiskrakeel" (echtelijke ruzie) vaak een charivari gegeven.
*Overspel door een van de echtelieden<ref>In de [[w:Meierij van 's-Hertogenbosch|Meierij van 's-Hertogenbosch]] zijn geen sporen gevonden van charivari’s wegens overspel van vóór circa 1700. Dat kan van alles betekenen. Mogelijk pleegde men voor 1700 in de Meijerij haast geen overspel of men tilde er niet zwaar aan. Pas na 1800 begon de kerk scherper tegen overspel te ageren. En dat werd door het volk grif geaccepteerd.</ref>.
*Er was een groot leeftijdsverschil tussen de man en de vrouw.
*De vrouw of de man was vóór het huwelijk losbandig geweest.
*Een van de partners was mismaakt.
*Soms (voornamelijk in de negentiende en twintigste eeuw) was ook [[w:homoseksualiteit|homoseksualiteit]] van de man een reden om hem een charivari te geven.


:*Een weduwe of weduwnaar wilde hertrouwen. Hiervoor werd in de [[w:Romania|Romaanse]] landen vaak een charivari gegeven maar in Engeland en Nederland nauwelijks, behalve in [[w:Limburg (Nederland)|Limburg]].
====Een voorbeeld uit 1762====
:*Er was een groot verschil in sociale status tussen de man en de vrouw. In het oostelijke deel van Noord-Brabant zijn echter geen charivari’s bekend die gegeven werden wegens een verschil in sociale welstand.
Een vrouw liep een café binnen waar haar man met een stel andere mannen zat te kaarten. Ze wilde hem mee naar huis nemen en kwam met de smoes dat er thuis iemand op hem zat te wachten. Toen de man niet meeging, viel de vrouw de mannen aan, scheurde de kaarten kapot en sleurde haar man mee naar buiten. Omdat de man zich niet weerde, dreigden de anderen dat ze hem "op een ezel zouden zetten".


*Ook aanbrengers, lasteraars, verwijfde mannen, dronkelappen, lomperikken, herrieschoppers en gierigaards konden soms een charivari krijgen.
Twee dagen later riep de stadsomroeper overal in het dorp om, dat aanstaande zondag de ezel zou rijden voor de betreffende man. Iedereen werd uitgenodigd om naar dit spektakel te komen kijken. Voorop liepen trommelaars en daarachter reed een vuilniskar met daarop een koor van jongens die in rijm hun commentaar gaven. Daarachter twee jongens die zich verkleed hadden. Eentje speelde de vrouw en zat op een ezel en de ander speelde de man en zat op een paard.


==Volgorde van de gebeurtenissen==
De groep stopte en de voorstelling begon. De "vrouw" trok de "man" bij zijn haren over haar ezel en roste hem af met haar spinrokken. Daarna reed de hele groep een stukje verder waar ze de tweede episode speelden. De "man" en een paar andere jongens zaten te kaarten op de rug van de ezel. En daar kwam de "vrouw", sloeg de mannen met haar spinrokken en verscheurde de kaarten.
#Het charivari begon vaak met het blazen op de [[w:Hoorn (muziekinstrument)|hoorn]], soms vanaf de vier hoeken van het dorp. Als hoorn diende ook wel een gieter of een kruik.
#Vervolgens ging men in optocht naar het huis van het slachtoffer, vaak in steeds kleiner wordende cirkels. Intussen maakte men "ketelmuziek" en steeds meer deelnemers voegden zich bij de optocht. Er werden bespottende toneelstukjes opgevoerd, hekelliederen gezongen en obscene gebaren gemaakt. Men schreeuwde en jouwde het slachtoffer uit. De liederen bestonden vaak uit zelf bedachte teksten op al bestaande melodieën. Deze teksten werden steeds vaker opgeschreven, eerst in de steden en later (rond 1890) ook op het platteland.
#Soms voerde men stropoppen mee die de slachtoffers moesten voorstellen. In Engeland werden die stropoppen na afloop van het charivari wel “[[Doodstraf|geëxecuteerd]]” en ritueel begraven. Elders werden ze verbrand. [[w:Carnaval|Carnaval]]s werden ook vaak afgesloten met het verbranden van een (stro)pop<ref>In Zuid-Limburg heette die de [[w:kermisman|]].</ref>.


===Vernielingen===
Daarna trok de stoet een stuk verder en herhaalde het spel. Dit ging door tot middernacht. Waarschijnlijk hadden de slachtoffers deze bestraffing minder lang en intens kunnen maken door de jongelui van te voren geld te geven.
Bij het huis van het slachtoffer aangekomen, richtte men soms vernielingen aan. Er werden ruiten ingeslagen, deuren ingetrapt, putten gedempt, beesten mishandeld en bomen geschild. Binnenshuis werden ook wel eens vernielingen aangericht en een enkele keer werden de bewoners mishandeld.


Het “dak-afdekken” was de zwaarste straf<ref>Deze term werd overigens in Noord-Brabant niet gebruikt</ref>: de pannen werden van het dak gehaald en naar binnen gegooid. Deze term werd ook wel gebruikt voor het volledig slopen of in brand steken van het huis, de schuren, de stallen en bedrijfsgebouwen. Het slachtoffer werd dan totaal uit de gemeenschap gestoten. Dit gebeurde waarschijnlijk niet vaak.
===Trouwen en ketelmuziek===
Als een stel wilde trouwen en de jongeren waren het er niet mee eens, dan werd het aanstaande paar onthaald op een charivari. Ze kregen "ketelmuziek" onder hun raam: serenades met toutoures (aardewerken toeters), bellen, trommels, ketels en boegeroep. Vaak liep het hele dorp of de hele stadswijk uit om te kijken naar zo'n spektakel en vaak deden de toeschouwers ook mee. Vrijwel niemand protesteerde ertegen.


Er werd wel eens op het huis en de bewoners geschoten en er werd ook wel eens gedreigd de inwoners te vermoorden of hun huis in brand te steken (middels een brandbrief).
De jongeren vonden diverse verbintenissen onfatsoenlijk:
*Als een weduwe trouwde met een vrijgezel of als een weduwnaar trouwde met een nog nooit getrouwde vrouw. De weduwnaar wàs al getrouwd geweest en nu wilde hij nòg een vrouw. Terwijl veel jongeren moeite hadden om een vrouw te vinden.
*Als de jongeren het leeftijdsverschil tussen de toekomstige echtelieden te groot vonden.
*Als ze het verschil in sociale status te groot vonden.
*Als de partner een vreemdeling was: en je was al een vreemdeling als je uit een nabijgelegen dorp of wijk kwam (waarmee men in onmin leefde).


===Afkoopsom===
==Ontstaan==
Al in de veertiende eeuw werd er melding gemaakt van charivari's. Wanneer ze precies zijn ontstaan is echter onduidelijk. De theorie dat de charivari's voortgekomen zouden zijn uit voorchristelijke gebruiken wordt tegenwoordig door veel geschiedkundigen als [[w:Hypothese|speculatief]] beschouwd. Er zijn namelijk geen bewijzen voor te vinden. Deze theorie stelde onder ander dat het lawaai van de ketelmuziek diende om kwade geesten te verdrijven en daardoor het bruidspaar te helpen.
Overigens kregen niet alle toeschietelijke meisjes een stinkende meiboom voor hun huis, niet alle mannen die bij hun vrouw onder de plak zaten, kregen een ezelsrit en ook niet alle stellen die hertrouwden kregen een charivari. Zeker in de achttiende eeuw kwam een afvaardiging van de jongeren eerst eens praten en dan vertelden ze wat ze van plan waren. Deze gesprekken zullen vaak tamelijk intimiderend zijn geweest. Als het paar heel beleefd bleef, hen een drankje gaf en geld bood, dan maakten de jongeren het concert minder lang en minder hard en deden er minder mensen aan mee. Maar als het paar kwaad werd en ze zonder geld de deur uitjoeg, dan werd het concert op volle kracht gegeven. De jongeren lieten de rijken meer betalen dan de armen en ook als iemand met een "vreemde" trouwde, wilden ze meer geld.


==Meiboom==
De meeste mensen betaalden wel want iedereen was bang voor de charivari's. De jongeren hadden er geen moeite mee om hun verhalen aan te dikken of zelfs gewoon uit hun duim te zuigen. Als hun slachtoffers naar de rechter gingen dan wilde deze tot circa 1750 wel de hoogte van de afkoopsom ter discussie stellen, maar zeker niet de rechtmatigheid van de charivari's.
[[Image:Arbre-Mai-01.jpg|right|thumb|Meiboom tegen gevel]]
Op zich was de zogenaamde [[w:meiboom|meiboom]] geen charivari, maar een tamelijk onschuldig ritueel. Jongens in de buurt gaven aan dat ze een meisje huwbaar vonden door in de loop van de nacht van 30 april op 1 mei een boompje voor haar huis (of soms op het dak van haar huis) te zetten.


Dit ritueel kreeg echter vaak trekjes van een charivari als het boompje "versierd" werd. Met deze versieringen wilden de jongens uitdrukken hoe ze over het meisje dachten. Als versiering werden takken van diverse bomen gebruikt:
====Een voorbeeld uit 1745====
*Een [[w:spar|spar]] betekende dat men het meisje goedheid toekende.
Een leerlooier, een weduwnaar van 64, wilde hertrouwen met een vrouw van 44. Hij had de jongeren die kwamen praten over het charivari zijn huis uit gejaagd zonder ze geld te geven. Op de dag van zijn huwelijk stroomden 117 jongeren samen. Heel de stad was uitgelopen om van dit schouwspel te genieten en het paar uit te jouwen. Het stel wilde in een huwelijksstoet met paarden en karren naar het dorp van de vrouw rijden maar de jongeren hadden barricades op de weg gelegd. Het stel had nog geprobeerd om een omweg te nemen om zo de barricades te omzeilen, maar ook daar werden ze opgewacht. De jongeren sprongen met zijn twaalven achterop de kar waar het paar inzat zodat deze achterover ging hellen. Ze sloopten de wielen van de kar, scholden de echtgenoot uit en gooiden met modder naar de ruiters. De plaatselijke rechter haalde persoonlijk de barricades weg, daarbij geholpen door zijn herders zodat de stoet weer verder kon.
*Een [[w:Pinus|den]] betekende dat men vond dat ze trouw was.
*Een [[w:berk|berk]] betekende dat men haar een flinke meid vond.
*Een [[w:wilg|wilg]] dat ze een allemansvriendje was.
*Een [[w:Vlier (geslacht)|vlier]] dat ze praatziek was.
*Een [[w:Kers (fruit)|kersenboom]], [[w:Els (geslacht)|els]] en [[w:Veenbies|bies]] betekenden dat ze het met iedereen zou "doen".
*Een [[w:meidoorn|haagdoorn]] betekende dat het betreffende meisje twistziek was.


==Noord-Holland==
Ook tussen de dorpen was de weg versperd met karren en de herders wachtten het stel op met bellen. Toen ze uiteindelijk in het dorp aankwamen, werden ze met boe-geroep begroet. Er stonden grafstenen met brandende kaarsen. De armen van de echtgenoot werden vastgebonden. Sommige soldaten kregen er genoeg van en schoten met hun geweren op de aanstichters van deze charivari. Maar het volk greep die soldaten en zette ze gevangen.
Er zijn geen gegevens bekend waaruit blijkt dat in [[w:Noord-Holland|Noord-Holland]] charivari's werden gegeven. Alleen de "dorhoed", als symbool van onvruchtbaarheid, werd samen met een spotgedicht uitgereikt aan een afgewezen vrijer of vrijster. Deze werd hierdoor weliswaar bespot maar niet bestraft. Er was ook geen sociale norm overtreden. De "dorhoed" werd overigens ook in [[w:Drenthe|Drenthe]] uitgereikt.


==Noordoost-Nederland==
====Een voorbeeld uit 1769====
Vormen van eigenrichting waren in het noordoosten van Nederland niet ongewoon. Jongemannen namen soms maatregelen als een man niet wilde trouwen met het meisje dat zwanger van hem was. Een berucht volksgericht speelde zich in 1922 af in het afgelegen dorp [[w:Stuifzand (dorp)|Stuifzand]] bij Hoogeveen. De aanleiding was een vermeende buitenechtelijke verhouding. [[w:Staphorst|Staphorst]] in [[w:Overijssel|Overijssel]] was nog tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw bekend om de charivari's die er werden aangericht. Mensen die de plaatselijke normen en waarden hadden overtreden werden op een mestkar door het dorp gereden. Het speelse element van ketelmuziek, toneelstukjes en [[w:Satire|hekeldicht]]en ontbrak vaak in het meer [[w:calvinisme|calvinistisch]] ingestelde noorden.
Bij een eenvoudige sjouwer werd de deur ingetrapt en de heg in brand gestoken. Zijn toekomstige schoonzoon kwam namelijk uit een dorp 15 kilometer verderop en was dus een vreemdeling. Dat was waarschijnlijk alles wat er "verkeerd" aan het aanstaande huwelijk was. Maar de herrieschoppers uitten nog veel meer beschuldigingen: de vreemdeling zou in zijn eigen dorp een meisje zwanger gemaakt hebben en een ander meisje bestolen. Mogelijk was dit niet waar.


Wat speelser en specifiek Drents was wel het [[w:zoorholt|zoorholt]] brengen, waarbij men een verdorde boom of paal bracht naar degene wiens beminde met een ander gehuwd was. Bij het zoorholt brengen stapelde men ook vaak wagens en gerei op voor het huis van de verlaten vrijer. <ref>[http://www.encyclopediedrenthe.nl/zoorholt Bron voor de paragraaf Noordoost-Nederland}</ref>
====Een voorbeeld uit 1772====
Meer dan 100 jongeren zongen elke avond spotliederen onder de ramen van een inspecteur van publieke werken. Ze probeerden ook nog elke avond om zijn huis binnen te komen, waarschijnlijk om te "praten" over een afkoopsom, hetgeen de inspecteur weigerde. Ze scholden hem uit voor hoorndrager. Nu werd hij ook inderdaad bedrogen door zijn jonge vrouw die de ene na de andere affaire had. Na vijf jaar huwelijk had hij nog geen kinderen dus werd hij ook voor [[w:Erectiestoornis|impotent]] uitgemaakt.


==Noord-Brabant==
====Een voorbeeld uit 1773====
In Noord-Brabant kwamen verschillende vormen van charivari voor. "In de ploeg spannen", "beerjagen" en "tafelen" waren volksgebruiken die mogelijk al vóór 1600 bestonden en in 1934 in Noord-Brabant nog volop voorkwamen.
Een weduwe van goede familie wilde hertrouwen maar haar vader was kort daarvoor overleden en de officiële rouwperiode was nog niet afgelopen. Dat zinde de jeugd niet en ze kwamen praten. Haar aanstaande echtgenoot weigerde hen te betalen en kreeg een heftige charivari met stenen door zijn ruiten en stinkende troep voor zijn deur. Vanaf circa 1770 liepen de charivari's steeds verder uit de hand. Ze waren er het hele jaar door en tijdens de carnaval nog wat vaker.


====Een voorbeeld uit 1787====
===In de ploeg spannen===
Deze charivari werd gegeven aan een man die zijn vrouw sloeg. Hij werd meestal door vrouwen uitgedeeld, hoewel er ook vaak jongens en volwassen mannen aan deelnamen al was het maar omdat het mannelijke slachtoffer alleen door een stel sterke mannen in de ploeg gespannen kon worden. Overigens werd er ook wel eens een vrouw in de ploeg gespannen, als ze haar man sloeg of onder de duim hield <ref>Het 'in de ploeg spannen' zou wel eens voortgekomen kunnen zijn uit voorchristelijke vruchtbaarheidsrituelen net las de ploegfeesten zoals [[w:en:Plough Monday|Plough Monday]] op [[w:Koppermaandag|]].</ref>.
Een stel jonge handwerkslieden belaagde een lakenwever van hun leeftijd die wilde trouwen met een weduwe van 60. Op de dag van de afkondiging van het huwelijk trokken ze onder luid getoeter door de straten. Ze pakten de weduwe beet en zetten haar bovenop een kar. Op de dag van de ondertekening van het huwelijkscontract bij de notaris gooiden ze het paar in de modder. En op de dag van de huwelijksinzegening zongen ze liederen voor de kerk.


De volgorde van de gebeurtenissen was:
===Charivari's door vrouwen===
#Men blies op een hoorn en/of trommelde. Dit was het startsein voor het charivari en iedereen verzamelde zich.
Normaal oefenden vrouwen wel veel sociale controle uit, maar gingen ze niet verder dan hun bevindingen aan de grote klok te hangen<ref>[[Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Leven in de absolute monarchie#Gerucht en publieke tijding|Vrouwen konden de publieke opinie ophitsen door een privéschandaal te onthullen. Zij konden de wet van het stilzwijgen doorbreken.]]</ref>. Dat vrouwen zelf een charivari begonnen, was vrij zeldzaam en gebeurde waarschijnlijk alleen in die streken waar vrouwen relatief economisch en cultureel onafhankelijk waren.
#De deelnemers gingen met veel lawaai en ketelmuziek naar het huis van de vrouwenmishandelaar, trokken hem aan zijn haren en kleren uit zijn huis, en spanden hem voor een ploeg.
#Hij moest onder helse ketelmuziek en veel stokslagen net zo lang een stuk van de straat of van zijn hof omploegen tot hij erbij neerviel, tot hij smeekte om op te mogen houden en plechtig beloofde zijn leven te beteren. Dit gebruik kwam ook in [[Gelderland]] voor.


===Beerjagen===
In het begin van de negentiende eeuw kwam dit soort gevallen ook nog wel voor. Vrouwen, geholpen door kinderen, begonnen een charivari. Ze zetten hoornen op deuren en schreven beledigende teksten op de muren. Ze gingen bijvoorbeeld te keer tegen een kantoorbediende die de verloofde van een ander zwanger had gemaakt, of tegen de jonge echtgenote van een oude man die de ene minnaar na de andere had.
Deze charivari werd gegeven aan een man of vrouw die overspel had gepleegd, of aan een overspelig stel.


De eerste beschrijving van dit gebruik stamt uit 1656. Dit gebruik kwam ook voor in [[w:Vlaanderen|Vlaanderen]], [[w:Limburg (Nederland)|Limburg]] de [[w:Betuwe|Betuwe]] en in andere Europese landen zoals Duitsland en Engeland.
====Een voorbeeld uit 1735====
Een vrouw werd er door zes andere vrouwen publiekelijk van beschuldigd dat ze de hoerenmadam van haar dochter was. De dames schreven liedjes over haar, waarin ze haar uitmaakten voor hoer en dronkelap. Ze zou ooit gebraakt hebben nadat ze teveel wijn had gedronken en haar man zou een kroegtijger zijn die bij haar onder de plak zat. Ze verkochten kopieën van de liedjes aan belangstellenden. Zij hitsten de kinderen van een van haar huurders op om haar uit te schelden.


De volgorde van de gebeurtenissen was:
Deze zes vrouwen werden in staat van beschuldiging gesteld. Ze waren tussen de 25 en 40 jaar oud. Sommigen hadden een winkel, en op één na konden ze allemaal hun handtekening zetten<ref>[[Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Alfabetisering#Handtekeningen tellen|Alfabetisering.]]</ref>. De aanstichtster had blijkbaar een dermate goede opvoeding genoten dat ze tijdens haar ondervraging verklaarde dat ze geen dialect kende.
#Men blies op een hoorn en/of trommelde. Dit was het startsein voor het charivari en iedereen verzamelde zich.
#Onder veel lawaai en ketelmuziek gingen de deelnemers naar het huis van hun slachtoffer(s).
#Deze bond men een touw om het middel, een overspelig stel werd aan elkaar vastgebonden. Soms werden de slachtoffers uitgekleed<ref>In de achttiende eeuw was men op het platteland van Brabant nog niet zo preuts.</ref>. Onder begeleiding van ketelmuziek of hoorngeblaas werd hij, zij of het stel door het dorp of zelfs door verschillende dorpen gesleept (als een beer) en daarbij met knuppels geslagen.
#Tot slot werden de slachtoffers door een rivier of een modderpoel gesleept, soms net zo lang tot ze (haast) verdronken.


===Begrafenis===
===Tafelen===
[[Tafelen]] of toffelen was in Noord-Brabant een wijdverbreid gebruik vooral in de Meierij, maar het kwam ook in Vlaanderen en Gelderland voor. Het gebruik werd voor het eerst beschreven in 1765. Deze charivari werd gegeven als:
Al vanaf de Middeleeuwen probeerde de kerk controle te krijgen over de dodenwake, het uiten van rouwklachten en de maaltijd na de begrafenis. Het publiek zocht echter altijd naar mogelijkheden om zich te uiten. Zo werden er, door daarin gespecialiseerde vrouwen, wel eens grafredes afgestoken die meer op een postuum proces tegen de overleden leken. Er zijn mondelinge getuigenissen overgeleverd over uitbarstingen van volkswoede tijdens de dodenwake of rouwstoet, waarbij de dode (waarschijnlijk een "buitenstaander") postuum werd uitgestoten uit de gemeenschap.


*Een van de partners na de verloving (waarbij een huwelijksbelofte werd gedaan) opeens niet meer wilde trouwen. In de achttiende en negentiende eeuw werden bijna alleen vrouwen getafeld, alleen hen werd het verbreken van de huwelijksbelofte blijkbaar kwalijk genomen. In de twintigste eeuw werden ook mannen getoffeld als die niet meer wilden trouwen of als ze een vrouw zwanger hadden gemaakt en haar daarna lieten zitten.
===Ruziezoekers===
Ook een ruziezoeker kreeg wel eens een spotritueel. In Engeland<ref name=Thomas>Religion and the decline of magic, Keith Thomas, ISBN 978-0-14-013744-6</ref> werden kijvende vrouwen vastgebonden op een stoel die aan een hefboom bevestigd was en liet men ze kopje onder in de rivier zakken.
[[File:Cucking stool.png|thumb|left|200px|Dompelstoel voor kijvende vrouwen, zeventiende eeuw]].


De volgorde van de gebeurtenissen was als volgt:
=="Omstanders"==
*Op verschillende plaatsen in het dorp werd op hoorns geblazen.
De meeste omstanders bij de spot- en bestraffingsrituelen waren zeker geen passieve toeschouwers maar deden ook echt mee: ze lachten en jouwden, ze improviseerden satirische grappen enzovoort. Ze waren allemaal verontwaardigd over iets dat het doelwit had misdaan: iets dat niet "hoorde". Bijna nooit liet iemand uit het publiek blijken dat hij het er niet mee eens. Toch kon men op deze manier iemands reputatie breken. En mogelijk hebben zelfs mensen, nadat ze een charivari hadden gekregen, zelfmoord gepleegd.
*Het volk haalde ergens een tafel (in latere tijden: karren), emmers, ketels of kuipen en een slijpsteen weg.
*Op de tafel of de kar zetten ze de slijpsteen en (vanaf de achttiende eeuw) werd op die slijpsteen een stinkend, halfvergaan [[kadaver]] gelegd.
*De deelnemers aan het charivari gingen in optocht en met ketelmuziek naar het huis van hun slachtoffer.
*Soms werden er twee stropoppen, die het paar moesten voorstellen, meegenomen. Deze werden voor het huis van het slachtoffer in een boom gezet of op het dak.
*De tafel of de karren werden tegen het huis van het slachtoffer gezet benevens hekken, emmers, palen en kachelpijpen. Meestal werd de ingang gebarricadeerd.
*In de kuipen en emmers lagen menselijk uitwerpselen (drek) die men uit een [[w:latrine|secreet]] of uit het [[riool]] had meegenomen.
*Onder het zingen van hekeldichten, met ketelmuziek en geschreeuw werden de spullen rond het huis en het huis zelf besmeurd met drek. In de twintigste eeuw werden er ook kafmolens meegenomen en werd zoveel mogelijk [[w:Graanvrucht|kaf]] (afvalproduct van graan) in het huis van het slachtoffer gedraaid.
*Soms werden er ook vernielingen aangericht en werden de bewoners mishandeld.
*Op het einde van het charivari werden de stropoppen soms verbrand of begraven.


===Quanselbier, buxenbier, schieten en wittebrood===
==Autoriteiten==
Quanselbier, rij- dans- dons- of balbier was het gratis bier dat een paar geacht werd aan de jongemannen van de gemeenschap te geven bij hun verloving en huwelijk.
===Kerk===
De kerk zei dat ze het niet eens was met de charivari's die werden gegeven vanwege een tweede huwelijk. Het tweede huwelijk was volgens het [[w:concilie|concilie]] van Compiègne in 1330 net zo heilig als het eerste. Maar het kerkelijke gebruik om tweede huwelijken te ontmoedigen was veel ouder<ref>[[Sociale geschiedenis van de late oudheid/Eenvoud des harten#Seksualiteit en huwelijk|Punt 6. Het hertrouwen van weduwen werd door de kerk sterk ontraden in de late Oudheid.]]</ref><ref>[[Sociale geschiedenis van de late oudheid/Christendom#Huwelijk|De christenen zouden zelfs gaan proberen om weduwen te verbieden om te hertrouwen.]]</ref>.
*In een groot aantal bisdommen werd een tweede huwelijk nooit ingezegend.
*Als de kerk een tweede huwelijk al inzegende, dan zonder enige plechtigheid.
*De kerk verbood dat je trouwde met iemand die familie was tot de vierde-graad<ref>[[Sociale geschiedenis van de hoge Middeleeuwen/Huwelijk in de Noord-Franse kastelen#Kerk|In 813 had de kerk huwelijken met nichten van de vierde graad verboden en in de elfde eeuw probeerde de kerk dit verbod uit te breiden tot de zevende graad.]]</ref> en als je wilde hertrouwen, mocht je dat niet alleen niet met je eigen familie tot in de vierde graad, maar ook niet met de familie van je overleden echtgeno(o)t(e) tot in de vierde graad. Je mocht van de kerk dus niet trouwen met de zus of de nicht van je overleden vrouw.


Buxenbier, boksen- boxem- buxem- of schootbier was het gratis bier dat een paar geacht werd aan die jongemannen van de gemeenschap te geven die bij hun verloving of huwelijk een eresaluut gaven met [[w:pistool|pistolen]] en [[w:geweer|geweren]]. De jongelui schoten graag onverwachts vlakbij en achter het paar. Ze probeerden vooral de bruid "los te schieten" (aan het schrikken te maken).
De kerk protesteerde dus wel tegen de charivari's die werden gegeven vanwege een tweede huwelijk, maar werkte tweede huwelijken zelf meestal ook tegen.


Soms weigerde het paar deze traktatie uit gierigheid. Dan kwamen de jongeren het paar een charivari met ketelmuziek geven en gingen pas weg als ze geld hadden gekregen dat ze daarna in de kroeg gingen opdrinken.
===Wereldlijk gezag===
In de veertiende en vijftiende eeuw veroordeelden de politie en de rechtbanken nooit de bestraffingsrituelen op zichzelf, ze kwamen pas in het geweer als er relletjes waren uitgebroken of als er een dode gevallen was.


Al rond 1656 hadden de [[w:Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal van de Nederlanden]] het verstrekken van quansel- en buxenbier verboden op straffe van een fikse boete. Ook het "schieten" was aan banden gelegd. Het duurde echter tot na circa 1820 voordat de lagere autoriteiten deze verboden gingen uitvoeren. Ook het paar dat (vrijwillig of gedwongen) aan deze gebruiken meewerkte werd toen beboet. Dit soort maatregelen leidde soms tot agressieve charivari’s tegen de gezagsdragers.
Al in 1538 verbood het parlement van [[w:Toulouse|Toulouse]] de charivari's. In 1606 het parlement van [[w:Bourgondië (regio)|Bourgondië]], in 1639 het parlement van [[w:Bordeaux (stad)|Bordeaux]], in 1640 dat van [[w:Aix-en-Provence|Aix-en-Provence]] enzovoort. Na 1640 werden de huwelijkscharivari's in veel grote steden verboden, net als alle andere nachtelijke bijeenkomsten en het zingen van onfatsoenlijke liederen. Het ging de wereldlijke autoriteiten echter alleen maar om de openbare orde, niet om de bestraffingsrituelen zelf. Die zouden pas na 1740 soms worden veroordeeld. Over de rituelen van de "domme maagd" en de "ezelsrit" zwegen de wereldlijke autoriteiten, hoewel die vaak nog wreder waren dan de huwelijkscharivari's.


De jonge vrouwen uit de gemeenschap hielpen vóór het huwelijk de bruid om het huis schoon te maken. In ruil daarvoor hoorden ze op koffie en wittebrood te worden getrakteerd: de zogenaamde "scheutelkesvisite" of het "wiesfeest". De buurvrouwen namen zelf kopjes mee en gooiden die na afloop kapot. Werd hen deze traktatie geweigerd, dan konden ze voor straf ketelmuziek komen maken en zelfs het pas schoongemaakte huis vol poep smeren.
De ezelsrit werd niet alleen door de jongeren opgelegd maar ook wel eens door de wereldlijke autoriteiten. In Engeland liet de rechter tussen 1485-1807 mannen die zich door hun vrouw lieten slaan, in vrouwenkleren achterstevoren op een paard zetten en onder begeleiding van ketelmuziek door de stad voeren. In 1593 werd de ezelsrit door een Franse [[w:baljuw|baljuw]] opgelegd.


Een charivari bij een traktatieweigering werd, in een milde vorm, nog in 1958 in [[w:Geldrop|Geldrop]] gegeven.
====Een voorbeeld uit 1750====
Een stel jongelui en twee officieren brachten een "serenade" onder de ramen van het huis van een weduwnaar die wilde hertrouwen. Het speelde zich af in een betere wijk. De jongelui joelden en speelden op muziekinstrumenten. De luitenant van de wacht greep een van de daders in zijn kraag. Er kwam nogal wat publiek op het lawaai af, waaronder een hoge ambtenaar, een paar officieren en een paar dames. Iedereen begon de luitenant uit te jouwen. De militaire commandant overlegde met de procureur-generaal en die vond dat het hier niet om een charivari ging maar dat de luitenant door zijn foute optreden de wanordelijkheden had veroorzaakt. Ondanks het feit dat de charivari's officieel al verboden waren, liet men de luitenant die er tegen optrad dus vallen.


==Strafrecht==
===Carnaval===
Al vanaf de [[w:Late Middeleeuwen|Late Middeleeuwen]] waren er tijdens het [[w:carnaval|carnaval]] meer charivari’s dan anders. Ook in Frankrijk en andere landen werden juist dan de hoorndragers (bedrogen mannen), mannen die hun vrouwen mishandelden, mannen die bij hun vrouw onder de plak zaten en andere overtreders van de sociale normen in optocht met ketelmuziek door de stad gevoerd.
*Al in 1610 werden in Bordeaux de aanstichters van een ezelsrit door een rechter veroordeeld.
*In 1655 veroordeelden de [[w:Schepen|schepenen]] van [[w:Bayonne (Frankrijk)|Bayonne]] de aanstichters van een ezelsrit.
*Obscene en beledigende liederen werden vanaf 1650 steeds vaker door de rechters veroordeeld, die de charivari's begonnen te zien verboden nachtelijke bijeenkomsten, als een vorm afpersing, als onruststokerij door het verspreiden van schotschriften enzovoort. Het lijkt echter waarschijnlijk dat deze veroordelingen eerder te maken hadden met het feit dat de openbare orde verstoord dreigde te worden dan met het feit dat de rechters het principe van de charivari's afwezen.


Groepen mannen maakten in de periode voor het carnaval een carnavalswagen, terwijl iemand anders portretten schilderde van straatmadeliefjes of van vrouwen die "in de fout" waren gegaan. Weer iemand anders dichtte spotliederen (vaak op al bestaande melodieën). Tijdens het carnaval waren de mannen gemaskerd. Ze trokken van herberg naar herberg, voerden daar een toneelstukje op en zongen het spotlied waarbij de schilderingen als illustratie getoond werden.
Tegen 1700 waren onder invloed van de [[w:Verlichting (stroming)|Verlichting]] de brandstapels voor de [[Heksenvervolging in Europa (1300-1720)|heksen]] al in onbruik geraakt. Ook de huwelijkscharivari's riepen steeds meer weerstand op. Mensen begonnen in de achttiende eeuw steeds meer te vinden dat zij zelf mochten uitmaken met wie zij wilden trouwen. De rechtbanken begonnen vanaf circa 1740 de charivari's niet meer alleen te veroordelen als de openbare orde verstoord was, zij begonnen het hele principe af te wijzen dat de jeugd het recht had om sociale controle uit te oefenen op huwelijksverbintenissen. Steeds meer slachtoffers van een charivari dienden een klacht in bij het gerecht en soms diende de politie een klacht in.


In 1811 werd in [[w:'s-Hertogenbosch|'s-Hertogenbosch]] een hooggeplaatste vrouw die er twee minnaars op na hield op deze manier bespot. Waarschijnlijk omdat deze vrouw Fransgezind was, gaven de autoriteiten toestemming voor dit carnavalscharivari en lieten de tocht zelfs begeleiden door [[w:hellebaard|hellebaardiers]]. Hierdoor konden anti-Franse sentimenten van het volk een uitweg vinden. Toen de Fransen eenmaal begrepen wat er aan de hand was, was de hele zaak al voorbij.
Tegelijkertijd wilden veel slachtoffers de jongeren ook niet meer betalen om een charivari milder te maken, ook al hadden ze geld genoeg. Ook weigerden steeds meer mensen geld te geven voor de muziek bij de bestraffingsrituelen<ref>Soms speelden bijvoorbeeld muzikanten de muziek tijdens zo'n ritueel en die moesten betaald worden en daar zamelden de jongeren geld voor in.</ref>.


Ook tijdens de carnavalscharivari's werden reputaties gebroken, hetgeen soms leidde tot juridische wraakacties van de getroffenen.
Maar ondanks het feit dat het strafrecht langzaamaan het principe van de charivari's ging afkeuren en steeds meer mensen genoeg kregen van de charivari's, verdwenen deze niet. Integendeel, de jongeren lieten zich niet zomaar uit hun rol als zedenpolitie zetten. Omdat steeds minder mensen de afkoopsom wilden betalen, namen de jongeren steeds meer wraak en vanaf circa 1770 liepen de charivari's steeds verder uit de hand. In eerste instantie, tussen 1740-1810, durfden alleen mensen die de nieuwe wetten goed kenden (zoals ambtenaren) de jongeren voor de rechter te dagen.


==Deelnemers==
De charivari's waren een soort toneelstukjes die de aan de kaak gestelde overtredingen uitbeeldden. In de achttiende eeuw ging het strafrecht onder invloed van de Verlichting wat abstractere straffen opleggen. Dat vond zijn beslag in de [[w:fr:Code pénal de 1810|Code pénal van 1810]] (wetboek van strafrecht) die zich over heel Europa zou verspreiden. Hierna zouden de charivari's langzamerhand in onbruik raken, het eerst in de grote steden. De rechters die ermee te maken kregen, begonnen ze krachtiger dan voorheen als onwettig te veroordelen. Het moest daarna echter nog doordringen tot de lagere overheden en de consuls (dorpspolitiechefs) van de dorpen.
Verslagen van politie en justitie doen vermoeden dat de meeste deelnemers aan een charivari mensen uit de [[w:Onderklasse (maatschappij)|onderklasse]] waren.<ref>Het waren meestal ambachtslieden en winkeliers, knechten, soldaten, boerenzoons, metselaars, schoen- en klompenmakers, schrijnwerkers, wevers, scheerders, schilders, drukkers, timmerlieden, tabakverkopers, knopenmakers enzovoort. De vrouwelijke deelnemers waren vaak dienstmeisje.</ref> Maar dit beeld zou vertekend kunnen zijn doordat justitie voornamelijk mensen uit de lagere stand vervolgde. Er zijn aanwijzingen dat leden van de elite soms achter een charivari zaten maar deze door volksmensen lieten uitvoeren.


Alle deelnemers aan charivari's waren ervan overtuigd dat ze niets verkeerd deden en hun acties rechtvaardig waren. Ze waren verontwaardigd dat er normen en waarden waren overtreden en wilden dat rechtzetten. Ze vonden dat ze er recht op hadden om deze oude volksgebruiken uit te voeren. Alle aanwezigen waren het daarover eens. Het kwam vrijwel nooit voor dat er iemand protesteerde.
==Dorpspastoor==
Ook de dorpspastoor begon zich tegen de spot- en bestraffingsrituelen te verzetten. Hij nam wel eens (bijvoorbeeld in 1780) een stel in bescherming tegen een dreigende charivari door hen in het geheim in de echt te verbinden.


De meeste omstanders waren zeker geen passieve toeschouwers maar deden echt mee: ze lachten en jouwden, improviseerden satirische grappen, enzovoort.
De dorpspastoor had behalve godsdienstige ook wereldlijke plichten gekregen.
*Hij was de vertegenwoordiger van de koning.
*Hij hield toezicht op de lagere scholen.
*Sinds 1667 hield hij een doop- huwelijks- en begrafenisregister bij.
*Hij moest ook volkstellingen houden.
*Hij was betrokken bij de belastingheffing.
*Op het einde van de mis las hij vanaf de preekstoel de arresten en verordeningen van de provinciale gouverneur voor. Eigenlijk moesten de consuls die verordeningen aan het volk voorlezen maar ze waren vaak analfabeet.


===Jongeren===
Meisjes die dansten en flirtten, moesten dat bij hem komen [[w:biecht|biechten]]. Hij deed zijn best om de biechtvader van alle vrouwen van het dorp te worden, vooral die van gegoede families.
In Frankrijk werden veel charivari's georganiseerd door de [[b:Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Van geestelijke verwantschap naar gezelligheid#Jongerenverenigingen|jongerenverenigingen]]. De jongeren (die in het gewone leven niets te vertellen hadden) konden dan de rol van bewaker van de goede zeden op zich nemen. In Nederland beperkte de rol van de jongeren zich tot:
*Het geven van de meiboom aan een huwbaar meisje.
*Het geven van een charivari aan meisjes die te laat thuiskwamen van de [[aardappelkoffie]].
*Het organiseren van het "tafelen" als een verloving verbroken werd.
*Het geven van een charivari als het "quanselbier" of "buxenbier" geweigerd werd.


Jongeren waren in Nederland veel minder betrokken bij charivari's wegens overspel ("beerjagen") en mishandeling van vrouwen ("in de ploeg spannen"). Ook waren zij nauwelijks betrokken bij politieke charivari's.
Doordat zovelen bij hem kwamen biechten, wist hij vrijwel alles van het seksuele leven van zijn parochianen. Hij wist hoe sommige vrouwen stiekem aan [[w:anticonceptie|anticonceptie]] deden. Hij wist welke meisjes door hun vader werden verkracht en die meisjes probeerde hij weg te loodsen naar een klooster. Hij wist het als zijn gelovigen overspel pleegden, als ze ongehuwd samenwoonden en als een vrouw zwanger was van iemand waarmee ze niet getrouwd was. Hij koppelde wel eens stellen aan elkaar. Hij gaf zijn mening over elke verloving en over elk huwelijk. Als hij vond dat mensen over de schreef waren gegaan, weigerde hij hen de [[w:communie|communie]] te geven.


===Vrouwen===
De huwelijkscharivari had zich voornamelijk beperkt tot de trouwplechtigheid, want dat kon allemaal gehoord en gezien en geweten worden. Wat men daarvóór en daarna deed, dat werd vaak door de zwijgplicht van de buren beschermd<ref>[[Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Rechtspraak#Ontduiken van de rechtspraak|Zelfs als de buren bepaalde zaken wel "wisten", zwegen zij vaak. Zolang het maar niet duidelijk gezien of gehoord kon worden. Zolang iedereen het nog maar niet wist.]]</ref>. Maar de pastoor wist alles door de biecht. Meneer pastoor was een geduchte concurrent van de jongeren die namens de gemeenschap een deel van de sociale controle uitoefenden.
Het kwam in de meeste landen van Europa maar zelden voor dat vrouwen een charivari organiseerden. In Schotland onderwierpen vrouwen een man die zijn vrouw sloeg aan “riding the stang”: de boosdoener werd schrijlings op een boomstammetje gezet en dat werd op de schouders van een paar sterke mannen in de menigte rondgedragen<ref>[http://www.leithhistory.co.uk/2004/07/29/riding-the-stang/ Riding the stang.]</ref>. In Brabant organiseerden vrouwen relatief vaak een charivari:
*Het "in de ploeg spannen".
*Als hen de "koffie en wittebroodstraktatie" werd geweigerd.

In Engeland vond er in de achttiende eeuw een forse toename plaats van charivari’s tegen mannen die hun vrouw mishandelden. Dit zou kunnen betekenen dat de vrouw meer steun van de gemeenschap kreeg, maar het is waarschijnlijker dat er in de achttiende eeuw meer geweld tegen vrouwen werd gepleegd.

===Familie===
In Brabant lagen aan veel huwelijken economische motieven ten grondslag, dus er was doorgaans weinig liefde in het huwelijk en veel gekijf. Vaak werd de vrouw mishandeld of verlaten en dan zorgde de familie van die vrouw ervoor dat de man een charivari kreeg.

Soms waren de motieven voor een charivari aardser en platter. Dan aasde de familie van een van de twee huwelijkspartners op het bezit van de andere partner en zocht zij haar toevlucht tot een charivari om die andere partner te verdrijven en zo het bezit in handen te krijgen. Er waren twee [[b:Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Familie en erfrecht op het platteland|erfenissystemen]]: de evenredige erfopvolging (waarbij alle zonen evenveel kregen) en de stamhuishouding met een bevoorrechte erfgenaam. Dat varieerde van plaats tot plaats. Beide systemen hadden hun voor- en nadelen. De nadelen leidden tot uitstel van het huwelijk, versnippering van het familiebezit en achterstelling van de vrouwen. Hierdoor was er binnen veel families naijver om het familiebezit. Soms zaten ze als [[aasgier]]en te wachten tot ze konden toeslaan.

===Slachtoffers===
Een charivari begon bijna altijd met geroddel in de buurt en vaak speelden vrouwen daar een grote rol in. Als een lid van de gemeenschap zich niet hield aan de regels voor wederzijdse burenhulp of als iemand zich onttrok aan zijn burenverplichtingen en zijn buren en kennissen bijvoorbeeld niet uitnodigde voor een huwelijks- verlovings- geboorte- of doopsfeest, dan was hij al voorwerp van geroddel<ref>Zie ook: Keith Thomas, Religion and the decline of magic.</ref> en werd de kans groot dat hij bij de volgende overtreding van de sociale normen een charivari kreeg. De gemeenschappen berustten voor een groot deel op wederzijdse afhankelijkheid en iedereen die dat doorbrak, bracht dit systeem in gevaar en werd bestraft.

Ook wie zich te hoog achtte voor zijn buurt, of al eerder iets fout had gedaan, of van elders kwam, of niet het juiste geloof had, of een vreemde eend in de bijt was, liep een groter risico op een charivari.

De slachtoffers van de charivari’s lijken vaak een hogere sociale status te hebben gehad dan de daders, regelmatig behoorden ze tot de middenklasse, soms waren het zelfs notabelen. Maar dat kan een vertekend beeld zijn: we kennen de slachtoffers en daders nu alleen van de (relatief weinige) aangiftes bij politie en justitie. Alleen mensen van de hogere klassen wisten de weg in de politionele en justitiële netwerken, zij kenden de wetten en deden aangifte. Mensen uit lagere klassen kenden de wet niet, kenden de weg niet en zij hoopten maar dat ze na het charivari weer in de gemeenschap opgenomen zouden worden. Het inschakelen van de autoriteiten zou hun zaak alleen maar verergeren. Deze mensen deden dus maar zelden aangifte.

Er waren maar weinig slachtoffers die zich durfden te weren tijdens een charivari. Een enkele keer schoot een slachtoffer op zijn belagers met een geweer. Meestal was de overmacht te groot en legden de slachtoffers zich bij het onvermijdelijke neer.

Hoeren, criminelen en paupers kregen bijna nooit een charivari. Een charivari was een aanslag op iemands eer en deze personen hadden geen eer om neer te halen: er was geen lol aan.

==Overheid en justitie==
Al in 1571 en 1612 verboden katholieke [[w:synode|synode]]s in Den Bosch het eisen van geld door jongelui aan het bruidspaar.

Rond 1656 vaardigden de [[w:Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal van de Nederlanden]] het "egtreglement" (huwelijksreglement) uit dat onder andere het verstrekken van quansel- en buxenbier verbood op straffe van een fikse boete. Ook het "schieten" werd aan banden gelegd. Het bruidspaar dat (al dan niet gedwongen) aan deze gebruiken meewerkte, kreeg ook een boete.

Het tafelen werd rond 1800 door de overheid van Brabant strafbaar gesteld.

===Niet vervolgen===
Charivari’s konden dan wel officieel verboden zijn, ze leidden maar zelden tot strafvervolging, om diverse redenen:
*''Onwetendheid'': lagere overheden wisten soms niet van het bestaan van bepaalde verordeningen van de hogere overheid. Zij kenden bepaalde [[w:plakkaat|plakkaten]] niet noch artikelen van het egtreglement waarin bepaalde vormen van charivari’s verboden werden. Dat "overkwam" zelfs de [[w:hoogschout|hoogschout]] van Den Bosch.
*''Laksheid'': de lagere overheid deed vaak domweg niets, zelfs tot 1860. Lagere gerechtsdienaren zagen vaak geen kwaad in ketelmuziek, die volgens hen een oud volksgebruik was en daarom gewettigd, ze maakten er, als ze de ketelmuziek geconstateerd hadden, vaak niet eens melding van aan hun superieuren. Soms fungeerden de charivari’s als een uitlaatklep voor sociale spanningen dus moest je die wel verbieden?
*''Dubbel spel'': Soms werkte de lagere overheid openlijk of in het geheim mee aan charivari’s.
**Vaak was dat uit lijfsbehoud en angst voor wraak van de bevolking.
**Soms was het omdat ze het slachtoffer onsympathiek vonden.
**Een enkele keer deden overheidsdienaren als deelnemer actief aan een charivari mee.
**Het is zelfs voorgekomen dat ze niet de deelnemers maar de klager in de gevangenis stopten.

===Niet kunnen vervolgen===
Het was meestal onmogelijk om deelnemers aan een charivari te vervolgen.
*Vaak werd een charivari ’s avonds gehouden. Bij gebrek aan straatverlichting kon het dan stikdonker zijn en waren de deelnemers onherkenbaar. Ook waren de daders vaak vermomd om herkenning te voorkomen. Soms maakten ze hun gezichten zwart en soms droegen ze duivelsmaskers.
*Soms deden mensen onder dwang en dreigementen mee aan het charivari. Wie naderhand tegen de autoriteiten andere deelnemers verklikte, kon zelf een charivari tegemoet zien.
*De slachtoffers werden vaak dusdanig geïntimideerd dat ze maar zelden een klacht bij de [[w:schout|schout]] of justitie durfden in te dienen. Soms kreeg de politie of justitie lucht van een charivari en stelde een onderzoek in. Dan ontkende het slachtoffer vaak het hele gebeuren, of hij verklaarde niet mishandeld te zijn. En als hij het charivari en de mishandeling niet kon ontkennen, verklaarde hij meestal dat hij niemand herkend had vanwege de duisternis. Het slachtoffer was bang de zaak nog erger te maken en hoopte weer in de gemeenschap te worden opgenomen.

===Niet kunnen vookómen===
De overheid kon de charivari's niet voorkomen, want ze waren zelden op de hoogte van een aanstaande charivari. De politie kwam vrijwel altijd te laat en als ze eens toevallig op tijd aanwezig was, kon ze nog niets doen tegen de grote overmacht. De autoriteiten deden weinig anders dan achteraf [[w:proces-verbaal|proces-verbaal]] opmaken, een onderzoek instellen en vervolgens de zaak doorverwijzen naar de competente rechter.

Charivari's werden overigens vaak in herbergen uitgebroed, ook de politieke charivari's. Omdat die laatste bedreigend waren voor de autoriteiten. lieten zij de herbergen goed in de gaten houden.

===Ingrijpen===
Politie en justitie grepen tot diep in de negentiende eeuw alleen maar in als het charivari veranderde in een [[w:Lynchen|lynchpartij]] of als het gezag van de overheid in het geding was. In dat laatste geval greep de overheid soms alleen maar in omdat ze bang was dat toegevendheid door het volk uitgelegd zou worden als zwakte waardoor het volk de overheid mogelijk nog meer zou aanvallen. Bij politieke charivari's deden er vaak veel mensen mee, soms wel 2000 en kon het charivari wekenlang duren. Als de deelnemers agressief werden en met stenen naar de politie gingen gooien, begon die wel eens op de deelnemers te schieten.

Soms leidde overheidsingrijpen alleen maar tot escalatie van de spanning tussen overheid en volk. Als de overheid een burgerwacht of militairen inzette tegen een politieke charivari, had ze het voor lange tijd verbruid bij de bevolking. Een enkele keer is het zelfs voorgekomen dat het volk de burgerwacht gewoon versloeg in een gevecht.

===Meer middelen na 1811===
Voor 1811 had de overheid niet veel middelen om in te grijpen tegen charivari’s. Het politie-apparaat stelde nog maar weinig voor op het platteland<ref>De politie op het platteland van Brabant bestond in de 18de eeuw uit: 1 of 2 [[w:diender|]]s + een vorster of richtersbode + een of meer nachtwakers of kleppermannen. De [[schepenen]] waren collectief verantwoordelijk voor de openbare orde.</ref>.
Na 1811 kregen de autoriteiten meer middelen om in te grijpen tegen charivari’s.
====Een voorbeeld uit 1781====
*Het politie-apparaat werd verbeterd<ref>In de negentiende eeuw verving de [[w:veldwachter|]] de diender en die kon ondersteuning krijgen van de [[w:Koninklijke Marechaussee|marechaussee]], (de eerdere [[w:gendarmerie|]]). De [[w:schout|]] (later burgermeester genoemd) was persoonlijk verantwoordelijk voor de openbare orde.</ref>.
In 1781 wilde een echtpaar hun charivari niet afkopen en de pastoor steunde hen. Daarop begonnen de jongeren allerlei geheimen van hun slachtoffers te onthullen. De man zou geprobeerd hebben een paar vrouwen te verkrachten en de vrouw zou zich als dienstmeisje hebben geprostitueerd aan haar meester. Ze zou een miskraam hebben gekregen en de erfenis hebben verduisterd.
*De [[w:scheiding der machten|scheiding der machten]] werd doorgevoerd naar Frans voorbeeld en daardoor kwam er een onafhankelijke rechterlijke macht. Klagende burgers, meestal mensen uit de hogere klassen die de wet kenden, hadden bij de onafhankelijke rechter een grotere kans om gehoord te worden dan bij een rechter die een verlengstuk van de overheid was.


Er volgde een enorme toename van allerlei processen. Dat werd niet veroorzaakt door een stijging van de [[w:criminaliteit|criminaliteit]] maar door de toegenomen mogelijkheden tot strafrechtelijke vervolging. Daardoor steeg ook het aantal vervolgingen tegen charivari’s. Soms diende het slachtoffer zelf een klacht in en soms ging de politie tot actie over.
====Alle geheimen op straat====
Niet alleen de pastoor, ook de jongeren kropen na 1770 steeds dieper in het verborgen leven van de mensen. Dit ging door tot in de negentiende eeuw en dit verschijnsel vond ook in Duitsland plaats. De sociale controle op onzedelijkheid, overspel en verboden liefdesverhoudingen werd uitgebreid met de controle op: [[w:homoseksualiteit|homoseksualiteit]], [[w:incest|incest]], ongetrouwd samenwonen en [[w:polygamie|polygamie]] en na 1870(!) ook nog [[w:sodomie|sodomie]].


Pas na 1820 werden de verboden aangaande charivari's enigszins geaccepteerd. Er was een [[w:Wetboek van Strafrecht|Wetboek van Strafrecht]] gekomen gebaseerd op de Franse [[w:Code Napoléon|Code Pénal]].<ref>In dat wetboek van strafrecht werden de onderdelen van de charivari’s beschreven als strafbare feiten: vrijheidsbeneming, mishandeling, belediging, huisvredebreuk, zaakbeschadiging, burengerucht, verstoring van de openbare orde en openlijke geweldpleging. Daardoor kunnen we in de negentiende eeuwse gerechtelijke archieven niet meer de samenhang van de charivari’s zien.</ref>
In de Franse en Duitse dorpen werden de dragers van de wereldlijke en geestelijke macht na 1770 scherp in de gaten gehouden wat betreft hun seksuele gedrag. Er werd een nieuw spotritueel uitgevonden dat (omdat het nieuw was) nog niet verboden was. 's Nachts hingen de jongeren in het geheim slingers van bijvoorbeeld klimop tussen de deuren van de gezagsdrager of de geestelijke en zijn verboden liefde. Zodat iedereen kon zien met wie hij "het" deed. In de loop van de achttiende eeuw werd de pastoor vaak bij het bisdom aangeklaagd wegens seksueel misbruik.


===Overheid en geestelijkheid===
==Bron==
De overheid wilde het [[monopolie]] op geweld en rechtspraak verkrijgen, dus bestreed ze [[w:eigenrichting|eigenrichting]]. Charivari’s ging ze als een vorm van volksoproer strafbaar stellen. De overheid wilde zelfs de huwelijksconflicten zelf gaan oplossen. Het volk kwam op zijn beurt in verzet tegen deze steeds groeiende overheidsbemoeienis.
Geschiedenis van het persoonlijk leven. Van de renaissance tot de Verlichting. <br>

Onder redactie van [[w:fr:Philippe Ariès|Philippe Ariès]], [[w:fr:Georges Duby|Georges Duby]] en [[w:fr:Roger Chartier|Roger Chartier]]. <br>
Na circa 1840 begon de (katholieke en protestantse) geestelijkheid de oude volksgebruiken onder vuur te nemen: het carnaval, de meiviering, en de kermis. Het platteland werd opengelegd en gemoderniseerd. De industrialisatie begon er door te dringen en het onderwijs veranderde. Tegen 1900 had de plattelandsbevolking als het ware de vruchtbaarheidsriten vervangen door [[w:kunstmest|kunstmest]].
ISBN 90-5157-018-x <br>

1986 Editions du Seuil, Paris <br>
Na circa 1850 begon de overheid zelfs het principe van de charivari's af te wijzen. Maar nog steeds werkten de lagere overheden vaak niet mee, want zij zaten tussen twee vuren: aan de ene kant de bevolking die vond dat ze recht had op het uitoefenen van haar oude gebruiken, en aan de andere kant de steeds strenger wordende overheid.
1989 Agon, Amsterdam <br>

Betreffende hoofdstuk geschreven door: [[w:fr:Daniel Fabre|Daniel Fabre]], [[w:fr:Université Toulouse III|Université Toulouse III]] en directeur van de [[w:École des hautes études en sciences sociales|École des hautes études en sciences sociales]].
===Straf===
De deelnemers aan politieke charivari’s (die een bedreiging vormden voor de overheid) werden doorgaans zwaar bestraft. Soms met openbare geseling of langdurige gevangenisstraffen, en soms werd zelfs de doodstraf geëist<ref>De gevangenis was in de achttiende eeuw beslist geen pretje: overdag moest de gevangene werken en vaak werd hij geslagen, hij kreeg zeer slecht eten en ’s nachts werd hij opgesloten in een ruimte waar hij maar net in paste maar vaak niet in kon staan.</ref>.

De deelnemers aan de niet-politieke charivari’s werden ook in de negentiende en twintigste eeuw meestal tamelijk mild bestaft, mede omdat men dacht zo meer te bereiken dan met strengheid.

==Verder lezen==
*Charivari in de Nederlanden, rituele sancties op deviant gedrag.<br>G. Rooijakkers en T. Romme.<br>Volkskundig bulletin 15,3.<br>ISBN 90-70389-19-3.

*Voor Brabants Vryheyd. Patriotten in Staats-Brabant.<br>G. Rooijakkers, A. van der Veen, H. de Wit.<br>ISBN 90-72526-02-3

*Staphorst en zijn gerichten.<br>G.C.J.J. van den Bergh, ed.<br>ISBN 906009445 x.

{{appendix||2=
==Bronnen==
*Charivari in het oostelijk deel van Noord-Brabant, 1750-1850. <br>Tiny Romme. <br>Oss 1987. <br>Niet uitgegeven proefschrift, ligt ter inzake bij het [http://www.archieven.nl/index.php/db?miview=ldt&mivast=0&mizig=190&miadt=1&miaet=14&micode=ORGANISATIES&minr=771625 BIHC] in de citadel van 's-Hertogenbosch [http://www.archieven.nl/pls/m/zk2.obj_start?p_id=47291420&p_vast=0&p_hier=0&p_zk=trefwoord:Noord-Brabant&p_taal=1&p_inv=1].


==Noten==
==Noten==
{{references|95%}}
{{references||2}}
{{sub}}
}}

[[Categorie:Sociale geschiedenis]]

Versie van 10 okt 2010 22:57

Inhoudsopgave
  1. Inleiding
  2. Leven in de absolute monarchie
  3. Rechtspraak
  4. (Contra)reformatie
  5. Alfabetisering
    1. Bijlagen bij Alfabetisering
  6. Wellevendheid
  7. Tafelmanieren, keuken en goede smaak
  8. Gezin
  9. Het kind
  10. Adolescentie
  11. Ontsnappen aan de familietucht
  12. Van geestelijke verwantschap naar gezelligheid
  13. Sociale controle
  14. Charivari's in de Nederlanden
  15. Jeugdbendes
  16. Boerderijen
  17. Familie en erfrecht op het platteland
  18. Parijs
  19. Goede naam en lettres de cachet
  20. Intimiteit: plaatsen en voorwerpen
  21. Liefde en vriendschap
  22. Decadentie
  23. Revolutie

14. Charivari's in de Nederlanden

Een charivari was een ritueel waarbij een individu of een stel dat de sociale normen overtrad, werd bespot en bestraft. Er werd een optocht gehouden met "ketelmuziek", spottende toneelstukjes, spottende liederen en gejoel van omstanders.

De ketelmuziek werd gemaakt met muziekinstrumenten, maar ook met allerlei spullen uit de huishouding en de landbouw zoals ketels en zeisen[1][2]. Men speelde waarschijnlijk bewust zo vals mogelijk.

Nederlandse synoniemen voor (het maken van) ketelmuziek waren: rammelen, sliepen, uittrommelen, toeten, plakken, pannegatten, een blekslag doen, bellemarkt houden, schavierigheid, strooie kermis en vlekkenmuziek.

Sommige charivari's waren weinig meer dan een soort volksvermaak, een uitlaatklep, zodat er eens goed gelachen kon worden. Meestal ging het om een tamelijk milde bespotting en werd het slachtoffer daarna weer in de gemeenschap opgenomen. Soms ging men echter net zo lang door tot het slachtoffer zijn biezen pakte. Er werden wel eens bezittingen vernield, mensen gemolesteerd en er vielen zelfs wel eens doden.

Dit soort rituelen kwam vanaf de veertiende tot in de twintigste eeuw voor in veel landen van Europa, waaronder Frankrijk, Duitsland, Engeland[3], Spanje, Italië, België en Nederland.

Charivari's in Nederland

Charivari's vonden in Nederland voornamelijk op het platteland plaats, terwijl ze in Frankrijk voornamelijk in de steden plaatsvonden.

Veel vaker dan in Frankrijk vonden charivari's in Nederland ook plaats uit onvrede over beslissingen van de autoriteiten. Dit soort "politieke charivari’s"[4] betwistten nooit het gezag van de overheid op zich, maar waren bedoeld om machtsmisbruik door de overheid aan de kaak te stellen.

  • Vaak waren de tiendheffingen (een feodale vorm van belastingen) een steen des aanstoots voor de boeren[5].
  • De invoering van de dienstplicht leidde tot veel politieke charivari's.
  • Ook (te) strenge autoriteiten die bijvoorbeeld het "quanselbier" of de dodenmaaltijd probeerden te verbieden, konden een politieke charivari over zichzelf afroepen.

Soms speelden de godsdiensttwisten tussen katholieken en protestanten een rol op de achtergrond. In protestantse streken werden overigens naar verhouding net zoveel charivari's gegeven als in katholieke. Politieke en godsdienstige charivari's konden weken en soms wel eens maanden duren. De overige charivari's duurden zelden langer dan een dag.

Charivari’s in Nederland (en overigens in heel Noordwest-Europa) lijken vaak gewelddadiger te zijn geweest dan die in Frankrijk en de mediterrane landen. Maar dit is mogelijk een vertekend beeld dat is ontstaan doordat veel bronnen verloren zijn gegaan en/of bepaalde charivari's vaker schriftelijk werden vastgelegd dan andere.

Net als in Frankrijk kon men ook in Nederland een charivari vaak gedeeltelijk afkopen: door geld of drank aan de aanstichters ervan te geven bleef de ketelmuziek achterwege, werd er wat minder geschreeuwd en duurde het charivari minder lang.

Vaak was het slachtoffer al langer niet geliefd in de gemeenschap omdat hij afwijkend sociaal gedrag vertoonde of de wederzijdse burenverplichtingen niet nakwam. Soms kwam een charivari ook voort uit reeds lang sluimerende burenruzies en een enkele keer was het zelfs de bedoeling van familie en buren om zich meester te maken van geld en goederen van het slachtoffer.

Charivari's vonden in de Nederlanden onder andere plaats in Limburg, Vlaanderen, Noord-Brabant en Gelderland. In Staphorst (Overijssel) vonden ze zelfs nog in 1950 plaats. Het onderstaande artikel heeft voornamelijk betrekking op de situatie in het oostelijke deel van Noord-Brabant, in de periode van 1750 tot 1950.

De overheid greep tot circa 1850 feitelijk alleen in als er doden vielen of een politieke charivari haar gezag ondermijnde. Daarna greep ze steeds vaker in, zij het meestal op een milde manier.

Redenen voor een charivari

Als men de sociale normen overtrad kon men een charivari krijgen.

  • Een van de verloofden verbrak de huwelijksbelofte. In Nederland werden de meeste charivari’s om deze reden gegeven[6]. Tot circa 1900 hebben we alleen gegevens over charivari’s tegen vrouwen die de huwelijksbeloften verbraken. Mannen genoten toen blijkbaar meer seksuele vrijheid dan vrouwen. In de twintigste eeuw werd het verbreken van de huwelijksbelofte ook de man aangerekend. In Drenthe en Staphorst kon de gemeenschap de weigerachtige partner dwingen tot een huwelijk. In Noord-Brabant kreeg de weigeraar wel een charivari (het zogenaamde "tafelen") maar werd niet gedwongen om te trouwen.
  • De man had een meisje zwanger gemaakt en haar daarna "laten zitten".
  • Mishandeling binnen het huwelijk, ofwel van de vrouw door de man ofwel andersom.
  • Doorlopende ruzie binnen het huwelijk. Vooral in de Meierij werd voor "huiskrakeel" (echtelijke ruzie) vaak een charivari gegeven.
  • Overspel door een van de echtelieden[7].
  • Er was een groot leeftijdsverschil tussen de man en de vrouw.
  • De vrouw of de man was vóór het huwelijk losbandig geweest.
  • Een van de partners was mismaakt.
  • Soms (voornamelijk in de negentiende en twintigste eeuw) was ook homoseksualiteit van de man een reden om hem een charivari te geven.
  • Een weduwe of weduwnaar wilde hertrouwen. Hiervoor werd in de Romaanse landen vaak een charivari gegeven maar in Engeland en Nederland nauwelijks, behalve in Limburg.
  • Er was een groot verschil in sociale status tussen de man en de vrouw. In het oostelijke deel van Noord-Brabant zijn echter geen charivari’s bekend die gegeven werden wegens een verschil in sociale welstand.
  • Ook aanbrengers, lasteraars, verwijfde mannen, dronkelappen, lomperikken, herrieschoppers en gierigaards konden soms een charivari krijgen.

Volgorde van de gebeurtenissen

  1. Het charivari begon vaak met het blazen op de hoorn, soms vanaf de vier hoeken van het dorp. Als hoorn diende ook wel een gieter of een kruik.
  2. Vervolgens ging men in optocht naar het huis van het slachtoffer, vaak in steeds kleiner wordende cirkels. Intussen maakte men "ketelmuziek" en steeds meer deelnemers voegden zich bij de optocht. Er werden bespottende toneelstukjes opgevoerd, hekelliederen gezongen en obscene gebaren gemaakt. Men schreeuwde en jouwde het slachtoffer uit. De liederen bestonden vaak uit zelf bedachte teksten op al bestaande melodieën. Deze teksten werden steeds vaker opgeschreven, eerst in de steden en later (rond 1890) ook op het platteland.
  3. Soms voerde men stropoppen mee die de slachtoffers moesten voorstellen. In Engeland werden die stropoppen na afloop van het charivari wel “geëxecuteerd” en ritueel begraven. Elders werden ze verbrand. Carnavals werden ook vaak afgesloten met het verbranden van een (stro)pop[8].

Vernielingen

Bij het huis van het slachtoffer aangekomen, richtte men soms vernielingen aan. Er werden ruiten ingeslagen, deuren ingetrapt, putten gedempt, beesten mishandeld en bomen geschild. Binnenshuis werden ook wel eens vernielingen aangericht en een enkele keer werden de bewoners mishandeld.

Het “dak-afdekken” was de zwaarste straf[9]: de pannen werden van het dak gehaald en naar binnen gegooid. Deze term werd ook wel gebruikt voor het volledig slopen of in brand steken van het huis, de schuren, de stallen en bedrijfsgebouwen. Het slachtoffer werd dan totaal uit de gemeenschap gestoten. Dit gebeurde waarschijnlijk niet vaak.

Er werd wel eens op het huis en de bewoners geschoten en er werd ook wel eens gedreigd de inwoners te vermoorden of hun huis in brand te steken (middels een brandbrief).

Ontstaan

Al in de veertiende eeuw werd er melding gemaakt van charivari's. Wanneer ze precies zijn ontstaan is echter onduidelijk. De theorie dat de charivari's voortgekomen zouden zijn uit voorchristelijke gebruiken wordt tegenwoordig door veel geschiedkundigen als speculatief beschouwd. Er zijn namelijk geen bewijzen voor te vinden. Deze theorie stelde onder ander dat het lawaai van de ketelmuziek diende om kwade geesten te verdrijven en daardoor het bruidspaar te helpen.

Meiboom

Meiboom tegen gevel

Op zich was de zogenaamde meiboom geen charivari, maar een tamelijk onschuldig ritueel. Jongens in de buurt gaven aan dat ze een meisje huwbaar vonden door in de loop van de nacht van 30 april op 1 mei een boompje voor haar huis (of soms op het dak van haar huis) te zetten.

Dit ritueel kreeg echter vaak trekjes van een charivari als het boompje "versierd" werd. Met deze versieringen wilden de jongens uitdrukken hoe ze over het meisje dachten. Als versiering werden takken van diverse bomen gebruikt:

  • Een spar betekende dat men het meisje goedheid toekende.
  • Een den betekende dat men vond dat ze trouw was.
  • Een berk betekende dat men haar een flinke meid vond.
  • Een wilg dat ze een allemansvriendje was.
  • Een vlier dat ze praatziek was.
  • Een kersenboom, els en bies betekenden dat ze het met iedereen zou "doen".
  • Een haagdoorn betekende dat het betreffende meisje twistziek was.

Noord-Holland

Er zijn geen gegevens bekend waaruit blijkt dat in Noord-Holland charivari's werden gegeven. Alleen de "dorhoed", als symbool van onvruchtbaarheid, werd samen met een spotgedicht uitgereikt aan een afgewezen vrijer of vrijster. Deze werd hierdoor weliswaar bespot maar niet bestraft. Er was ook geen sociale norm overtreden. De "dorhoed" werd overigens ook in Drenthe uitgereikt.

Noordoost-Nederland

Vormen van eigenrichting waren in het noordoosten van Nederland niet ongewoon. Jongemannen namen soms maatregelen als een man niet wilde trouwen met het meisje dat zwanger van hem was. Een berucht volksgericht speelde zich in 1922 af in het afgelegen dorp Stuifzand bij Hoogeveen. De aanleiding was een vermeende buitenechtelijke verhouding. Staphorst in Overijssel was nog tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw bekend om de charivari's die er werden aangericht. Mensen die de plaatselijke normen en waarden hadden overtreden werden op een mestkar door het dorp gereden. Het speelse element van ketelmuziek, toneelstukjes en hekeldichten ontbrak vaak in het meer calvinistisch ingestelde noorden.

Wat speelser en specifiek Drents was wel het zoorholt brengen, waarbij men een verdorde boom of paal bracht naar degene wiens beminde met een ander gehuwd was. Bij het zoorholt brengen stapelde men ook vaak wagens en gerei op voor het huis van de verlaten vrijer. [10]

Noord-Brabant

In Noord-Brabant kwamen verschillende vormen van charivari voor. "In de ploeg spannen", "beerjagen" en "tafelen" waren volksgebruiken die mogelijk al vóór 1600 bestonden en in 1934 in Noord-Brabant nog volop voorkwamen.

In de ploeg spannen

Deze charivari werd gegeven aan een man die zijn vrouw sloeg. Hij werd meestal door vrouwen uitgedeeld, hoewel er ook vaak jongens en volwassen mannen aan deelnamen al was het maar omdat het mannelijke slachtoffer alleen door een stel sterke mannen in de ploeg gespannen kon worden. Overigens werd er ook wel eens een vrouw in de ploeg gespannen, als ze haar man sloeg of onder de duim hield [11].

De volgorde van de gebeurtenissen was:

  1. Men blies op een hoorn en/of trommelde. Dit was het startsein voor het charivari en iedereen verzamelde zich.
  2. De deelnemers gingen met veel lawaai en ketelmuziek naar het huis van de vrouwenmishandelaar, trokken hem aan zijn haren en kleren uit zijn huis, en spanden hem voor een ploeg.
  3. Hij moest onder helse ketelmuziek en veel stokslagen net zo lang een stuk van de straat of van zijn hof omploegen tot hij erbij neerviel, tot hij smeekte om op te mogen houden en plechtig beloofde zijn leven te beteren. Dit gebruik kwam ook in Gelderland voor.

Beerjagen

Deze charivari werd gegeven aan een man of vrouw die overspel had gepleegd, of aan een overspelig stel.

De eerste beschrijving van dit gebruik stamt uit 1656. Dit gebruik kwam ook voor in Vlaanderen, Limburg de Betuwe en in andere Europese landen zoals Duitsland en Engeland.

De volgorde van de gebeurtenissen was:

  1. Men blies op een hoorn en/of trommelde. Dit was het startsein voor het charivari en iedereen verzamelde zich.
  2. Onder veel lawaai en ketelmuziek gingen de deelnemers naar het huis van hun slachtoffer(s).
  3. Deze bond men een touw om het middel, een overspelig stel werd aan elkaar vastgebonden. Soms werden de slachtoffers uitgekleed[12]. Onder begeleiding van ketelmuziek of hoorngeblaas werd hij, zij of het stel door het dorp of zelfs door verschillende dorpen gesleept (als een beer) en daarbij met knuppels geslagen.
  4. Tot slot werden de slachtoffers door een rivier of een modderpoel gesleept, soms net zo lang tot ze (haast) verdronken.

Tafelen

Tafelen of toffelen was in Noord-Brabant een wijdverbreid gebruik vooral in de Meierij, maar het kwam ook in Vlaanderen en Gelderland voor. Het gebruik werd voor het eerst beschreven in 1765. Deze charivari werd gegeven als:

  • Een van de partners na de verloving (waarbij een huwelijksbelofte werd gedaan) opeens niet meer wilde trouwen. In de achttiende en negentiende eeuw werden bijna alleen vrouwen getafeld, alleen hen werd het verbreken van de huwelijksbelofte blijkbaar kwalijk genomen. In de twintigste eeuw werden ook mannen getoffeld als die niet meer wilden trouwen of als ze een vrouw zwanger hadden gemaakt en haar daarna lieten zitten.

De volgorde van de gebeurtenissen was als volgt:

  • Op verschillende plaatsen in het dorp werd op hoorns geblazen.
  • Het volk haalde ergens een tafel (in latere tijden: karren), emmers, ketels of kuipen en een slijpsteen weg.
  • Op de tafel of de kar zetten ze de slijpsteen en (vanaf de achttiende eeuw) werd op die slijpsteen een stinkend, halfvergaan kadaver gelegd.
  • De deelnemers aan het charivari gingen in optocht en met ketelmuziek naar het huis van hun slachtoffer.
  • Soms werden er twee stropoppen, die het paar moesten voorstellen, meegenomen. Deze werden voor het huis van het slachtoffer in een boom gezet of op het dak.
  • De tafel of de karren werden tegen het huis van het slachtoffer gezet benevens hekken, emmers, palen en kachelpijpen. Meestal werd de ingang gebarricadeerd.
  • In de kuipen en emmers lagen menselijk uitwerpselen (drek) die men uit een secreet of uit het riool had meegenomen.
  • Onder het zingen van hekeldichten, met ketelmuziek en geschreeuw werden de spullen rond het huis en het huis zelf besmeurd met drek. In de twintigste eeuw werden er ook kafmolens meegenomen en werd zoveel mogelijk kaf (afvalproduct van graan) in het huis van het slachtoffer gedraaid.
  • Soms werden er ook vernielingen aangericht en werden de bewoners mishandeld.
  • Op het einde van het charivari werden de stropoppen soms verbrand of begraven.

Quanselbier, buxenbier, schieten en wittebrood

Quanselbier, rij- dans- dons- of balbier was het gratis bier dat een paar geacht werd aan de jongemannen van de gemeenschap te geven bij hun verloving en huwelijk.

Buxenbier, boksen- boxem- buxem- of schootbier was het gratis bier dat een paar geacht werd aan die jongemannen van de gemeenschap te geven die bij hun verloving of huwelijk een eresaluut gaven met pistolen en geweren. De jongelui schoten graag onverwachts vlakbij en achter het paar. Ze probeerden vooral de bruid "los te schieten" (aan het schrikken te maken).

Soms weigerde het paar deze traktatie uit gierigheid. Dan kwamen de jongeren het paar een charivari met ketelmuziek geven en gingen pas weg als ze geld hadden gekregen dat ze daarna in de kroeg gingen opdrinken.

Al rond 1656 hadden de Staten-Generaal van de Nederlanden het verstrekken van quansel- en buxenbier verboden op straffe van een fikse boete. Ook het "schieten" was aan banden gelegd. Het duurde echter tot na circa 1820 voordat de lagere autoriteiten deze verboden gingen uitvoeren. Ook het paar dat (vrijwillig of gedwongen) aan deze gebruiken meewerkte werd toen beboet. Dit soort maatregelen leidde soms tot agressieve charivari’s tegen de gezagsdragers.

De jonge vrouwen uit de gemeenschap hielpen vóór het huwelijk de bruid om het huis schoon te maken. In ruil daarvoor hoorden ze op koffie en wittebrood te worden getrakteerd: de zogenaamde "scheutelkesvisite" of het "wiesfeest". De buurvrouwen namen zelf kopjes mee en gooiden die na afloop kapot. Werd hen deze traktatie geweigerd, dan konden ze voor straf ketelmuziek komen maken en zelfs het pas schoongemaakte huis vol poep smeren.

Een charivari bij een traktatieweigering werd, in een milde vorm, nog in 1958 in Geldrop gegeven.

Carnaval

Al vanaf de Late Middeleeuwen waren er tijdens het carnaval meer charivari’s dan anders. Ook in Frankrijk en andere landen werden juist dan de hoorndragers (bedrogen mannen), mannen die hun vrouwen mishandelden, mannen die bij hun vrouw onder de plak zaten en andere overtreders van de sociale normen in optocht met ketelmuziek door de stad gevoerd.

Groepen mannen maakten in de periode voor het carnaval een carnavalswagen, terwijl iemand anders portretten schilderde van straatmadeliefjes of van vrouwen die "in de fout" waren gegaan. Weer iemand anders dichtte spotliederen (vaak op al bestaande melodieën). Tijdens het carnaval waren de mannen gemaskerd. Ze trokken van herberg naar herberg, voerden daar een toneelstukje op en zongen het spotlied waarbij de schilderingen als illustratie getoond werden.

In 1811 werd in 's-Hertogenbosch een hooggeplaatste vrouw die er twee minnaars op na hield op deze manier bespot. Waarschijnlijk omdat deze vrouw Fransgezind was, gaven de autoriteiten toestemming voor dit carnavalscharivari en lieten de tocht zelfs begeleiden door hellebaardiers. Hierdoor konden anti-Franse sentimenten van het volk een uitweg vinden. Toen de Fransen eenmaal begrepen wat er aan de hand was, was de hele zaak al voorbij.

Ook tijdens de carnavalscharivari's werden reputaties gebroken, hetgeen soms leidde tot juridische wraakacties van de getroffenen.

Deelnemers

Verslagen van politie en justitie doen vermoeden dat de meeste deelnemers aan een charivari mensen uit de onderklasse waren.[13] Maar dit beeld zou vertekend kunnen zijn doordat justitie voornamelijk mensen uit de lagere stand vervolgde. Er zijn aanwijzingen dat leden van de elite soms achter een charivari zaten maar deze door volksmensen lieten uitvoeren.

Alle deelnemers aan charivari's waren ervan overtuigd dat ze niets verkeerd deden en hun acties rechtvaardig waren. Ze waren verontwaardigd dat er normen en waarden waren overtreden en wilden dat rechtzetten. Ze vonden dat ze er recht op hadden om deze oude volksgebruiken uit te voeren. Alle aanwezigen waren het daarover eens. Het kwam vrijwel nooit voor dat er iemand protesteerde.

De meeste omstanders waren zeker geen passieve toeschouwers maar deden echt mee: ze lachten en jouwden, improviseerden satirische grappen, enzovoort.

Jongeren

In Frankrijk werden veel charivari's georganiseerd door de jongerenverenigingen. De jongeren (die in het gewone leven niets te vertellen hadden) konden dan de rol van bewaker van de goede zeden op zich nemen. In Nederland beperkte de rol van de jongeren zich tot:

  • Het geven van de meiboom aan een huwbaar meisje.
  • Het geven van een charivari aan meisjes die te laat thuiskwamen van de aardappelkoffie.
  • Het organiseren van het "tafelen" als een verloving verbroken werd.
  • Het geven van een charivari als het "quanselbier" of "buxenbier" geweigerd werd.

Jongeren waren in Nederland veel minder betrokken bij charivari's wegens overspel ("beerjagen") en mishandeling van vrouwen ("in de ploeg spannen"). Ook waren zij nauwelijks betrokken bij politieke charivari's.

Vrouwen

Het kwam in de meeste landen van Europa maar zelden voor dat vrouwen een charivari organiseerden. In Schotland onderwierpen vrouwen een man die zijn vrouw sloeg aan “riding the stang”: de boosdoener werd schrijlings op een boomstammetje gezet en dat werd op de schouders van een paar sterke mannen in de menigte rondgedragen[14]. In Brabant organiseerden vrouwen relatief vaak een charivari:

  • Het "in de ploeg spannen".
  • Als hen de "koffie en wittebroodstraktatie" werd geweigerd.

In Engeland vond er in de achttiende eeuw een forse toename plaats van charivari’s tegen mannen die hun vrouw mishandelden. Dit zou kunnen betekenen dat de vrouw meer steun van de gemeenschap kreeg, maar het is waarschijnlijker dat er in de achttiende eeuw meer geweld tegen vrouwen werd gepleegd.

Familie

In Brabant lagen aan veel huwelijken economische motieven ten grondslag, dus er was doorgaans weinig liefde in het huwelijk en veel gekijf. Vaak werd de vrouw mishandeld of verlaten en dan zorgde de familie van die vrouw ervoor dat de man een charivari kreeg.

Soms waren de motieven voor een charivari aardser en platter. Dan aasde de familie van een van de twee huwelijkspartners op het bezit van de andere partner en zocht zij haar toevlucht tot een charivari om die andere partner te verdrijven en zo het bezit in handen te krijgen. Er waren twee erfenissystemen: de evenredige erfopvolging (waarbij alle zonen evenveel kregen) en de stamhuishouding met een bevoorrechte erfgenaam. Dat varieerde van plaats tot plaats. Beide systemen hadden hun voor- en nadelen. De nadelen leidden tot uitstel van het huwelijk, versnippering van het familiebezit en achterstelling van de vrouwen. Hierdoor was er binnen veel families naijver om het familiebezit. Soms zaten ze als aasgieren te wachten tot ze konden toeslaan.

Slachtoffers

Een charivari begon bijna altijd met geroddel in de buurt en vaak speelden vrouwen daar een grote rol in. Als een lid van de gemeenschap zich niet hield aan de regels voor wederzijdse burenhulp of als iemand zich onttrok aan zijn burenverplichtingen en zijn buren en kennissen bijvoorbeeld niet uitnodigde voor een huwelijks- verlovings- geboorte- of doopsfeest, dan was hij al voorwerp van geroddel[15] en werd de kans groot dat hij bij de volgende overtreding van de sociale normen een charivari kreeg. De gemeenschappen berustten voor een groot deel op wederzijdse afhankelijkheid en iedereen die dat doorbrak, bracht dit systeem in gevaar en werd bestraft.

Ook wie zich te hoog achtte voor zijn buurt, of al eerder iets fout had gedaan, of van elders kwam, of niet het juiste geloof had, of een vreemde eend in de bijt was, liep een groter risico op een charivari.

De slachtoffers van de charivari’s lijken vaak een hogere sociale status te hebben gehad dan de daders, regelmatig behoorden ze tot de middenklasse, soms waren het zelfs notabelen. Maar dat kan een vertekend beeld zijn: we kennen de slachtoffers en daders nu alleen van de (relatief weinige) aangiftes bij politie en justitie. Alleen mensen van de hogere klassen wisten de weg in de politionele en justitiële netwerken, zij kenden de wetten en deden aangifte. Mensen uit lagere klassen kenden de wet niet, kenden de weg niet en zij hoopten maar dat ze na het charivari weer in de gemeenschap opgenomen zouden worden. Het inschakelen van de autoriteiten zou hun zaak alleen maar verergeren. Deze mensen deden dus maar zelden aangifte.

Er waren maar weinig slachtoffers die zich durfden te weren tijdens een charivari. Een enkele keer schoot een slachtoffer op zijn belagers met een geweer. Meestal was de overmacht te groot en legden de slachtoffers zich bij het onvermijdelijke neer.

Hoeren, criminelen en paupers kregen bijna nooit een charivari. Een charivari was een aanslag op iemands eer en deze personen hadden geen eer om neer te halen: er was geen lol aan.

Overheid en justitie

Al in 1571 en 1612 verboden katholieke synodes in Den Bosch het eisen van geld door jongelui aan het bruidspaar.

Rond 1656 vaardigden de Staten-Generaal van de Nederlanden het "egtreglement" (huwelijksreglement) uit dat onder andere het verstrekken van quansel- en buxenbier verbood op straffe van een fikse boete. Ook het "schieten" werd aan banden gelegd. Het bruidspaar dat (al dan niet gedwongen) aan deze gebruiken meewerkte, kreeg ook een boete.

Het tafelen werd rond 1800 door de overheid van Brabant strafbaar gesteld.

Niet vervolgen

Charivari’s konden dan wel officieel verboden zijn, ze leidden maar zelden tot strafvervolging, om diverse redenen:

  • Onwetendheid: lagere overheden wisten soms niet van het bestaan van bepaalde verordeningen van de hogere overheid. Zij kenden bepaalde plakkaten niet noch artikelen van het egtreglement waarin bepaalde vormen van charivari’s verboden werden. Dat "overkwam" zelfs de hoogschout van Den Bosch.
  • Laksheid: de lagere overheid deed vaak domweg niets, zelfs tot 1860. Lagere gerechtsdienaren zagen vaak geen kwaad in ketelmuziek, die volgens hen een oud volksgebruik was en daarom gewettigd, ze maakten er, als ze de ketelmuziek geconstateerd hadden, vaak niet eens melding van aan hun superieuren. Soms fungeerden de charivari’s als een uitlaatklep voor sociale spanningen dus moest je die wel verbieden?
  • Dubbel spel: Soms werkte de lagere overheid openlijk of in het geheim mee aan charivari’s.
    • Vaak was dat uit lijfsbehoud en angst voor wraak van de bevolking.
    • Soms was het omdat ze het slachtoffer onsympathiek vonden.
    • Een enkele keer deden overheidsdienaren als deelnemer actief aan een charivari mee.
    • Het is zelfs voorgekomen dat ze niet de deelnemers maar de klager in de gevangenis stopten.

Niet kunnen vervolgen

Het was meestal onmogelijk om deelnemers aan een charivari te vervolgen.

  • Vaak werd een charivari ’s avonds gehouden. Bij gebrek aan straatverlichting kon het dan stikdonker zijn en waren de deelnemers onherkenbaar. Ook waren de daders vaak vermomd om herkenning te voorkomen. Soms maakten ze hun gezichten zwart en soms droegen ze duivelsmaskers.
  • Soms deden mensen onder dwang en dreigementen mee aan het charivari. Wie naderhand tegen de autoriteiten andere deelnemers verklikte, kon zelf een charivari tegemoet zien.
  • De slachtoffers werden vaak dusdanig geïntimideerd dat ze maar zelden een klacht bij de schout of justitie durfden in te dienen. Soms kreeg de politie of justitie lucht van een charivari en stelde een onderzoek in. Dan ontkende het slachtoffer vaak het hele gebeuren, of hij verklaarde niet mishandeld te zijn. En als hij het charivari en de mishandeling niet kon ontkennen, verklaarde hij meestal dat hij niemand herkend had vanwege de duisternis. Het slachtoffer was bang de zaak nog erger te maken en hoopte weer in de gemeenschap te worden opgenomen.

Niet kunnen vookómen

De overheid kon de charivari's niet voorkomen, want ze waren zelden op de hoogte van een aanstaande charivari. De politie kwam vrijwel altijd te laat en als ze eens toevallig op tijd aanwezig was, kon ze nog niets doen tegen de grote overmacht. De autoriteiten deden weinig anders dan achteraf proces-verbaal opmaken, een onderzoek instellen en vervolgens de zaak doorverwijzen naar de competente rechter.

Charivari's werden overigens vaak in herbergen uitgebroed, ook de politieke charivari's. Omdat die laatste bedreigend waren voor de autoriteiten. lieten zij de herbergen goed in de gaten houden.

Ingrijpen

Politie en justitie grepen tot diep in de negentiende eeuw alleen maar in als het charivari veranderde in een lynchpartij of als het gezag van de overheid in het geding was. In dat laatste geval greep de overheid soms alleen maar in omdat ze bang was dat toegevendheid door het volk uitgelegd zou worden als zwakte waardoor het volk de overheid mogelijk nog meer zou aanvallen. Bij politieke charivari's deden er vaak veel mensen mee, soms wel 2000 en kon het charivari wekenlang duren. Als de deelnemers agressief werden en met stenen naar de politie gingen gooien, begon die wel eens op de deelnemers te schieten.

Soms leidde overheidsingrijpen alleen maar tot escalatie van de spanning tussen overheid en volk. Als de overheid een burgerwacht of militairen inzette tegen een politieke charivari, had ze het voor lange tijd verbruid bij de bevolking. Een enkele keer is het zelfs voorgekomen dat het volk de burgerwacht gewoon versloeg in een gevecht.

Meer middelen na 1811

Voor 1811 had de overheid niet veel middelen om in te grijpen tegen charivari’s. Het politie-apparaat stelde nog maar weinig voor op het platteland[16].

Na 1811 kregen de autoriteiten meer middelen om in te grijpen tegen charivari’s.

  • Het politie-apparaat werd verbeterd[17].
  • De scheiding der machten werd doorgevoerd naar Frans voorbeeld en daardoor kwam er een onafhankelijke rechterlijke macht. Klagende burgers, meestal mensen uit de hogere klassen die de wet kenden, hadden bij de onafhankelijke rechter een grotere kans om gehoord te worden dan bij een rechter die een verlengstuk van de overheid was.

Er volgde een enorme toename van allerlei processen. Dat werd niet veroorzaakt door een stijging van de criminaliteit maar door de toegenomen mogelijkheden tot strafrechtelijke vervolging. Daardoor steeg ook het aantal vervolgingen tegen charivari’s. Soms diende het slachtoffer zelf een klacht in en soms ging de politie tot actie over.

Pas na 1820 werden de verboden aangaande charivari's enigszins geaccepteerd. Er was een Wetboek van Strafrecht gekomen gebaseerd op de Franse Code Pénal.[18]

Overheid en geestelijkheid

De overheid wilde het monopolie op geweld en rechtspraak verkrijgen, dus bestreed ze eigenrichting. Charivari’s ging ze als een vorm van volksoproer strafbaar stellen. De overheid wilde zelfs de huwelijksconflicten zelf gaan oplossen. Het volk kwam op zijn beurt in verzet tegen deze steeds groeiende overheidsbemoeienis.

Na circa 1840 begon de (katholieke en protestantse) geestelijkheid de oude volksgebruiken onder vuur te nemen: het carnaval, de meiviering, en de kermis. Het platteland werd opengelegd en gemoderniseerd. De industrialisatie begon er door te dringen en het onderwijs veranderde. Tegen 1900 had de plattelandsbevolking als het ware de vruchtbaarheidsriten vervangen door kunstmest.

Na circa 1850 begon de overheid zelfs het principe van de charivari's af te wijzen. Maar nog steeds werkten de lagere overheden vaak niet mee, want zij zaten tussen twee vuren: aan de ene kant de bevolking die vond dat ze recht had op het uitoefenen van haar oude gebruiken, en aan de andere kant de steeds strenger wordende overheid.

Straf

De deelnemers aan politieke charivari’s (die een bedreiging vormden voor de overheid) werden doorgaans zwaar bestraft. Soms met openbare geseling of langdurige gevangenisstraffen, en soms werd zelfs de doodstraf geëist[19].

De deelnemers aan de niet-politieke charivari’s werden ook in de negentiende en twintigste eeuw meestal tamelijk mild bestaft, mede omdat men dacht zo meer te bereiken dan met strengheid.

Verder lezen

  • Charivari in de Nederlanden, rituele sancties op deviant gedrag.
    G. Rooijakkers en T. Romme.
    Volkskundig bulletin 15,3.
    ISBN 90-70389-19-3.
  • Voor Brabants Vryheyd. Patriotten in Staats-Brabant.
    G. Rooijakkers, A. van der Veen, H. de Wit.
    ISBN 90-72526-02-3

Bronnen

  • Charivari in het oostelijk deel van Noord-Brabant, 1750-1850.
    Tiny Romme.
    Oss 1987.
    Niet uitgegeven proefschrift, ligt ter inzake bij het BIHC in de citadel van 's-Hertogenbosch [1].

Noten

  1. Vóór de twintigste eeuw gebruikte men als instrument: hoorns, klarinetten, toethoorns (uitgeholde stokken), bekkens, violen, trommels, ketels, pannen, kruiken, gieters, schoppen en zeisen (of sliepen).
  2. Gedurende de twintigste eeuw gebruikte men ook nog: toeters, ratels, waldhoorns, koeiehoorns, bellen, schalmeien van opgerolde boombast, deksels, lampeglazen, kruiken, emmers, melkkannen, flessen, kachelpijpen, fietspompen, fietssturen, kettingen, zwepen en blik-en vegers.
  3. Religion and the decline of magic, Keith Thomas, ISBN 978-0-14-013744-6
  4. Het hoogtepunt van de politieke charivari's lag tussen 1820 en 1850.
  5. Deze tiendheffingen werden per opbod verkocht: de meestbiedende mocht ze gaan heffen.
  6. Nederland had als enige land in Europa tot 1811 een wet die de trouwbelofte afdwingbaar maakte.
  7. In de Meierij van 's-Hertogenbosch zijn geen sporen gevonden van charivari’s wegens overspel van vóór circa 1700. Dat kan van alles betekenen. Mogelijk pleegde men voor 1700 in de Meijerij haast geen overspel of men tilde er niet zwaar aan. Pas na 1800 begon de kerk scherper tegen overspel te ageren. En dat werd door het volk grif geaccepteerd.
  8. In Zuid-Limburg heette die de [[w:kermisman|]].
  9. Deze term werd overigens in Noord-Brabant niet gebruikt
  10. [http://www.encyclopediedrenthe.nl/zoorholt Bron voor de paragraaf Noordoost-Nederland}
  11. Het 'in de ploeg spannen' zou wel eens voortgekomen kunnen zijn uit voorchristelijke vruchtbaarheidsrituelen net las de ploegfeesten zoals Plough Monday op [[w:Koppermaandag|]].
  12. In de achttiende eeuw was men op het platteland van Brabant nog niet zo preuts.
  13. Het waren meestal ambachtslieden en winkeliers, knechten, soldaten, boerenzoons, metselaars, schoen- en klompenmakers, schrijnwerkers, wevers, scheerders, schilders, drukkers, timmerlieden, tabakverkopers, knopenmakers enzovoort. De vrouwelijke deelnemers waren vaak dienstmeisje.
  14. Riding the stang.
  15. Zie ook: Keith Thomas, Religion and the decline of magic.
  16. De politie op het platteland van Brabant bestond in de 18de eeuw uit: 1 of 2 [[w:diender|]]s + een vorster of richtersbode + een of meer nachtwakers of kleppermannen. De schepenen waren collectief verantwoordelijk voor de openbare orde.
  17. In de negentiende eeuw verving de [[w:veldwachter|]] de diender en die kon ondersteuning krijgen van de marechaussee, (de eerdere [[w:gendarmerie|]]). De [[w:schout|]] (later burgermeester genoemd) was persoonlijk verantwoordelijk voor de openbare orde.
  18. In dat wetboek van strafrecht werden de onderdelen van de charivari’s beschreven als strafbare feiten: vrijheidsbeneming, mishandeling, belediging, huisvredebreuk, zaakbeschadiging, burengerucht, verstoring van de openbare orde en openlijke geweldpleging. Daardoor kunnen we in de negentiende eeuwse gerechtelijke archieven niet meer de samenhang van de charivari’s zien.
  19. De gevangenis was in de achttiende eeuw beslist geen pretje: overdag moest de gevangene werken en vaak werd hij geslagen, hij kreeg zeer slecht eten en ’s nachts werd hij opgesloten in een ruimte waar hij maar net in paste maar vaak niet in kon staan.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.