Linux Systeembeheer/Servervirtualisatie: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Vangelis (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
** een guest-OS kunnen installeren onder VMWare Server
** een guest-OS kunnen installeren onder VMWare Server
** de netwerkopties voor guest-OSs kennen en begrijpen (private/NAT/bridged)
** de netwerkopties voor guest-OSs kennen en begrijpen (private/NAT/bridged)

Om in VirtualBox tijdens runtime verschillende netwerken aan te spreken:

<ul>
<li>Configureer eerst al uw netwerkadapters (bv. 1 gekoppeld aan de NAT, 1 aan een VirtualBox Host adapter en 1 bridged met uw WLAN kaart) bij de instellingen van het guest OS</li>
<li>U kan dan tijdens de uitvoering van de virtualisatie de netwerkkaarten apart in- of uitschakelen met de GUI (bovenaan in de menu van het uitvoervenster) </li>
</ul>
Als u anders van netwerkadapter wilt wisselen moet u het hele OS herstarten

Zo kan u dit nadeel ten opzichte van VMWare omzeilen




{{Bericht
| type = tip
| titel = In VirtualBox tijdens runtime verschillende netwerken aanspreken
| bericht = In VMWare Server kan je terwijl een virtuele machine draait het type netwerkverbinding (bridged, NAT, host-only) wijzigen. In VirtualBox moet je daarvoor eerst de VM afsluiten en achteraf opnieuw opstarten. Om deze beperking in VirtualBox t.o.v. VMWare te omzeilen kan je het volgende doen:


* Configureer eerst al je netwerkadapters (bv. 1 gekoppeld aan de NAT, 1 aan een VirtualBox Host adapter en 1 bridged met uw WLAN kaart) bij de instellingen van het guest OS
* Je kan dan tijdens de uitvoering van de virtualisatie de netwerkkaarten apart in- of uitschakelen met de GUI (bovenaan in de menu van het uitvoervenster)
}}


<!-- ----------- Hieronder onderhoudsmeldingen, niet weghalen -------------- -->
<!-- ----------- Hieronder onderhoudsmeldingen, niet weghalen -------------- -->

Versie van 29 dec 2009 16:07

Leerdoelen

  • De soorten servervirtualisatie kennen en kunnen situeren:
    • de karakteristieken van de verschillende soorten virtualisatie kennen, meer bepaald: OS-level virtualisation, paravirtualisation, full virtualisation, emulation
  • Bekende virtualisatietools kunnen classificeren
    • VMWare Server, Workstation en Fusion, Xen, OpenVZ, VirtualBox, Hyper-V, Parallels, Containers, Virtual PC
  • De voor- en nadelen van bepaalde virtualisatietypes en -producten kunnen evalueren
    • Een geschikte keuze kunnen maken uit verschillende virtualisatieproducten, afhankelijk van het hostplatform en de toepassing
  • VMWare Server en Sun VirtualBox kunnen installeren onder Linux
    • een guest-OS kunnen installeren onder VMWare Server
    • de netwerkopties voor guest-OSs kennen en begrijpen (private/NAT/bridged)


TipIn VirtualBox tijdens runtime verschillende netwerken aanspreken
In VMWare Server kan je terwijl een virtuele machine draait het type netwerkverbinding (bridged, NAT, host-only) wijzigen. In VirtualBox moet je daarvoor eerst de VM afsluiten en achteraf opnieuw opstarten. Om deze beperking in VirtualBox t.o.v. VMWare te omzeilen kan je het volgende doen:
  • Configureer eerst al je netwerkadapters (bv. 1 gekoppeld aan de NAT, 1 aan een VirtualBox Host adapter en 1 bridged met uw WLAN kaart) bij de instellingen van het guest OS
  • Je kan dan tijdens de uitvoering van de virtualisatie de netwerkkaarten apart in- of uitschakelen met de GUI (bovenaan in de menu van het uitvoervenster)
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.