17.569
bewerkingen
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Binnen de kerk zijn veel (interne) hervormingsbewegingen geweest, maar de misstanden zijn nooit voor langere tijd verbeterd. Ze werden pas echt aangepakt door de (externe) [[w:reformatie|reformatie]] van [[w:Maarten Luther|Maarten Luther]] in 1517 en later nog van [[w:Johannes Calvijn|Calvijn]] en anderen: de [[w:protestantisme|protestanten]]. Het volk (dat even gehoopt had dat daardoor ook haar levensomstandigheden zouden verbeteren), schoot daar echter nauwelijks iets mee op.
Mede als reactie op de protestantse reformatie ontstond in de katholieke kerk de [[w:contrareformatie|contrareformatie]]. Mogelijk was de contrareformatie echter ook een vervolg van de eerdere interne reformaties binnen de kerk
==Individu en collectief==
===Uitverkoring===
God had bepaalde mensen door Zijn genade uitverkoren om in de hemel te komen.
Veel protestanten dachten dat je daarvoor het "ware geloof" moest hebben (aangesloten moest zijn bij de specifieke protestantse stroming). Als God je (al dan niet) had uitverkoren, dan was dat onherroepelijk.
Als je goede daden deed, goede gedachten had en nooit aan het geloof twijfelde, kon je daaraan zien dat je waarschijnlijk uitverkoren was.
Als je slechte daden deed, slechte gedachten had of (af en toe) twijfelde aan het geloof, dan waren dit tekenen dat je niet uitverkoren was. Om daarna nog je best te doen, goede werken te doen en te bidden om aldus je zonden "af te kopen", werd door veel protestanten verworpen als katholiek bijgeloof.
*Volgens strenge protestantse richtingen waren er maar heel weinig uitverkorenen en die waren zeer vroom en hadden bijzondere godsdienstige ervaringen. De meeste gelovigen waren "afgedwaalde schapen" en zouden naar de hel gaan. Bij de de [[w:Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland|Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland]] moesten zelfs kinderen die tegen de regels gezondigd hadden in de volle kerk opstaan, ze werden "afgedwaald schaap" genoemd en voorbestemd voor de verdoemenis.
*De [[w:hugenoten|hugenoten]] (Franse calvinisten) hingen het oorspronkelijke idee van Calvijn aan dat elke protestant was uitverkoren om naar de hemel te gaan zolang hij maar niet teveel zondigde want dat was een teken dat hij niet uitverkoren was. Hij hoefde dus normaal gesproken niet bang te zijn voor de dood, de hel en het [[w:Dag des oordeels|laatste oordeel]].
====Doop====
Het doopsel werd door de protestanten niet zo snel mogelijk na de geboorte gegeven, zoals bij de katholieken. De katholieken waren bang dat als een kind stierf vóór het doopsel, het niet in de hemel kon komen.
Kinderen die door de week geboren waren, werden op de eerstvolgende zondag samen gedoopt in de gemeenschappelijke dienst, voor de preek. Het kind werd aan God gewijd en de ouders moesten beloven het volgens het protestantse geloof op te voeden. Net als bij de katholieken werd er water over het hoofd van het kind gegoten. De aanwezigheid van een peter en meter waren niet verplicht maar wel toegestaan.
====Dood====
*Noch Luther noch Calvijn geloofden in een [[w:vagevuur|vagevuur]], dus bidden voor de overledenen en het verwerven van aflaten (om hun verblijf in het vagevuur te bekorten) waren nutteloos.▼
Als een protestant op sterven lag, werd hij intensief bezocht door zijn familie en vrienden. Protestanten kenden geen laatste biecht en geen Heilig Oliesel. Er was geen reden om in paniek te raken over de dood: wie uitverkoren was zou in de hemel komen en wie dat niet was, niet.
*Lutheraanse begrafenissen waren zeer sober vergeleken met de barokke begrafenissen van rijke katholieken. Als de dode begraven werd, was de naaste familie aanwezig. Er was een kort gebed. Daarna gingen de verwanten en vrienden in de kerk naar een preek van de dominee luisteren. ▼
*Bij de Calvinisten ging het er nòg eenvoudiger aan toe. Calvijn liet zijn lichaam in een grove doek gewikkeld zonder gezang en zonder toespraak ter aarde bestellen in een graf zonder grafsteen. Er was bij een calvinistische begrafenis geen dominee aanwezig en er was ook geen klokgelui: dood was dood. Er werd nog geen onzevader gebeden en de familie moest zonder troost naar huis. Elk katholiek bijgeloof moest voorkomen worden want de dode had er niets aan en de verwanten hadden geen troost nodig: ze waren er immers zeker van dat de overledene naar de hemel zou gaan.▼
De Franse hugenoten, die meenden dat zij normaal gesproken naar de hemel zouden gaan, hadden helemaal geen reden tot paniek als ze stierven.
▲
====Begrafenis====
▲
▲
De calvinistische praktijk veranderde echter al snel. Veel predikanten gingen toch een lijkpredikatie houden. Waar het protestantisme staatskerk of volkskerk was, werden uiteindelijk ook weer begrafenisdiensten gehouden. Tegen klokgelui werd weliswaar opgetreden, maar zonder veel resultaat.
In strenge protestantse richtingen kon de dominee een begrafenisplechtigheid van een van haar leden beginnen met de uitspraak: "Daar ligt hij dan! De zondaar! Brandhout voor de hel!"
==Bron==
1989 Agon, Amsterdam <br>
Betreffende hoofdstuk geschreven door: [[w:fr:François Lebrun|François Lebrun]] Emeritus hoogleraar aan de [[w:Universiteit van Rennes II|Universiteit van Rennes II, Haute Bretagne]]
*Voor de "Inleiding" is als bron geraadpleegd:
**Dresen-Coenders. Het verbond van heks en duivel. Ambo 1983, ISBN 90 263 0585 0
*Voor de paragrafen "Uitverkoring", "Doop", "Dood" en "Begrafenis" zijn mede geraadpleegd:
**De [[w:Dordtse Leerregels|Dordtse Leerregels]]
**De [[w:Heidelbergse Catechismus|Heidelbergse Catechismus]], Zie ook: [http://theologienet.nl/documenten/overig/catechismus.htm de originele tekst] en [http://www.gkzwijndrecht-eo.nl/INFO/Heidelberger%20Catechismus.php een wat modernere versie]
==Noten==
|
bewerkingen