Afrikaans/Afrikaanse werkwoorden: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jcwf (overleg | bijdragen)
Nieuwe pagina aangemaakt met 'Werkwoorden zijn in het Afrikaans aanzienlijk vereenvoudigd, vergeleken met het Nederlands. ==De verleden tijd== Het opvallendste verschil is dat de verleden tijd, zo...'
(geen verschil)

Versie van 15 mei 2010 23:28

Werkwoorden zijn in het Afrikaans aanzienlijk vereenvoudigd, vergeleken met het Nederlands.

De verleden tijd

Het opvallendste verschil is dat de verleden tijd, zoals "ik praatte, ik liep, wij zagen" in het Afrikaans verloren gegaan is. Afrikaans kent alleen:

"ek loop - ek het geloop"

Nederlands heeft:

"ik loop - ik liep - ik heb/ben gelopen"

Dat betekent dat de taakverdeling van de twee overgebleven tijden anders in het Afrikaans. In die gevallen waarin een Nederlandstalige "liep" zal gebruiken, wordt meestal "het geloop" gebruikt, maar er zijn ook gevallen waarin een uiting in de tegenwoordige tijd omgezet wordt.

Een van de weinige werkwoorden die nog wel een verleden tijd heeft is het werkwoord "zijn": de vorm "was". Toch wordt ook deze vorm wat anders gebruikt dan in het Nederlands. Het is niet ongebruikelijk een voltooid verleden vorm als "hy was ... gewees" te horen, daar waar een Nederlandstalige "hij was ...." zou gebruiken

De vormen

Er zijn maar weinig vormen, meestal alleen een tegenwoordige vorm ("loop") en een voltooide (:geloop"):

ek loop - ek het geloop
jy loop - jy het geloop
hy, sy, dit loop - hy, sy, dit het geloop
ons loop - ons het geloop
julle loop - julle het geloop
hulle loop - hulle het geloop

Er zijn dus geen verschillende vormen voor de tweede/derde persoon ("loopt) of het meervoud ("lopen). Ook de onbepaalde wijs is eenvoudig "(te) loop")

Toekomende tijden worden met "sal" gevormd en de voltooide vorm met de onbepaalde wijs van "hebben" - "hê":

ek sal loop - ek sal geloop hê.

De enige andere vorm is het tegenwoordig deelwoord "lopende" dat nog minder gebruikt wordt dan in het Nederlands, maar soms wel tot wat afleidende vormen aanleiding geeft.

Het werkwoord "behoren" bijvoorbeeld is "behoort" in het Afrikaans.

dit behoort - dit het behoort

Dit werkwoord heeft dus de -t van de derde persoon geërfd, mogelijk omdat het vooral in derde persoon gebruikt werd. Het tegenwoordig deelwoord is wel 'gewoon' "behorend(e)". Voor Nederlandstaligen is dat allicht makkelijker aan te voelen dan voor bijvoorbeeld een Engelstalige Zuid-Afrikaan die Afrikaans leert. En ja, de meeste Engelstaligen zijn behoorlijk tweetalig.

Sterke werkwoorden

De sterke werkwoorden zijn vrijwel geheel verdwenen, maar soms heeft het Afrikaans een andere vorm behouden dan een Nederlandstalige zou verwachten, bijvoorbeeld bij het werkwoord als "verliezen":

ek verloor - ik verlies
ek het verloor - ik heb verloren
ek sal verloor - ik zal verliezen
die verlorende party - de verliezende partij
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.