Modelspoorwegbouw: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Henkietrein (overleg | bijdragen)
Henkietrein (overleg | bijdragen)
Regel 32: Regel 32:
*Analoog, gelijkspanning
*Analoog, gelijkspanning
*Analoog, wisselspanning
*Analoog, wisselspanning
*Delta
*Digitaal
*Digitaal



Versie van 23 mrt 2009 22:03

Inleiding

Modelbaan

Modelspoorwegbouw is een verzamelterm voor een aantal totaal verschillende hobby's, varierend van het op een regenachtige zondagmiddag uitleggen van een treinbaantje op de vloer tot het (soms jarenlang) bouwen aan een uitgebreide modelspoorweg, het daarbij behorende landschap en de inrichting daarvan.

Modulebaan

Een andere mogelijkheid is b.v. het bouwen aan een z.g. modulebaan, waarbij op gezette tijden de door verschillende mensen gebouwde delen tijdelijk tot één grote baan worden samengevoegd. Niet zelden worden op zulke bijeenkomsten nauwgezette vervoersplannen en dienstregelingen tot uitvoer gebracht.

Ook worden soms diorama's gebouwd, waarin weliswaar rails en een trein aanwezig kunnen zijn, maar waarbij de nadruk ligt op de inrichting van het landschap, de z.g. scenery.

Dit boek wil een verzameling zijn van benodigde gegevens en gebruikte technieken, gebaseerd op door fabrikanten verstrekte informatie en de ervaringen van modelspoorbouwers.

Inhoud

Modeltreinen

Techniek

Rails

2-rail

Veruit de meeste fabrikanten maken gebruik van een 2-railsysteem, d.w.z. dat de beide spoorstaven van elkaar geïsoleerd op de dwarsliggers zijn, en de stroomtoevoer - doorgaans gelijkstroom - via deze beide plaatsvindt. De polariteit van de spanning is bepalend voor de rijrichting van de trein.
Een bezwaar van dit systeem is dat bij het aanleggen van een keerlus er een kortsluiting ontstaat (+ en - komen tegen elkaar aan). Bij digitale 2-rail systemen is dit eenvoudig te ondervangen met een keerlusschakeling waarmee kortsluiting voorkomen wordt.

3-rail
Märklin rails, met middengeleider

Tegenwoordig is Märklin nog de enige fabrikant die een 3-railsysteem hanteert, in de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw hanteerde ook Electrotren dit systeem. Het wordt gevoed door een wisselspanning van maximaal 16 volt. Het omschakelen van de rijrichting gebeurt door het kortstondig toevoeren van een z.g. overspanning (24 volt), waardoor een in de locomotief gemonteerd relais aanspreekt en de veldspoelen van de motor ompoolt.
Ook Trix Express reed op drie rails, maar werd gevoed met gelijkspanning. Een ander verschil was dat de beide spoorstaven van elkaar geïsoleerd waren, waardoor via de drie beschikbare geleiders, twee locomotieven onafhankelijk van elkaar bestuurd konden worden.
De rails zien er wat minder "natuurlijk" uit, door de aanwezigheid van de middenrail of puntkontakten. Kruispunten en wissels moeten zodanig geconstrueerd zijn dat kortsluiting door het sleepkontakt voorkomen wordt.

Voor zowel 2- als 3-railsystemen is ook digitale besturing mogelijk, waarbij continu een (gemoduleerde) spanning op de rails aanwezig is.

Voeding

  • Analoog, gelijkspanning
  • Analoog, wisselspanning
  • Digitaal

ANALOOG GELIJKSPANNING (Vaak afgekort met de engelse term "DC" of teken "=") De hoogte van de gelijkspanning bepaalt de snelheid. Hierbij geeft de polariteit de richting aan waarin de trein rijdt. De trafo heeft vaak een draaiknop met in het midden de 0-stand (hier staan de treinen stil), als je naar links draait gaan, ze de ene kant op, als je naar rechts draait de andere kant op.

Alle treinen in dezelfde stroomkring reageren op deze spanning.

Echter de ene loc zal sneller rijden dan de andere door de verschillen in de bouw van de loc, onderhoudstoestand en slijtage.

ANALOOG WISSELSPANNING (Vaak afgekort met engelse term "AC" of teken "~") Dit is het originele Marklin systeem. De hoogte (van top-top) van de wisselspanning bepaalt de snelheid. Ook hierbij zal er verschillen optreden tussen locs.

Het omschakelen van de rijrichting gaat met een omschakelrelais. Dit schakelt om door een omschakelpuls (dit is een hoge spanningspiek die optreedt als je de trafo voorbij de 0 drukt.). Er zijn locs met electronisch relais. Marklin digitale locs kunnen ook op analoge wisselspanning gebruikt worden. De digitale decoder fungeert dan als omschakelrelais.

DIGITAAL Digitaal is er meerdere vormen. Selectrix was de eerste. Daarna kwam Marklin Digital.

Delta is een vereenvoudigde Marklin Digital. MFX is de verbeterde Marklin Digital. Hierbij meldt een locomotief zich automatisch aan bij de centrale.

DCC is de standaard waar de meeste andere merken mee werken.

Bij een digitaal systeem bestaat de spanning op de baan uit een vaste voedingsspanning. Hierop wordt een digitaal signaal gezet.

In het digitale signaal zitten adressen en opdrachten. Een decoder gedecodeert het signaal dat voor zijn adres bedoelt is en voert de opdracht uit. Iedere decoder krijgt zijn eigen adres. Het aantal adressen wordt bepaalt door het digitale systeem.

Merken

  • Fleischmann
  • Märklin
  • Trix

Scenery

...

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.