Archeologie/Perioden/Neolithicum/Trechterbekercultuur: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7: Regel 7:
Er zijn veel verschillende soorten aardewerk gevonden van de Trechterbekercultuur. Kenmerkend voor het aardewerk is diepsteekversiering. Dit houd in dat in een gepolijst oppervlak patronen zijn ingestoken worden met een staafje van hout of been, of een slagpen van een vogelveer. Dit patroon wordt vervolgens opgevuld met een mengsel van vet en verbrand been. Enkel opvullingen met een geelwitte kleur zijn bewaard gebleven en teruggevonden, maar misschien zijn er ook andere kleuren toegepast. Kenmerkende vormen aardewerk zijn trechterbekers, kraagflesjes, amforen, kruiken, terrines, emmers, 'randkommen', kommen en schalen. In nederzettingscontext komt er minder versierd aardewerk voor. Hier komen voorraadvaten voor. Ook worden er ronde schijven gevonden. Misschien waren dit deksels voor de voorraadpotten, maar de gangbare term is 'bakplaat'. Aardewerk werd door vrouwen gemaakt op het niveau van het huishouden. Iedere uitvoerig versierde pot heeft een unieke combinatie van gangbare patronen. Elk gemaakt 'servies' (een groep vaatwerk van dezelfde hand samen in een hunebed geplaatst) is uniek, en heeft meestal geen tegenhanger te vinden in een ander graf.
Er zijn veel verschillende soorten aardewerk gevonden van de Trechterbekercultuur. Kenmerkend voor het aardewerk is diepsteekversiering. Dit houd in dat in een gepolijst oppervlak patronen zijn ingestoken worden met een staafje van hout of been, of een slagpen van een vogelveer. Dit patroon wordt vervolgens opgevuld met een mengsel van vet en verbrand been. Enkel opvullingen met een geelwitte kleur zijn bewaard gebleven en teruggevonden, maar misschien zijn er ook andere kleuren toegepast. Kenmerkende vormen aardewerk zijn trechterbekers, kraagflesjes, amforen, kruiken, terrines, emmers, 'randkommen', kommen en schalen. In nederzettingscontext komt er minder versierd aardewerk voor. Hier komen voorraadvaten voor. Ook worden er ronde schijven gevonden. Misschien waren dit deksels voor de voorraadpotten, maar de gangbare term is 'bakplaat'. Aardewerk werd door vrouwen gemaakt op het niveau van het huishouden. Iedere uitvoerig versierde pot heeft een unieke combinatie van gangbare patronen. Elk gemaakt 'servies' (een groep vaatwerk van dezelfde hand samen in een hunebed geplaatst) is uniek, en heeft meestal geen tegenhanger te vinden in een ander graf.


====Drouwen en Havelte====
=====Drouwen en Havelte=====
De vorm en versiering van het aardewerk verandert in de loop van de tijd. Van Giffen deelde het aardewerk op in de 'Drouwen-stijl' en de 'Havelte-stijl'. De Drouwen-stijl wordt gekenmerkt door een grote vormenrijkdom en rijke versiering met horizontale en verticale patronen. Vroeg-Havelte-aardewerk vertoont minder variatie. Vooral kommen en hoge en lage amforen komen voor. De versierign is vereenvoudigd tot horizontale banden en blokvelden, over een minder grote oppervlakte. Laat-Havelte-aardewerk is nauwelijks versierd. De amforen en bolle komen worden vervangen voor 'randkommen' en lage schalen. De kraagflesjes en bakplaten worden gevonden in alle fasen. In de Noord-Oostpolder bij Schokland (kavel P14) heeft men een fase gevonden die stamt voor de hunebedbouwers. Deze fase wordt voorlopig pre-Drouwen (fase 0) genoemd.
De vorm en versiering van het aardewerk verandert in de loop van de tijd. Van Giffen deelde het aardewerk op in de 'Drouwen-stijl' en de 'Havelte-stijl'. De Drouwen-stijl wordt gekenmerkt door een grote vormenrijkdom en rijke versiering met horizontale en verticale patronen. Vroeg-Havelte-aardewerk vertoont minder variatie. Vooral kommen en hoge en lage amforen komen voor. De versierign is vereenvoudigd tot horizontale banden en blokvelden, over een minder grote oppervlakte. Laat-Havelte-aardewerk is nauwelijks versierd. De amforen en bolle komen worden vervangen voor 'randkommen' en lage schalen. De kraagflesjes en bakplaten worden gevonden in alle fasen. In de Noord-Oostpolder bij Schokland (kavel P14) heeft men een fase gevonden die stamt voor de hunebedbouwers. Deze fase wordt voorlopig pre-Drouwen (fase 0) genoemd.



Versie van 27 apr 2010 13:12

Neolithicum


5300 - 2000 v.Chr.

Dit sjabloon is nog in ontwikkeling!

  1. Vroeg-neolithicum
    • Lineaire Bandkeramiek
    • Rössen
    • Swifterbant
  2. Midden-neolithicum
  3. Laat-neolithicum
    • Enkelgraf
    • Klokbeker

<inleiding>

Artefacten

Aardewerk

Er zijn veel verschillende soorten aardewerk gevonden van de Trechterbekercultuur. Kenmerkend voor het aardewerk is diepsteekversiering. Dit houd in dat in een gepolijst oppervlak patronen zijn ingestoken worden met een staafje van hout of been, of een slagpen van een vogelveer. Dit patroon wordt vervolgens opgevuld met een mengsel van vet en verbrand been. Enkel opvullingen met een geelwitte kleur zijn bewaard gebleven en teruggevonden, maar misschien zijn er ook andere kleuren toegepast. Kenmerkende vormen aardewerk zijn trechterbekers, kraagflesjes, amforen, kruiken, terrines, emmers, 'randkommen', kommen en schalen. In nederzettingscontext komt er minder versierd aardewerk voor. Hier komen voorraadvaten voor. Ook worden er ronde schijven gevonden. Misschien waren dit deksels voor de voorraadpotten, maar de gangbare term is 'bakplaat'. Aardewerk werd door vrouwen gemaakt op het niveau van het huishouden. Iedere uitvoerig versierde pot heeft een unieke combinatie van gangbare patronen. Elk gemaakt 'servies' (een groep vaatwerk van dezelfde hand samen in een hunebed geplaatst) is uniek, en heeft meestal geen tegenhanger te vinden in een ander graf.

Drouwen en Havelte

De vorm en versiering van het aardewerk verandert in de loop van de tijd. Van Giffen deelde het aardewerk op in de 'Drouwen-stijl' en de 'Havelte-stijl'. De Drouwen-stijl wordt gekenmerkt door een grote vormenrijkdom en rijke versiering met horizontale en verticale patronen. Vroeg-Havelte-aardewerk vertoont minder variatie. Vooral kommen en hoge en lage amforen komen voor. De versierign is vereenvoudigd tot horizontale banden en blokvelden, over een minder grote oppervlakte. Laat-Havelte-aardewerk is nauwelijks versierd. De amforen en bolle komen worden vervangen voor 'randkommen' en lage schalen. De kraagflesjes en bakplaten worden gevonden in alle fasen. In de Noord-Oostpolder bij Schokland (kavel P14) heeft men een fase gevonden die stamt voor de hunebedbouwers. Deze fase wordt voorlopig pre-Drouwen (fase 0) genoemd.

Steen

De meest opvallende van de gevonden stenen artefacten zijn de bijlen met een rechthoekige doorsnee. Deze bijlen van vuursteen zou gebruikt zijn voor bijv. boskap en huizenbouw. Echter, er zijn ook exemplaren gevonden van meer dan 20 centimeter lang, intact en ongesleten bewaard gebleven. Het is dan ook waarschijnlijk dat deze als prestigevoorwerp dienden. Ze zijn regelmatig in natte gebieden als offer gedeponeerd, soms samen met knollen of beitels. Voor de fabricatie van deze bijlen is vuursteen van hoge kwaliteit gebruikt, geimporteerd uit Denemarken. Kleine bijlen en andere werktuigen werden vervaardigd uit lokaal vuursteen. Kenmerkende vondsten zijn transversaalspitsen (in grote aantallen gevonden in hunebedden), schrabbertjes, geretoucheerde afslagen, klingetjes en zogenaamde bikkels. Bikkels zijn van kernresten gemaakt, de overige werktuigen op afslagen. Behalve vuursteen werden bijlen ook gemaakt van andere steensoorten, zoals diabaas, dioriet en gneis. Deze steensoorten waren lokaal te vinden, in de vorm van zwerfkeien. Knophamerbijlen en andere strijdhamers, representatief voor Noord-Nederland, zijn van diabaas gemaakt. Maalstenen werden vervaardigd van zwerfstenen van graniet. Ze hebben de vorm van een kom, zodat tijdens het malen het graan en het meel bij elkaar bleef. De lopers zijn zelden teruggevonden, maar waarschijnlijk waren deze rond. Om de bijlen te slijpen werd er zware, liggende slijpstenen van zandsteen en kwartsiet gebruikt. De slijpstenen zijn gevonden als geplaatste objecten (site funiture) in nederzettingen aangetroffen.

Sieraden

In hunebedden hebben we barnstenen kralen gevonden als bijgift. Zo vonden we in Hunebed D26 (Drouwenerveld) tientallen kralen, waarschijnlijk van éen snoer. Minder vaak komen er hangertjes van barnsteen, en kralen of hangers van git, kwarts of van fossielen. Dierentanden en ander organisch materiaal gebruikt als kralen zijn vergaan. In de hunebed van de Westgroep is bladkoper aangetroffen, in de vorm van schijfjes, kralen, buisjes en stripjes. Deze waren waarschijnlijk op kleding genaaid of onderdeel van een halssnoerketting.

Nederzettingen

Rituelen

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.